Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Annus horribilis 2023 - De laatste stuiptrekking van de schrijvende aap Don Arturo (12)

Donderdag 23 maart

Vliegen van Faro naar Luton, in het kader van European Patriots. Door de douane, want Brexit. Ik krijg altijd de bibberitis zodra er iets met paspoorten is. Trillende handen, zenuwachtig gefrommel in jaszakken, dingetjes kwijtraken, zwetende oksels. Een kinderachtig trauma, opgelopen door grensovergangen in Afrika en het Midden-Oosten. Corrupte en volledig onberekenbare douaniers, soldaten, politie en geheime dienst-griezels bij de grensposten van Jordanië / Irak, Turkije / Syrië, Syrië / Libanon, Jordanië / Israël, Egypte / Israël, Algerije / Tunesië, Algerije / Marokko, Afghanistan / Tajikistan, Zambia / Zimbabwe, Benin / Togo en dan ben ik er nog een paar vergeten. Ooit 48 uur vastgezeten in het desperate niemandsland tussen Algerije en Tunesië. Ik had in Algiers een stapel boeken over de fundamentalistische islam gekocht, voor mijn doctoraalscriptie over de jihad in Algerije en het Front Islamique du Salut. Die boeken waren verboden in Tunesië en werden ter plekke onmiddellijk geconfisceerd door een gluiperige snorremans. Ik mocht Tunesië niet in, zonder dat er iets werd uitgelegd. Overgeleverd zijn aan de nukken en grillen van sadistische debielen is geen picknick. Maar dat is natuurlijk allemaal klein bier in vergelijking met de horror die Ryszard Kapuscinski doorstond in Afrika. De Pool is een van mijn  journalistieke helden, samen met Tom Wolfe, Hunter S. Thompson, Egon Kisch, Graham Greene, Albert Camus en Boris Vian.    

Weinig dingen in dit leven zijn zeker in dit leven maar mij krijgen ze niet meer naar de Maghreb, de Levant en het Midden-Oosten. Althans niet levend.

Ik kan mij nu - terwijl ik terugblik op mijn hedonistische en dus volstrekt zinloze leven, dat hoogstens dit vrijblijvende gekrabbel heeft opgeleverd - niet meer voorstellen dat ik ooit een fanatieke oriëntalist was. De term oriëntalisme komt bij de Palestijnse literatuurwetenschapper Edward Said vandaan, die in zijn beroemde boek Orientalism (1978) de westerse blik op het Oosten hekelde. Volgens Said stelt het Westen het Midden-Oosten voor als barbaars, irrationeel en verleidelijk, terwijl het Westen beschaafd, rationeel en deugdzaam zou zijn. 

In een interview legde ik uit wat mij aantrok in oriëntalisme:

‘‘Het woord van Said ging er in als Gods woord in een ouderling. Orientalism was een heerlijk boek en een zeer inspirerende grabbelton. Ik haalde de krenten uit de pap en dus bereikte Said bij mij precies het tegenovergestelde. Dankzij zijn ‘tips’ genoot ik van het oriëntalisme dat hij zo verfoeide. Ik geniet van die romantische, erotische kijk op Noord-Afrika, Egypte en de Levant. In het Bardo-museum in Tunis –  ja, waar in 2015 die islamitische terreuraanslag door mohammedaanse jihadisten is gepleegd – hangt een schitterende collectie van de Oriëntalisten en met name van Eugène Delacroix. Lekker veel dames in de hamam, de wellust en de geilheid spatten ervan af. De ‘preciezen’ bij de vakgroep Arabisch waarschuwden mij dat mustashriqin, oriëntalisten in het Arabisch, een scheldwoord was in het Midden-Oosten. Nou, daar heb ik niets van gemerkt. Zolang je maar betaalde voor al die zondige uitspattingen was er niets aan het handje.’

