WESTLAND - Voor de vensterbank in het huis van Carina van Dam in 's-Gravenzande kan je er niet omheen. Vier tafels gevuld met kerstdorpspullen staan voor het raam. Een skihelling, een treinbaan, huisjes in alle vormen en maten en zelfs een echte waterval. Ze is Nederlands kampioen kerstdorp bouwen. Maar nu iedereen door corona thuiszit, zijn er steeds meer mensen die zo'n winters tafereel willen maken. En hoe ga je dan te werk?
'Ik ben er eigenlijk het hele jaar door al mee bezig', vertelt Carina aan de keukentafel in haar woonkamer. 'Nu denk ik al na over wat ik volgend jaar ga doen. Daar maak ik schetsjes van, en ik begin in de zomer al met dingen knutselen en zagen.'
Carina is niet de enige Westlandse die kerstdorpfanaat. Ook Rob Wissink uit Naaldwijk werd vijf jaar geleden Nederlands kampioen. 'Als je eenmaal begint, werkt het verslavend', legt hij uit. Hij wordt elk jaar gevraagd door tuincentrum De Carlton in Naaldwijk om daar een kerstdorp te bouwen. 'Normaal gesproken is dat één groot vlak stuk, maar dit jaar ben ik de hoogte ingegaan, met allemaal verschillende verdiepingen, zodat de 1,5 meter afstand makkelijk aan te houden is.'
#Tips
De Westlanders zijn vaak dagen en weken bezig met het maken van hun kerstdorp, maar volgens de profs hoeft het niet zo ingewikkeld te zijn. De tips van Carina en Rob voor beginners:
Tip 1: Maak een plan
Rob: 'Eerst moet je een idee hebben, waar je in huis het kerstdorp wil bouwen. Op een vensterbank, een tafel, een dressoir of misschien onder de kerstboom? Eén vierkante meter of zelfs een halve is meer dan voldoende. Meet de ruimte goed op en maak een plan. Schets iets op papier. Afhankelijk van de grootte, ga je aan de slag.'
Tip 2: Natuurlijke materialen
Rob: 'Ik begin met een tien centimeter dik stuk piepschuim. Dat is te krijgen bij een doe-het-zelf-zaak. Carina: 'In het piepschuim kan je met prikkertjes van alles en nog wat steken. Ik gebruik het liefst geen kant-en-klare sneeuwlaag, maar natuurlijk materialen zoals echte takjes, mos en steentjes.'
Tip 3: Balans
Rob: 'Voor een kerstdorp heb je natuurlijk ook kersthuisjes nodig. Maar maak het niet te gek in het begin. Een paar huisjes, twee of drie, is genoeg om mee te starten. Om je kerstdorpje zo echt en gezellig mogelijk te maken, is een juiste balans tussen de verschillende elementen van groot belang. Denk hierbij aan voldoende afwisseling tussen kersthuisjes, bomen, paden en poppetjes. Het leuke is als je elke keer weer iets nieuws ziet. Daarom zorg ik altijd voor wat gekkigheidjes. Ik verstop bijvoorbeeld kleine kaboutertjes op een plek waar niemand ze verwacht.'
Tip 4: Maak het levendig
Carina: 'In een echt dorp wonen natuurlijk mensen. Dus schaf poppetjes aan. Maar pas weer op: niet te veel. En zorg dat je de voetjes niet ziet. Bedek ze met wat sneeuw, dat maakt het echter. Daarnaast horen er ook lampjes in een dorp. Nieuwere huisjes hebben een losse stekkeraansluiting die je met een verlengsnoer aan elkaar kunt maken, zodat je maar één stroompunt nodig hebt. Met een piepschuimbrander maak ik lijntjes waar ik de snoeren doorheen laat lopen, zodat ik ze goed kan wegwerken.'
Tip 5: Houd je kerstdorp elke dag bij
Het strooien van de sneeuw doe je pas op het allerlaatste: dat maakt je kerstdorp helemaal af. Carina: 'Maar houd het wel elke dag even bij. Er waait af en toe wat sneeuw van af, of er komt vuil van buiten mee. Je wil ook dat het kerstdorp met kerst ook nog mooi staat.'
LEES OOK: Vrede op aarde: ruzie tussen organisatoren kerstdorpenwedstrijd