Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Column: ‘Ik hoop dat politiek Den Haag eindelijk gaat inzien dat regionale kranten onmisbaar zijn. Voordat het te laat is’

Als ik het louter met een principiële bril op bekijk, zeg ik: nee. De journalistiek moet onafhankelijk zijn en blijven. Journalisten controleren de macht. Het schuurt als diezelfde macht de journalistiek steunt. Of althans, dat kan gaan schuren. Zeker in de ogen van mensen die niet weten dat journalistieke onafhankelijkheid, ook van organisaties die vrijwel volledig door de overheid in de benen worden gehouden, middels redactiestatuten in steen is gebeiteld.

Inmiddels denk ik er een stuk genuanceerder over. Prognoses over hoe kranten de komende jaren de transitie van print naar digitaal moeten doormaken, zijn daar debet aan. Fors dalende oplages van de papieren krant – in sommige gevallen meer dan 10 procent per jaar – zorgen voor dramatische omzetdalingen die bij lange na niet gecompenseerd worden door gestaag groeiende oplages van de digitale krant.

Om de komende jaren niet in de rode cijfers te belanden is stevig ingrijpen onomkeerbaar. Alleen al bij De Limburger zullen bij ongewijzigd beleid, zo hebben onze financiële mensen becijferd, tientallen banen moeten verdwijnen. Die lijn doortrekkend vrees ik dat tussen nu en 2030 op redacties van zowel regionale als landelijke dagbladen honderden journalistieke functies in gevaar komen. Dat vooruitzicht is niet alleen dramatisch voor de journalisten die het betreft, voor titels die niet meer kunnen doen wat nodig is om lezers in voldoende mate te informeren, maar vooral voor onze democratie die de waakhond van weleer langzaam ziet verworden tot een keffertje dat op zijn laatste benen loopt.

Waakhonden

Het laatste zetje om te pleiten voor steun vanuit de overheid gaf demissionair staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media. In een brief aan de Tweede Kamer stelt zij voor lokale publieke omroepen met miljoenen extra te steunen. Want, zo begint ze haar brief, ‘lokale publieke omroepen zijn de waakhonden van de lokale democratie, informeren burgers over wat er speelt in hun gemeente, jagen het lokale publieke debat aan en brengen lokale cultuur bij mensen thuis’.

Lees ook: ‘Nieuwe nieuwsbrief zet schijnwerpers vol op Limburgs amateurvoetbal’

Nu gun ik de collega’s van alle lokale omroepen het allerbeste, maar vind ik het een gotspe dat de staatssecretaris van mediazaken in haar brief aan de Kamer én in haar beleid volledig voorbijgaat aan het belang van regionale dagbladen. Het woord ‘krant’ komt er niet in voor. Het onevenwichtige beleid van Uslu zorgt voor een ongelijk speelveld en zorgt ervoor dat regionale kranten die het de komende jaren al moeilijk genoeg hebben, in hun eigen achtertuin met door de overheid gefinancierde concurrenten te maken krijgen.

Mediabeleid

In de aanloop naar een debat in de Kamer over de brief van Uslu heb ik dan ook, net als veel andere hoofdredacteuren van regionale dagbladen in Nederland, een brief ondertekend waarin om herziening van het mediabeleid wordt gevraagd. ‘De miljoenen die het kabinet vrijmaakt voor de versterking van lokale journalistiek zijn nodig. Maar door er exclusief beleid voor de lokale publieke omroepen van te maken, sluit het kabinet de belangrijkste makers van lokale journalistiek uit. Sterker nog, het kabinet maakt het speelveld ongelijker en schaadt daarmee de krantentitels, de voornaamste bron van regionaal nieuws. Daarmee slaat het kabinet de plank mis.’ Ik hoop dat politiek Den Haag eindelijk gaat inzien dat regionale kranten onmisbaar zijn. Voordat het te laat is.