Toen collega-oriëntalist Sigrid Kaag een twiet van mij deelde, schreef ik een spontane liefdesverklaring aan de beste première die we nooit hadden: 

Ineens zag ik de mens Sigrid, en ik dacht: wat zou er gebeuren als ik een avondje met haar in de kroeg zou zitten, of desnoods bij haar thuis, onder het valse voorwendsel dat ik mij aanbied als social media-doctor (met stip op 5 in de top 100 van influencers!). We hebben allebei Arabisch en islam en Midden-Oosten gestudeerd, we kunnen heerlijk roddelen over het seksleven van beroemde professoren in ons vakgebied, we kunnen romantisch en nostalgisch kwebbelen over het dakterras van het Nijl-Hilton in Caïro, hotel Baron in Aleppo, het American Colony-hotel in Jeruzalem en nog veel meer. Bovendien heb ik net als Sigrid jarenlang de Palestijnse zaak gediend en ik zal haar dan ook tientallen artikelen overhandigen die dit bewijzen. Zoals dit vlammend pleidooi voor Hamas! 

Ik kan bovendien uitstekende Libanese mezze maken, want dat heb ik geleerd van Nouna, mijn hospita in Beiroet destijds. Ik schud het zo uit de mouw: tabouli, baba ganoush, hummus, falafel, kishk, kibbe, fattoush etc. etc. Ik zorg voor een schitterende rode wijn van Chateau Kefraya Comte de M uit de Bekaa-vallei, een blend van de druivensoorten syrah, cabernet sauvignon, cabernet franc en mourvèdre. Uiteraard heb ik een puike fles araq bij me, het liefst van Al Massaya, Ksarak of Chateau Nakad, en ik zorg voor heerlijke baklava bij het kopje Arabische koffie. Ik kan niet onverdienstelijk koffiedik lezen en dan ga ik vol op het orgel. Deze vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken, mensen. Ik zet na mijn erotisch getinte toekomstvoorspelling Habbaytak Bessayf van Fayrouz op en fluister in haar oortje: ‘Sigrid, wat was er gebeurd als we elkaar in de jaren tachtig waren tegengekomen op het dakterras van het Nijl-Hilton, in zo’n zwoele broeierige Caireense nacht…? Ik was in de kracht van mijn leven, een jonge God, jij was een jonge blom, en misschien hadden we dan wel twee weken naakt gezwommen in de Rode Zee en gedanst met de bedoeïenen in Sharm Al Sheik en jointjes gerookt en blindmakende whisky gedronken van het merk Black Table.’ 

Ja ja, en al die grote gedachten denk ik nu in de vertrekhal van de luchthaven van Faro. Ryanair: het begint te wennen. Twee tientjes voor enkeltje Faro - Luton.  Mijn Samsonite Paradiver is iets te groot voor handbagage en kost net als ik ook twee tientjes maar heeft geen eigen stoel. 

Het vliegtuig vertrekt warempel tien minuten te laat. Dus geen triomfantelijk trompetgeschal aan het einde van de vlucht. Er schijnen soms prijzen te vallen bij de krasloten van RyanAir, lees ik. Ik ben ooit ook nog gokverslaafd geweest, maar daar ga ik de lezer niet mee lastig vallen.  

Op het steenkoude treinstation van Luton koop ik een senior card voor de Britse Spoorwegen. Wat is het toch schitterend om oud te worden, los van de fysieke ongemakken. 

Ik herinner mij een interview met Jan Blokker, Henk Hofland en Harry Mulisch. Ze praten over ouder worden en de roze strippenkaart voor bejaarden. Blokker en Hofland weigeren die te gebruiken. Mulisch is dol op de roze strippenkaart. Naar aanleiding van de onthulling dat zowel Hofland als Blokker weigeren met een roze strippenkaart te reizen, zegt Mulisch: ‘ Ik vind ook dat er weer een persoonsbewijs moet komen. Dan zijn we weer helemaal thuis. In de oorlog kon je ook gratis van het openbaar vervoer gebruikmaken, namelijk als je jood was, als je werd opgehaald. Dan hoefde je niet te betalen. Ook de Amsterdamse tram van de Hollandse Schouwburg (verzamelplaats van Amsterdamse joden, JP) naar het station was voor niets. Gratis openbaar vervoer is best mogelijk.’

Op het treinstation van Greenwich word ik opgehaald door Patrick van IJzendoorn, de correspondent van o.a. de Volkskrant, Elsevier en de Groene Amsterdammer. We chatten al jaren en we zijn het over de meeste kwesties roerend eens: klimaat, migratie, de EU, Brexit, woke, LGBT (mijn favoriet want Liquor, Guns, Beer, Tits) plus meer van dattem. 

