Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Fabrieken Shell, BP en Dow zijn klimaatonvriendelijker dan die van concurrenten

Door Jeroen Kraan

Industriële giganten als Shell, BP en chemiebedrijf Dow hebben een veel grotere klimaatimpact dan hun concurrenten. De bedrijven produceren minder efficiënt, waardoor ze jaarlijks vele honderdduizenden extra tonnen CO2 uitstoten. Dat blijkt uit onderzoek van NU.nl.

Voor je auto maakt het niets uit of je bij een tankstation van Shell, BP of Esso benzine koopt. Maar de klimaatimpact van de raffinaderijen waarin die brandstof wordt gemaakt, blijkt flink uiteen te lopen. Bij elke ton aan producten uit een raffinaderij van Shell of BP komt aanzienlijk meer CO2 in de lucht dan bij een raffinaderij van ExxonMobil. Dat is het bedrijf achter de merknaam Esso.

Dat blijkt uit cijfers die NU.nl heeft verkregen met een beroep op de Wet open overheid. De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) berekent al enkele jaren de CO2-efficiëntie van de grootste uitstoters van Nederland. Daaruit blijkt hoe de uitstoot van broeikasgassen zich verhoudt tot de productie van een fabriek.

Die cijfers werden tot nu toe alleen per sector gepubliceerd. Maar NU.nl bemachtigde ook de cijfers van individuele fabrieken die onder het toezicht van de NEa vallen. Die geven voor het eerst een inkijkje in de relatieve klimaatimpact van de industriereuzen.

Grote verschillen in efficiëntie

De grote verschillen tussen de olieraffinaderijen springen in het oog. BP presteerde in de jaren 2018 tot en met 2021 ruim 28 procent slechter dan de benchmark van de Europese Commissie. Dat is een efficiëntieniveau gebaseerd op de klimaatvriendelijkste bedrijven in een sector.

Simpel gezegd: als er bij BP 1 ton CO2 de lucht ingaat, is dat bij een zeer efficiënte raffinaderij die dezelfde producten maakt 0,72 ton.

Shell zit 26 procent onder de maatstaf. De Zeelandse raffinaderij van Total en Lukoil zit hier 17 procent onder en ExxonMobil 'slechts' 15 procent.

900.000 ton CO2 extra

Die verschillen lijken misschien niet groot, maar op de enorme uitstoot van de Shell- en BP-raffinaderijen gaat het toch om flinke hoeveelheden broeikasgas. Samen zijn de olieraffinaderijen goed voor 6 procent van alle CO2 die in Nederland wordt uitgestoten.

Als de raffinaderijen van Shell en BP even efficiënt zouden presteren als de EU-maatstaf, zou dat jaarlijks zo'n 1,7 miljoen ton aan CO2-uitstoot schelen. Zelfs als BP en Shell alleen de prestaties van concurrent ExxonMobil zouden evenaren, scheelt dat ongeveer 900.000 ton CO2 per jaar. Dat blijkt uit berekeningen van NU.nl die zijn gecontroleerd door de NEa. De afname staat gelijk aan 5 procent van het totaal dat de gehele Nederlandse industrie in 2030 moet halen om aan de klimaatdoelen van het kabinet te voldoen.

Met een lagere uitstoot zouden de oliebedrijven ook veel geld besparen. Want voor hun uitstoot boven de EU-maatstaf moeten ze CO2-rechten inkopen. Die kosten momenteel bijna 90 euro per ton CO2.

'Werken aan oplossingen'

BP reageerde niet op meerdere verzoeken om commentaar. Een woordvoerder van Shell erkent dat het bedrijf "er momenteel niet goed uit komt" in de cijfers van de NEa. "We zijn hier bekend mee en werken dan ook aan oplossingen."

Volgens de woordvoerder hangt de slechte score samen met de zware olieresten die Shell zelf verwerkt, waardoor het bedrijf meer uitstoot. Maar hetzelfde geldt voor concurrent ExxonMobil, die een betere score heeft. Volgens de NEa houdt het efficiëntiecijfer al rekening met de complexiteit van raffinaderijen.

De raffinaderijen willen de komende jaren verduurzamen door CO2 uit hun schoorstenen onder de Noordzee op te slaan. Ook investeren de oliebedrijven in duurzame waterstof. Dat moet voor 2030 tot grote uitstootverminderingen leiden, al dreigt het bekendste CO2-opslagproject vertraging op te lopen door de stikstofcrisis. Uiteindelijk willen de oliebedrijven synthetische brandstoffen gaan produceren. Die veroorzaken geen CO2-uitstoot.

