Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

In de fietsfile voor een gratis openluchtconcert van het Concertgebouworkest

Een hele slinger fietsers rijdt vrijdagavond de Papaverweg in Amsterdam-Noord af. Op de stoep wandelen groepjes mensen met klapstoeltjes onder de arm dezelfde kant op. Het Is net een gang naar het strand op een warmde dag. De warmte is er, maar de bestemming is niet een strand, maar een orkest. Op de NDSM-werf, op de oude Y-helling, viert het Concertgebouworkest de opening van het cultuurseizoen met een gratis openluchtconcert.

En dat al voor de derde keer. Bij de eerste keer op de Dam in Amsterdam (2021) en de tweede keer in het Amsterdamse Westerpark (2022) kon je nog denken: gebbetjes. Maar dit begint op een traditie te lijken. En dat is mooi, want het werkt ontzettend goed.

De Y-helling staat vol publiek, voor een groot deel opvallend jong. Er zijn mensen met pizzadozen en blokjes kaas, iemand ontpopt zelf zijn eigen fles champagne. Publieksbereikonderzoekers met iPads vragen her en der waar mensen vandaan komen. Het terrein moet zelfs worden afgesloten omdat het té vol wordt, al komt dat ook door zittende en picknickende mensen. Het publiek dat er niet meer bij kan, klimt meters omhoog alle containers en gebouwtjes op die om het terrein heen staan, om toch mee te kunnen kijken naar het enorme podium dat onderaan de helling is gebouwd. De achterkant is doorzichtig, waardoor het IJ en de voorbij varende boten behoorlijk sprookjesachtig het canvas vullen.

Niet alleen de locatie is opvallend om de toegankelijkheid, dat is ook het programma. Mainstream publiekslievelingen Die Fledermaus ouverture, De Moldau, de Bolero in één programma, daar zou het Concertgebouworkest minder dan tien jaar geleden de neus voor hebben opgehaald. Maar die tijd is voorbij.

Van speakers en buitenlucht heeft klassieke muziek vaak last, maar hier hebben technici erg hun best gedaan voor een zo goed mogelijk geluid. Het KCO klinkt dynamisch en aanstekelijk. Dirigent Gianandrea Noseda praat het programma snaaks aan elkaar. Absoluut hoogtepunt is Madhouse, een nieuw stuk van Xavier van de Poll (1995). Met een piano, gedempte trompet, ratelaar en snatertrombone maakte Van de Poll een eclectisch geheel van jazzy elementen die je net wel / net niet kan thuisbrengen. In niet te volgen maatsoortwisselingen citeert hij jazzklassiekers ingebed in klassieke idiomen (Stravinsky, Prokofjev) die zo snel voorbij schieten dat de grens tussen citaat en eigen materiaal vervaagt. Een heel leuk werk.

Alleen de toegift valt buiten de boot: het is sfeervol bedoeld, maar de kraakstem van popartiest en verrassingsact Kovacs biedt een te tamme Engelse versie van Jacques Brels [‘Dans le port d’]Amsterdam’. Het orkestarrangement is kleurloos. Daar kan de blusboot die achter het podium een fontein IJwater omhoog spuit weinig aan goedmaken.

Het is wrang, maar dit moois heeft ook iets sips. Moet je zien hoeveel jonge mensen het ongedwongen Concertgebouworkest in Amsterdam Noord hebben gevonden en staan te genieten van wat er gespeeld wordt. Dus echt niet alleen van de publieksfavorieten, evengoed van een minder bekend werk van Grazyna Bacewicz. Maar het is een druppel op een gloeiende plaat. Nu is het KCO weer een jaar verborgen achter prijzige kaartjes en een chic decorum.