Meteen naar de oudste pub (1691) van Greenwich, the Plume of Feathers. De klassieke Engelse huiskamer. Tapijt op de vloer, behang aan de muur en sherry slobberende oude dames met roze haar en poedels. Coronation Street. 

Afgesproken met mijn matey Neil Syson, voormalig sterverslaggever van The Sun. Ik kwam Neil tegen in het Holiday Inn in Amman, waar we met een leger journalisten zaten te wachten op een visum voor Iraq. Operatie Desert Fox was net begonnen. Het was Ramadan, tot overmaat van ramp. Ik zat er voor Vrij Nederland, hoofdredacteur was Oscar Garschagen, bekend van verdichting. Die kwam van de Volkskrant, waar hij correspondent was en veel door zijn studeerkamer reisde, en had nog een appeltje te schillen met Joris Luyendijk, de Midden-Oosten-man van de Volkskrant. “Als je eerder dan Joris in Baghdad bent, Tuurtje, mag je declareren wat je maar wil.”

Ik heb gezwegen als het graf over de #ZevenVinkjesGate en dat pleit voor mij. Ik heb namelijk veel met Joor opgereisd door Libanon en Iran en bijna waren wij samen dus vanuit Amman naar Irak gereisd voor de Tweede Golfoorlog, ware het niet dat ik er veel eerder arriveerde. Daar kom ik subiet op terug. 

Joris vertelde mij tijdens een glaasje araq in het Holiday Inn in Amman dat ik zijn grote voorbeeld was toen hij nog studeerde, en dat vond ik zo ontroerend dat ik de beste man nooit zal beschadigen of op zijn graf ga stampen en plassen, zoals al die strontjaloerse collega’s van hem, die weerzinwekkende toetsenbordridders. Tfoe!

De rekening was al flink opgelopen in het Holiday Inn en ik liet uit verveling zelfs mijn Wibra-onderbroeken stomen.  Hoeren waren er niet, anders had ik die wel besteld op kosten van Vrij Nederland. Ik zat elke avond met Neil Syson whisky te slobberen in de hotelbar en mocht niks betalen want dat deed Rupert Murdoch, de baas van The Sun.  

Een receptionist van het Holiday Inn kende een typische rip-off-animeertent waar gezelschapsdames  peperdure nepchampagne dronken. En verdomd, de ballentent was open. Ik en Neil waren de enige bezoekers en in een oogwenk zaten 10 prachtige animeerdames aan onze tafels. Tot onze verbijstering werd er vanwege de vastenmaand geen alcohol geschonken. Wel was er rijkelijk thee met dadels, appels en sinaasappels, de duurste thee die wij ooit genuttigd hebben. Uiteindelijk kreeg ik via de fixer van Conny (dat zijn herinnering tot een zegen mag zijn) Mus het begeerde visum. Alleen al de kosten van de fixer waren 2000 dollar. 2 keer 2000, voor mij en fotograaf Geert van Kesteren. Uit dankbaarheid voor de rondjes van Neil, gaf ik hem het nummer van de fixer, en reisde we met zijn vieren naar Baghdad. Joris zou pas twee weken later arriveren. Mijn vriendschap met Neil was goud waard, zo bleek 3 jaar later. 

In de herfst van 2001 - 9/11 just happened -  kwam World Press Photo-winnaar Eyal Warshavsky, met wie ik in Israël intensief had samengewerkt, naar Maastricht. Ik woonde daar samen en was werkloos geworden na een mislukt avontuur bij dagblad De Limburger. Mijn boezemvriend uit Jeruzalem trof me volslagen lethargisch aan en helemaal naar de klote door dope en drank. Na ettelijke bacchanalen wist Eyal mij te overreden om naar Afghanistan te gaan. Nog één keer bewijzen dat je het trucje kunt, brulde mijn bloedgabber in het holst van de nacht op de Romeinse brug waar ik dope aan het scoren was bij Ruben de Suri. Na een zenuwslopende week in Amsterdam – we moesten duizenden euro’s cash bij elkaar bedelen – waren we via Berlijn, Istanbul en Kirgizië in Dushanbe, de hoofdstad van Tadzjikistan aangekomen.