"Er is duidelijk werk aan de winkel", concludeert Kornelis Blok, hoogleraar energiesystemen aan de TU Delft. "De uitkomsten bevestigen mijn indruk dat er de laatste jaren weinig wordt geïnvesteerd in energiebesparing. Bedrijven beperken zich nog vaak tot maatregelen die zich heel snel terugverdienen, binnen één of twee jaar. En de transitie naar CO2-arme brandstof moet helemaal nog op gang komen."

Ook grote verschillen bij chemiebedrijven

Uit de cijfers blijkt dat ook binnen de chemiesector grote verschillen bestaan. Dow, de op drie na grootste industriële uitstoter, scoorde in 2021 zo'n 25 procent slechter dan de benchmarks die voor het bedrijf gelden. De chemietak van Shell in Moerdijk zit 19 procent onder dat niveau. De bedrijven op het Chemelot-complex in Limburg zitten gezamenlijk krap 9 procent onder de EU-maatstaf en zijn dus relatief klimaatvriendelijk.

Als Dow zo goed als de efficiëntste bedrijven zou presteren, zou dat in ieder geval vele honderdduizenden tonnen CO2-uitstoot per jaar schelen. Een exact getal is op basis van openbare cijfers niet te berekenen, aangezien het bedrijf een eigen elektriciteitscentrale op het terrein heeft staan. Die telt niet mee voor de efficiëntiescore, maar wel voor de totale uitstoot.

De meeste uitstoot van Dow komt uit de stoomkrakers van het bedrijf. In de toekomst gaan die op waterstof draaien en worden gasturbines vervangen door elektromotoren. Zo wil het bedrijf 1,7 miljoen ton CO2 minder uitstoten in 2030. "Hiermee zal de efficiëntie ruim onder de benchmark uitkomen", vertelt een woordvoerder.

Shell zegt momenteel nieuwe fornuizen te plaatsen in Moerdijk. Die moeten de uitstoot van de chemietak met 10 procent terugbrengen. Daarmee wil het bedrijf volgens een zegsman "steviger in de top van de sector" komen.

Bij Dow, Shell en Chemelot valt op dat er de afgelopen jaren geen duidelijke efficiëntieverbeteringen te zien waren. Vorig jaar concludeerde de NEa al dat hetzelfde geldt voor de Nederlandse industrie als geheel.

Kabinet maakt afspraken met grote uitstoters

Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) werkt aan maatwerkafspraken met de twintig grootste industriële uitstoters van Nederland. Als bedrijven een bindende afspraak maken om voor 2030 te verduurzamen, is het kabinet bereid ze te steunen met miljardensubsidies uit het klimaatfonds.

Dow is een van de bedrijven die al met de minister een intentieverklaring hebben getekend. Het is nog niet duidelijk hoeveel subsidie de overheid bereid is te verlenen. Adriaansens hoopt voor de zomer een definitieve afspraak met Dow te maken.

Ook Shell, BP, ExxonMobil en verschillende bedrijven op het Chemelot-terrein staan op de lijst met grote uitstoters. Met die concerns lopen nog gesprekken over klimaatafspraken, schreef de minister vorige maand aan de Tweede Kamer.

Methanolproducent scoort goed

Sommige grote uitstoters zitten wél dicht bij de Europese top, blijkt uit de nieuwe cijfers. Naast Chemelot zitten ook staalfabriek Tata Steel en kunstmestfabrikant Yara niet ver onder de Europese benchmarks: respectievelijk 7,6 en 3,1 procent in 2021. Tata Steel is de grootste industriële uitstoter van broeikasgassen van Nederland, Yara is nummer vijf.

Onder de grote uitstoters is methanolproducent OCI in Delfzijl het groenst. Het bedrijf gebruikt biogas in plaats van aardgas. Daardoor scoorde het in 2021 zelfs ruim twee keer zo goed als de bedrijven die volgens de EU het efficiëntst zijn. Zo is ruim 330.000 ton CO2 minder uitgestoten. Ook bedrijven in de Nederlandse papiersector scoren relatief goed.

Jos Cozijnsen, expert emissiehandel bij Climate Neutral Group, noemt de efficiëntiecijfers "superinteressant". Hij benadrukt dat het Europese emissiehandelssysteem bedrijven dwingt de uitstoot omlaag te brengen, omdat er steeds minder CO2-rechten beschikbaar zijn. In 2039 mag de grote industrie niets meer uitstoten. "Je ziet dat papierbedrijven als Smurfit Kappa nu al beter dan de EU-norm scoren. Die branche investeert al langer in efficiëntie."

Over dit onderzoek