Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Waarom doen de kleinkinderen zo irritant als ze worden opgehaald?

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.

Opa: „Onze kleinkinderen worden vaak superirritant als de ouders hen komen ophalen na een oppasdag of -week. Ze zijn 8, 9 en 11 jaar oud. Wij zijn iets strikter dan hun ouders, en dat gaat gedurende zo’n dag of week eigenlijk heel goed. Ze luisteren prima, staan open voor een normaal, redelijk gesprek. Maar als de ouders komen, en nog even blijven plakken, lijkt het of ze hun bewegingsruimte weer opgerekt zien. Dan gaan ze enorm om aandacht vragen, reageren brutaal, praten door de ouders en grootouders heen. Met enige gêne zeg ik erbij dat we blij zijn als de ouders de kids weer meenemen. Wat gebeurt er op zo’n moment en hoe voorkomen we dat?”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Louis Tavecchio: „Grootouders en kinderen behoren tot andere ‘opvoedgeneraties’: opa is waarschijnlijk nog grootgebracht in de bevelshuishouding van weleer, zijn kinderen hebben zich een toegeeflijker onderhandelingsopvoeding eigen gemaakt waarin gestuurd wordt op harmonie, en men het vervelend vindt ‘nee’ tegen de kinderen te zeggen.

„Het kan ook zijn dat opa zich als hij oppast genoodzaakt voelt iets strenger te zijn dan normaal. Hoezeer grootouders ook van kleinkinderen kunnen genieten, het kan doodvermoeiend zijn om als zeventigplusser dagenlang de entertainer te zijn, de boel te regelen, ruzietjes op te lossen. Dan kan er de neiging zijn strenger op te treden, en wat eerder paal en perk te stellen aan het gedrag van de kleinkinderen om op die manier de eigen irritatie te voorkomen of te onderdrukken.

„Die twee verschillende ‘opvoedingsculturen’ komen samen zodra de ouders bij de grootouders voor de deur staan. Nu gaat het gezag van opa en oma voor de kinderen niet meer op. Ze wachten hun beurt niet af, maar willen, mogelijk uit enthousiasme en blijdschap, beslist een rol spelen in het gesprek.

„Opa’s veerkracht heeft na al die dagen mogelijk al een deuk gekregen, bovendien wil hij graag even met de ouders praten. Het is allemaal heel begrijpelijk.

„De vraag doemt voorzichtig op of ouders van grootouders wel kunnen vragen om meerdere dagen, of zelfs een hele week op te passen op kinderen in deze leeftijd, zeker als het oppassen een structureel karakter heeft.”

Liesbeth Groenhuijsen: „Zo’n overdracht is voor kinderen van deze leeftijd onrustig omdat het een overgangsmoment is tussen twee verschillende opvoedstijlen. Het is onduidelijk wiens regime er nu geldt: dat van hun ouders of van de grootouders. Daarnaast willen de kinderen waarschijnlijk graag even de aandacht van hun ouders, maar hebben de volwassenen mogelijk vooral oog voor elkaar. Ook vindt het ophalen vaak plaats aan de eind van de dag als de kinderen al moe zijn.

„Maak van de overdracht een ritueeltje dat begint met een langere voorbereidingstijd. Zeg: ‘Straks komen jullie ouders weer, we gaan vast rustig jullie spulletjes pakken. We leggen jullie jassen en schoenen al klaar.’ Hiermee bereid je de kinderen voor op de opwinding als de ouders voor de deur staan. Je kunt er ook iets grappigs van maken met een ‘opvoedingshoed’: opa zet de hoed af, en een van de ouders zet die op.

„Houd het moment waarop de ouders de kinderen meenemen kort: even gedag zeggen, een paar woorden wisselen en dan afscheid nemen. Bewaar het bijpraten voor een gewone familievisite.

„Geneer u niet voor uw opluchting als u de kinderen weer uitzwaait. Het is begrijpelijk en normaal dat grootouders na een paar dagen met de kleinkinderen ‘opvoedingsvermoeidheid’ ervaren.”