One of the world’s most dangerous places stond er op de sticker in de bar van spookhotel Tajikistan. Na een avondje in een schimmige nachtclub met een juffrouw gedanst te hebben, werd ik de volgende dag volledig gekleed wakker in een stoel op mijn hotelkamer. Ik had in mijn broek gepist en de envelop met dollars in de binnenzak van mijn jas was verdwenen. De hoer had mij gedrogeerd, een wereldprestatie. Godzijdank kon ik een pak geld lenen van Neil Syson, die ik eerder in de bar was tegengekomen. Hij had voor collega’s van bijvoorbeeld The Sunday Times geld meegenomen en al het geld op zijn lichaam geplakt met tape. Ik leende 5000 dollar, en die heb ik uiteindelijk keurig terugbetaald. Aan mijn hele levensgevaarlijk Afghanistan-avontuur heb ik geen cent verdiend. 

Na eindeloos wachten vertrok ons konvooi van Tajikistan naar Afghanistan. De weg naar het front was een dodenakker met duizenden anonieme graven, uitgebrande Russische tanks en verwoeste dorpen. De stroom vluchtelingen, grijsaards, vrouwen in boerka’s en kinderen maakte mij nog banger. De Amerikaanse bombardementen waren ontzagwekkend en het regende mortiergranaten van de Taliban. Een mensenleven was hier niets waard, het mijne twee keer niets. Ons groepje buitenlandse journalisten besloot massaal Afghanistan te verlaten na de roofmoord op cameraman Ulf Strömberg. Afghanen waren zijn barak naast de onze binnengedrongen en hadden hem doodgeschoten. Toen brak ik. De expeditie was volstrekt zinloos, ik had niets bereikt met mijn verslaggeving. Omdat ik nu eenmaal de islam als specialisatie had, kwam ik in weerzinwekkende oorlogen terecht, op de been gehouden door drank, alle mogelijke drugs en blinde eerzucht. Ik was een laffe inkthoer die niets te zoeken had in die kutlanden. Een alcoholistische Kuifje met adhd. Afghanistan werd het trieste slotakkoord van mijn carrière en het definitieve einde van mijn oriëntalisme. En toen moest Brussel Eurabia nog komen. Ik trok mij opnieuw terug in Maastricht en zakte weg in een poel van drank en drugs. Langzaam krabbelde ik weer omhoog. En nu zit ik zowaar potverdorie met Neil en Paddy lekker bier te zuipen in een pub in Greenwich. 

Vrijdag 24 maart

De man met de hamer kwam, als de dief in de nacht. Ik had een heel plan gemaakt, typische Engelse plekken bezoeken voor mijn patriottenverhaal, de hondenraces, de pub van Winston Churchill. Bovendien regent het katten en honden. 

Ik moet nog 3 verhalen tikken, een interview met Patrick voor GeenStijl, een preek voor HP De Tijd, en de Portugal post. Ik ben een schrijvende aap, een inkthoer. Ik voel me hondsberoerd, en niet alleen door de kater, maar het goede aan freelancers is dat ze nooit ziek zijn want de schoorsteen moet roken. 

Ik word mettertijd steeds weemoediger en nostalgischer. Herinneringen borrelen op, vaker en vaker. Ik was in Greenwich met mijn ex-Tanja, in een vorig leven. De zon scheen, we zaten in een prachtige biertuin en we waren verliefd. Ik ging Aviv Geffen interviewen, die een nieuwe plaat aan het opnemen was in de Abbey Road-studio. Ik kende Aviv uit Israël. Hij was de absolute ster in mijn tijd. Tijdens zijn optredens was hij steevast zwaar opgemaakt; een kruising tussen Prince en Michael Jackson. Op 4 november 1959 stond hij samen met Rabin op het podium in Tel Aviv, minuten voor de aanslag. 4 november, mijn verjaardag. Ik woonde daar toen om de hoek, en hield een feestje. Het ontroerende nummer dat Geffen toen zong, Ik huil om jou, werd na de moord grijsgedraaid op MTV. Geffen is een uitgesproken peacenik, een vredesduif, hij haalde toentertijd met zijn opruiende uitspraken regelmatig de pers. Een maand na de zoveelste verkiezingsoverwinning van Netanyahu zei hij in een televisieprogramma dat alle jonge Israëli's het land moesten verlaten omdat er voor hen geen toekomst meer was onder Bibi.

