Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Waarom er in de VS nog steeds geen strengere wapenwetten zijn

Na de massaschietpartij op een basisschool in Texas van dinsdag, laait in de Verenigde Staten opnieuw de discussie over vuurwapens op. De roep om strengere wetgeving is na de zoveelste schietpartij luider dan ooit. De machtige wapenlobby, in de vorm van de National Rifle Association (NRA), en politieke verdeeldheid vormen echter nog altijd obstakels om tot strengere wetgeving te komen.

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in augustus 2019 op NU.nl. Naar aanleiding van de schietpartij in de Texaanse plaats Uvalde hebben we het geactualiseerd en opnieuw naar onze voorpagina gehaald.

Massaschietpartijen komen tegenwoordig met de regelmaat van de klok voor, maar het aantal dodelijke slachtoffers valt in het niet bij de rest van het Amerikaanse vuurwapengeweld. In 2016 werden bijvoorbeeld 14.415 moorden gepleegd met vuurwapens. 71 van die slachtoffers kwamen om bij een massaschietpartij.

Die worden wel steeds dodelijker: acht van de tien massaschietpartijen met de meeste fatale slachtoffers in de Amerikaanse geschiedenis werden in de afgelopen tien jaar gepleegd. Dat is inclusief de schietpartij van dinsdag op een basisschool in de Texaanse plaats Uvalde.

De dodelijkste schietpartij in de VS vond in 2017 plaats op een muziekfestival in Las Vegas. Daar vonden zestig mensen de dood, inclusief de dader.

De dodelijkste schietpartijen in de Verenigde Staten.

De dodelijkste schietpartijen in de Verenigde Staten.
De dodelijkste schietpartijen in de Verenigde Staten.

De dodelijkste schietpartijen in de Verenigde Staten.

Foto: NU.nl/Bart-Jan Dekker

NRA hield zich in het begin weinig bezig met politiek

De verdediging 'Guns don't kill people, people kill people' ('Vuurwapens doden geen mensen, mensen doden mensen') is grotendeels te danken aan de National Rifle Association, een machtige lobbyorganisatie waarin wapeneigenaren en de wapenindustrie zijn verenigd.

De NRA werd in 1871 opgericht om Amerikanen de scherpschutterskunst bij te brengen en verantwoord vuurwapengebruik te bevorderen. In de eerste honderd jaar van haar bestaan hield de NRA zich weinig bezig met politiek en waren sportschutters en jagers de voornaamste doelgroep.

President Franklin Delano Roosevelt poseert in 1933 met leden van de NRA.

President Franklin Delano Roosevelt poseert in 1933 met leden van de NRA.
President Franklin Delano Roosevelt poseert in 1933 met leden van de NRA.

President Franklin Delano Roosevelt poseert in 1933 met leden van de NRA.

Foto: Getty Images

NRA veranderde onder Carter in een zeer actieve lobbyclub

Die houding veranderde vanaf de jaren zeventig. Het Amerikaanse Congres nam in 1968 de Gun Control Act aan, een wet die regels introduceerde voor wapenhandel over de grenzen van de staten. De directie van de NRA verzette zich daar aanvankelijk niet hevig tegen. Binnen de organisatie ontstond echter een factie die vond dat de NRA zich wel moest richten op verzet tegen strengere wapenwetgeving. Die werd geleid door Harlon Carter, het hoofd van de lobbytak van de vereniging.

Een groot aantal van de aanhangers van Carter binnen de NRA werd in 1975 de laan uit gestuurd. Een jaar later wisten hij en zijn medestanders tijdens het jaarlijkse NRA-congres echter een coup te plegen. Ze veranderden de interne regels en stemden de directie weg. Carter werd topman en leidde de organisatie tot 1985.

Onder zijn sturende hand veranderde de NRA in een politiek zeer actieve lobbyclub, die zich te vuur en te zwaard verzette tegen elke inperking van het tweede amendement van de Amerikaanse Grondwet: het recht om wapens te dragen. In dat grondwetsartikel wordt gesteld dat dit recht noodzakelijk is om een "goed georganiseerde burgermilitie" in stand te houden.

Van jagen en sportschieten naar persoonlijke bescherming

De NRA slaagde erin het grondrecht in de Amerikaanse publieke beleving te koppelen aan individueel wapenbezit, in eerste instantie door te stellen dat wapenwetgeving de Amerikaanse jachttraditie bedreigde.

Dat gewelddadige criminelen en mensen met ernstige psychische problemen makkelijk aan vuurwapens konden komen, was volgens Carter de prijs die Amerikanen voor hun vrijheid betalen.

Sterk gestegen misdaadcijfers werden tijdens de jaren tachtig het belangrijkste thema voor politici van de Republikeinse Partij. De NRA haakte daarbij aan en richtte haar aandacht steeds meer op vuurwapenbezit om huis en haard te beschermen tegen criminelen. "Moet je een verkrachter doodschieten voordat hij je keel doorsnijdt?", was een vraag in een van de krantenadvertenties van de NRA uit die tijd.

De jaren negentig brachten een evolutie van dat thema met zich mee. De Democraat Bill Clinton daagde zijn Republikeinse rivaal, de zittende president George H.W. Bush, uit door te hameren op de noodzaak voor scherpere regels voor handvuurwapens en een verbod op automatische aanvalsgeweren.

