Techbedrijven als chipmaker AMD, Facebook-moederbedrijf Meta en elektrische autofabrikant Tesla stonden donderdag tussen de stijgers op de beurzen in New York. De bedrijven kregen er tot 4,8 procent bij. Verder ging de prijs van olie weer omlaag, na een flinke opmars een dag eerder.
Een vat Amerikaanse olie bereikte in de nacht van woensdag op donderdag het hoogste prijsniveau in ruim een jaar tijd. Aanleiding toen was het nieuws dat de voorraden bij de grootste olie-opslag van de Verenigde Staten zijn gedaald naar het laagste niveau sinds juli vorig jaar.
Maar aan het einde van de handelsdag op donderdag was een vat Amerikaanse olie 2,1 procent in prijs gedaald tot 91,74 dollar. Brentolie werd 1,4 procent goedkoper op 95,25 dollar per vat. Die prijsdaling merkten ook de grote oliebedrijven op Wall Street, die woensdag nog tussen de winnaars stonden. Zo tekenden maatschappijen als ExxonMobil, ConocoPhillips en Chevron nu minnen tot 0,6 procent.
De Dow-Jonesindex sloot de handelsdag 0,4 procent hoger af op 33.666,34 punten. De brede S&P 500 steeg 0,6 procent tot 4299,70 punten en techgraadmeter Nasdaq klom 0,8 procent tot 13.201,28 punten.
Gamestop, dat in de openingsminuten op de beurs nog een plus noteerde, daalde uiteindelijk 1,8 procent. De keten van videogamewinkels in de Verenigde Staten meldde dat Ryan Cohen aantreedt als nieuwe topman. De miljardair is een grote aandeelhouder van het bedrijf en was al voorzitter van GameStop.
Micron verloor 4,4 procent. De maker van geheugenchips presenteerde zijn kwartaalresultaten, waarin de vooruitzichten tegenvielen. Het technologiebedrijf verwacht bijvoorbeeld dat het verlies forser zal uitvallen dan kenners hadden verwacht. Dat komt onder meer door een zwakke vraag vanuit de markt voor smartphones en pc’s.
Nvidia steeg 1,5 procent. Gedurende de dag meldde The Wall Street Journal dat de Franse mededingingsautoriteit een inval heeft gedaan bij kantoren van de Amerikaanse chipmaker. De waakhond maakte de inval op woensdag al bekend, maar liet toen in het midden om welk bedrijf het ging. De actie zou volgen op een onderzoek naar “concurrentiebeperkend gedrag”, aldus WSJ.
De euro was 1,0564 dollar waard, tegen 1,0569 dollar bij het slot van de beurzen in Europa.