Aviv was moeilijk te bereiken in Londen. Hij sliep overdag en bovendien stond er net toen ik met Tanja in Londen arriveerde, een onthullend verhaal over hem in het dagblad Yediot Achronot: Aviv zou pertinente leugens hebben verspreid over zijn carrière in het leger. Hij was een dag onvindbaar, zelfs zijn manager kon hem niet bereiken. Na veel getelefoneer kwam het toch tot een interview.

Toen het interview nog maar net begonnen was, werd hij gebeld door zijn moeder, een van de weinige personen in Israël die het nummer van zijn mobiele telefoon had. We praatten over de bewuste avond in Tel Aviv. Geffen: ‘Op die vreselijke avond ben ik volwassen geworden, heb ik mijn onschuld verloren. Het was aanvankelijk een heel vrolijke avond. Ik was de enige die een treurig lied zong, iedereen was daar verbaasd over. Eigenlijk weet ik nog steeds niet waarom ik uitgerekend op die avond “Ik huil om jou” zong. Toen ik het podium verliet klampte Rabin mij aan en zei tegen me dat ik een dappere jongen was. Seconden daarna verliet ook hij het podium. Toen ik bij het busje van de band was aangekomen hoorde ik drie schoten. Ik rook de kruitdamp maar had niet door wat er gebeurd was. Op de radio hoorde ik later dat Rabin vermoord was. Het was een horrorfilm. Ik was totaal kapot, kon het niet bevatten. Diezelfde nacht ben ik teruggegaan naar het plein en heb ik “Ik huil om jou” gezongen, samen met honderden jongeren. Niet alleen Rabin werd die avond vermoord, maar ook de vrede. De droom werd aan flarden geschoten.’

Social

Arnoud was een paar keer bij mij op visite in de Algarve. Ik denk regelmatig aan hem. 

Zaterdag 25 maart

Naar Pulborough, waar ik een ontmoeting heb met Andrew Moffat, een goede bekende van de mannen van het Vlaams Belang in het Europees Parlement. Hij is wat ze in Frankrijk noemen: une traversée du désert. Zat bij de UKIP van Nigel Farage die hij veel te links vindt en die hij steevast ‘de rattenvanger’ noemt. Moffat was een spindoctor voor rechtse fracties in Brussel en hij kent iedereen. Hij lijkt mij een goede kandidaat voor European Patriots. Zijn grote voorbeeld is Enoch “rivers of blood - Powell, de zeer excentrieke en zeer Britse politicus.  Matthew wacht me op het stationnetje van Pulborough op in een groene Rolls Royce Silver Cloud. Hij vertelt me dat het enige geluid in zijn auto wordt veroorzaakt door het klokje. We lunchen in zijn favoriete pub the Rising Sun, die volstroomt met ruiters, wandelaars en heel, heel veel honden, drinken een whisky in zijn indrukwekkende landhuis en toeren daarna rond. 

Een stukje uit het interview dat a.s. zaterdag op GeenStijl komt: I met Enoch Powell several times when I was much younger, when I heard him speak at dinner events. I held several conversations with him.  

Enoch Powell is probably my favourite British politician of the post-war era. He was the youngest Brigadier, at the age of 28, in the British Army. He was a Greek and Latin scholar. In the 1960s Enoch Powell was a member of Opposition Leader, Edward Heath's Shadow Cabinet. However, on 20th April, 1968, he sounded the alarm on mass immigration into this country at a meeting of his constituency party, in what became known as the 'Rivers of blood speech', in which he referred to the River Tiber flowing with blood.  "Those whom the Gods wish to destroy, first they make mad.  We must be mad, literally mad, as a nation to be permitting the annual inflow of some 50,000 dependents, who are for the most part the material of the future growth of the immigrant-descended population. It is like watching a nation busily engaged in heaping up its own funeral pyre.”  Powell demanded the repatriation of the immigrant populations to their homelands. Powell would be horrified to discover that in recent years immigrations has been running at 500,000 into Britain, per annum.

Met de trein terug naar Greenwich. Regen. Meteen in bad gaan liggen bij Patrick, veel thee en pijnstillers. Ik voel me stokoud.

Social

Zondag 26 maart. 