Vanaf dat moment vertelde de NRA haar leden dat zij zich dienden te beschermen tegen een steeds tiranniekere federale overheid, die een politiestaat wilde inrichten. Met gelikte reclamecampagnes bleef de wapenlobby die boodschap verspreiden. De vereniging runde zelfs enige tijd het eigen televisiestation NRATV, dat regelmatig in opspraak kwam vanwege de militante toon van de boodschappen die daar werden uitgedragen.

Vuurwapenbezit verdeelt de VS langs politieke lijnen

De NRA geeft jaarlijks miljoenen uit aan lobbywerkzaamheden, maar dat is in de VS gebruikelijk en daarom geen volledige verklaring voor de grote politieke invloed van de vereniging. De Amerikaanse nationale makelaarsvereniging geeft bijvoorbeeld vijf tot tien keer meer geld aan uit aan hun eigen lobby's.

Wat de NRA zo machtig maakt, is haar vermogen om wapenminnende kiezers te mobiliseren. De vereniging kiest haar gevechten zorgvuldig uit en steunt tijdens voorverkiezingen voorstanders van vuurwapens. In combinatie met haar lange geschiedenis en uitgebreide lijst met contacten in Washington kan een steunbetuiging van of afwijzing door de NRA een politieke carrière op veel plekken in de VS kan maken of breken.

Na ras is wapenbezit de kwestie die zorgt voor de grootste politieke verdeeldheid in de VS. Onderzoeken laten zien dat het een voorspellende waarde voor partijvoorkeur is geworden: tijdens de verkiezingen van 2016 stemde bijvoorbeeld 63 procent van de huishoudens waar vuurwapens aanwezig waren op de Republikein Donald Trump, terwijl 65 procent van de huishoudens zonder vuurwapens voor Democraat Hillary Clinton ging.

Wapenbezit is overigens ook een vrij betrouwbare voorspeller van afkomst: 83 procent van de huishoudens waar ten minste één vuurwapen in huis is, heeft een lichte huidskleur.

80

Biden: 'We moeten lef tonen tegen wapenindustrie'

NRA is niet langer een onoverkomelijk obstakel

Toch is de macht van de NRA niet meer wat die geweest is. De voorstanders van strengere wapenwetgeving weten zich steeds beter te organiseren. Ook krijgen ze steeds meer financiering, bijvoorbeeld van Michael Bloomberg. Deze miljardair en oud-burgemeester van New York richtte in 2006 de lobbygroep Everytown for Gun Safety op. Ook slachtoffers van massaschietpartijen laten steeds vaker van zich horen met een roep om strengere wetgeving.

Tegelijkertijd kampt de NRA met interne strubbelingen. Een van de iconen van de club, oud-marinier en mediapersoonlijkheid Oliver North, betichtte de rest van de directie van financiële onrechtmatigheden. Hij werd op zijn beurt beschuldigd van het voorbereiden van een paleiscoup en werd uit de NRA gegooid. Het bestuur en het reclamebureau dat decennialang de mediastrategie van de NRA verzorgde, Ackerman McQueen, zijn verwikkeld in een bittere vechtscheiding.

Een Amerikaan draagt een AR-15-aanvalsgeweer dat de antiwapenbeweging al jaren wil verbieden.

Een Amerikaan draagt een AR-15-aanvalsgeweer dat de antiwapenbeweging al jaren wil verbieden.
Een Amerikaan draagt een AR-15-aanvalsgeweer dat de antiwapenbeweging al jaren wil verbieden.

Een Amerikaan draagt een AR-15-aanvalsgeweer dat de antiwapenbeweging al jaren wil verbieden.

Foto: Getty Images

Weinig vooruitgang door politieke wurggreep

In de nasleep van schietpartijen in Dayton en El Paso in 2019 leek zelfs de Republikeinse Partij niet langer ongevoelig voor de roep om verandering.

Voorzitter van de Senaat Mitch McConnell zei open te staan voor achtergrondchecks, die moeten voorkomen dat mensen met ernstige psychische aandoeningen wapens kunnen kopen. Dat zou de grootste uitbreiding van de federale wapenwetgeving in decennia zijn.

Sinds (en ook voor) zijn aantreden heeft president Joe Biden zich sterk gemaakt voor strengere wapenwetten. Door de politieke situatie in de VS kan een president dergelijke wetgeving niet in zijn eentje aanpassen. Grote veranderingen zijn tot op heden uitgebleven en dat komt vooral door het onvermogen van het Amerikaanse Congres om het eens te worden over federale wetgeving.

In 2021 werd door het Huis van Afgevaardigden, waar de Democraten een meerderheid hebben, een wetsvoorstel aangenomen waarmee achtergrondchecks voor alle commerciële wapenverkoop verplicht zouden worden. Het voorstel ligt sindsdien bij de Senaat, waar de Republikeinse meerderheid een stemming erover tegenhoudt.

Doordat senatoren niet bij stemmingen aanwezig zijn of tegenstemmen, zit de voortgang van de wet muurvast. Bij elke nieuwe schietpartij op een school klinkt de roep om eindelijk te stemmen steeds luider, maar tot op heden heeft de Senaat dat nog niet gedaan. Dat tot grote frustratie van Amerikaanse burgers, die volgens verschillende onderzoeken in grote meerderheid voor strengere achtergrondchecks zijn, ongeacht hun politieke voorkeur.

105

Emotionele basketbalcoach na schietpartij: 'Wanneer doen we iets?'