Slecht geslapen. Keelpijn, strottehoofd, maagzuur. Ik kan goed tegen pijn, maar dit is verontrustend, echt verontrustend. Ik heb een kaartje gekocht van station Maze Hill naar Aberystwyth in Wales, met mijn senior card. Profijt! Een kaartje is een understatement, want ik krijg een heel pakket. Haze Mill naar London Tower, London Tower naar Euston, Euston naar Crewe, Crewe naar Shrewsbury, Shrewsbury naar Aberystwyth. Om gek van te worden. Als ik de metro pak op London Tower, werkt het kaartje niet. Overal zoeken, alle kaartjes vallen op de grond, en gelukkig doet een mannetje in een oranje vestje het poortje open. Op zo’n moment draai ik even door en voel ik me een bejaarde, een hulpeloos, debiel oudje. Als ik in Euston de trein naar Crewe wil pakken, wordt ik tegengehouden door een jongen in een jasje die  sprekend lijkt op de zanger van Sad Sweet Dreamer. Marcel King is helaas niet meer onder ons. 

Zijn dubbelganger is onverbiddelijk. Ik heb niet het juiste kaartje. Ik heb nog tien  minuten en ren naar het loket. Alle zakken leeg, en jawel hoor,  heb ik die ticket in mijn paspoort zitten. 

Trein staat een uur lang stil voor Milton Keynes Central. Omroepster: “Een extreem gewelddadig type heeft huisgehouden in de trein die voor ons staat. De politie moet komen, we kunnen niet het station inrijden”. Het is zondagochtend elf uur, wat is dat voor mafkees die helemaal aap gaat in een trein. 

Het is steenkoud in Aberystwyth als ik na zes uur treinen arriveer, maar de helft van de lads loopt in korte broek en t-shirt. Het is een universiteitsstadje en veel huizen aan het strand herbergen studenten. Alle ramen staan wijd open. Buiten drinken studenten - nogmaals, het is amper 6 graden - bier op het strand. Wat is dat toch? Een jaar geleden was ik in Blackpool en daar liepen allemaal gillende bakvissen in minirokjes. 

Op internet vind ik deze verklaring:  the shorts-only tradition may stem from the antiquated custom of “breeching,” which dates back centuries in the U.K. Traditionally, he said, young British boys were dressed in gowns for the first few years of their lives, until being “breeched” and graduating to short trousers. En hier een nog een verklaring

Overal in het stadje walmen van oud frituurvet en vis. De pier ziet er uit of die iedereen moment kan instorten. Het is net een van de pieren van Blackpool: Eén grote gokhal, een snookerruimte, een intens gore pub vol dronkelappen en een rookterras buiten met nepbomen met plastic bloesem. In dit soort oorden googel ik meteen naar Aziatische restaurants. Die zijn er altijd en overal in het VK, net als curryhutten. Decent pub food is een optie, maar ik kan en wil even geen drank zien. Veel hippe vegan restaurantjes, niet geheel in de geest van Welshness. Studenten dus. In mijn kamer in het Pier Hotel ligt in het mandje met theezakjes een setje oordopjes. Op een stencil staat: trek de gordijnen goed dicht tegen geluidsoverlast. Het is muisstil op straat, maar misschien zit er een disco om de hoek. Dat moet ik even uitzoeken op TripAdvisor. En jawel: “We arrived to a lovely welcome and were shown to a beautiful and clean room with everything we needed. However, it’s currently 11.34pm and the noise coming from the bar downstairs is unbearable. Completely unbearable. I have no idea what time it will end but it’s impossible to sleep through. Do not book”!

En: “We messaged at the point of booking to ask if it was ok to bring our dog & received a reply to say that was fine. Upon check out we were accused of not telling them we had a dog with us & additional payment was demanded for the dog. I had thought this had been paid with the rest of the booking. I agreed to pay but as it was only £5. Even when I showed the owner the messages regarding the dog, she did not apologise. Her manner was really rude and accusatory. Be warned if you do choose to stay here that there is a lot of noise from the bars and take aways on the street. Ear plugs are provided in the room.”

Maar het kan nog veel erger. Het Britannia Hotel in Bournemouth is al 12 jaar op rij het slechtste in het Verenigd Koninkrijk, een hele prestatie! 

Maandag 27 maart

De zon schijnt zowaar. Een vroeg interview met Carol Jenkins, een Welshe activiste,  in het kader van Europese Patriotten. Daarna verder treinen. Op het terras van het station in Aberystwyth een ranzige Wetherspoon pub, bomvol met mannen in korte broeken die pints of lager en Guinness naar binnen klokken. Op maandagochtend! Ik pak de trein naar Holyhead, waar ik de volgende dag de boot naar Dublin neem. Het treinpersoneel is zoals overal in the UK, aardig en behulpzaam. Dat is wel anders in mijn Portugal, waar overheidspersoneel en alles wat een uniform en een pet draagt, de klant alleen maar angst inboezemt. 

Ik stond met Komrij-biograaf Arie Pos eens op het station van Entroncamento en toen ontstond dit typisch Portugees-Kafkaesque toneelstukje

Arie: “In de spiksplinternieuwe, met veel gemeen sla-groen versierde reizigerswinkel met zeven balies, moesten we een nummertje trekken om dat kaartje te kopen. Alleen de balies 2 en 7 waren bezet en juist toen ik het nummertje trok stapte de man achter balie 7 op. De teller stond op 386 en wij hadden nummer 388.”

Arthur: “Tot zover nix aan de handa, om maar met Gerard Reve te spreken. Maar de lezer die Portugal op zijn duimpje kent, voelt nu al nattigheid.”

Arie: “Na ons was een jong stelletje studenten binnen gekomen dat nummer 389 trok. Een dame kwam achter balie 6 zitten en tikte de volgende klant in, nummer 387 balie 6. Die bleek niet aanwezig. Ze tikte door: 388 balie 6. We stapten naar voren, maar inmiddels was nummer 389 balie 6 op de klantenteller verschenen. Ze wilde ons niet helpen en stuurde ons weg – nummer 389 was aan de beurt. Het meisje van het stel zei dat we eerder waren en dat het onze beurt was. De baliedame hield voet bij stuk: nee, nummer 389 was aan de beurt. Ook wij zeiden dat we aan de beurt waren, maar de dame was niet tot andere gedachten te brengen: 388 is al geweest, nu is 389 aan de beurt. Ze keek verwilderd om zich heen en gebaarde naar het meisje dat ze naar voren moest komen. Het meisje en ik zeiden dat ze ons niet langer moest laten wachten maar gewoon kaartjes moest verkopen.

“Nu keek ze ons boos aan met een gebaar van ‘ik gooi het bijltje erbij neer.’ Het meisje vroeg of ze eerst ons alstublieft een kaartje wilde verkopen, want zij en haar vriend waren na ons aan de beurt en wilden ook nog met de trein mee. Ze vond het geen probleem dat wij ‘voorgingen’. ‘Alstublieft’ en ‘laten voorgaan’ bleken verlossende woorden die een mental reset bij dame veroorzaakten en eindelijk verkocht ze ons het kaartje. Ik bedankte de dame en het meisje omstandig voor hun beider gunst. Onder het weglopen zei het kennelijk nogal linkse meisje tegen me: ‘Meer dan vijftig jaar dictatuur en bureaucratie zitten diep.'”

Bij de dood van Wim de Bie

Social

Deze column is pas drie jaar oud, maar zou nu niet meer geplaatst worden in de woke Volkskrant. Tel het aantal foute woorden!

Ik heb zowaar weer een krantje gekocht, voor in de trein. Ik ben dol op lokale faits divers. Wat te denken van deze: Tomos Evans, of Fferm Tyn y Gornel, Happy Valley, pleaded guilty to possession of 0.34g of herbal cannabis in Aberystwyth on 22 January this year when he appeared before Aberystwyth magistrates last week. The 36-year-old was handed a 12 month conditional discharge and must pay £85 costs.

Een derde gram wiet! Nou ja! Vandaag helaas geen schapennieuws daar (de bijnaam van de Welsh is sheep-shaggers)  dus maar een oudje van de Cambrian News, in het genre: er stak een kip de weg over.

Social

En een leuk liedje van de Dikke Lul Band!

Mijn uitgever Otto Wollring kreeg het op zijn heupen en gaat mee naar Ierland en Schotland. Hij zit al op de boot van Hoek van Holland naar Harwich, en rijdt dan in één ruk door naar Holyhead. Erin go Bragh!