Het is vandaag de 50ste verjaardag van de kerncentrale Borssele. Waar in de jaren jaren 70 en 80 volop verzet was, is het denken een halve eeuw later gekanteld. Veruit de meeste partijen die meedoen aan de verkiezingen van komende maand willen meer kernenergie en zien dat ook echt als verkiezingsthema. Dat is een radicale ommekeer.
De Kerncentrale Borssele, in de Zeeuwse gemeente Borsele, werd op 25 oktober 1973 in gebruik genomen en stond lange tijd bij veel mensen in een kwaad daglicht. Mensen vonden (de straling van) kernenergie gevaarlijk en vreesden ongelukken. Vooral in de jaren 80 werd er hard actie gevoerd, ook bij Borssele en de tweede kerncentrale in Dodewaard, die Nederland toen nog had.
Er zijn meerdere pogingen gedaan om Borssele dicht te krijgen. Maar allemaal tevergeefs. Een jaar na de kernramp in Tsjernobyl (1986) in de toenmalige Sovjet-Unie liep een meerdaagse blokkade van de kerncentrale Borssele uit de hand. Agenten van de Mobiele Eenheid leverden een veldslag met de harde kern van de anti-kernenergiebeweging. Er vielen 60 gewonden. De actie staat te boek als het laatste grote protest tegen kernenergie in Nederland.
De weerstand tegen kernenergie bleef wel bestaan. Ingegeven door de ramp bij het Japanse Fukushima (2011) besloot de politiek dat de kerncentrale bij Borssele uiterlijk in 2013 dicht moest. Een eerdere poging tot sluiting was in 1997 gestrand bij de Raad van State. En ook dit keer kwam er niets van terecht. De deadline werd eerst naar 2034 verplaatst en is inmiddels helemaal van de politieke agenda verdwenen.
Fossiele brandstoffen
Want het denken over kernenergie is langzamerhand steeds positiever geworden. Vooral door het besef dat fossiele brandstoffen (steenkool, olie en aardgas) sterk bijdragen aan de opwarming van de aarde en dat er moet worden gekeken naar meer duurzame vormen van energievoorziening.
Het huidige demissionaire kabinet besloot dat de kerncentrale langer opengehouden moet worden en dat gekeken moet worden naar de bouw van twee nieuwe kerncentrales, die ook in de gemeente Borsele moeten komen.
Het is aan het komende kabinet om daar de knoop over door te hakken, maar alles wijst erop dat Den Haag in de toekomst meer kernenergie wil. Uit de verkiezingsprogramma's blijkt dat inmiddels bijna alle partijen daar positief tegenover staan en dat is een radicale verandering. In de 2017 pleitte alleen de SGP expliciet voor kernenergie, maar bijna alle partijen hebben dus een ontwikkeling doorgemaakt.
Moet kernenergie worden uitgebreid of niet?
Wat vinden de partijen? | |
VVD | ja |
D66 | ja |
PVV | ja |
CDA | ja |
SP | nee |
GroenLinks-PvdA | nee |
Partij voor de Dieren | nee |
ChristenUnie | ja |
Forum voor Democratie | ja |
BBB | ja |
SGP | ja |
Denk | ja |
Volt | ja |
JA21 | ja |
BIJ1 | nee |
Nieuw Sociaal Contract | ja |
BVNL | ja |
Dat geldt ook voor D66, de partij van minister Jetten voor Klimaat en Energie. Die wees kernenergie in het verkiezingsprogramma van 2017 nog af, maar staat er inmiddels helemaal voor open.
Jetten zegt daar wel steeds bij dat kernenergie een bescheiden onderdeel moet zijn van de energiemix. "Wind op zee en zon, dat worden onze belangrijkste energiebronnen. Maar voor momenten dat het niet waait of de zon niet schijnt, heb je ook CO2-vrije energie nodig en dan kan kernenergie een goede oplossing zijn."
Hij erkent dat er binnen D66 altijd veel discussie over is geweest, ook bij het vaststellen van het verkiezingsprogramma. "Maar dan zie je toch dat een groot deel van de D66'ers zegt: we moeten extra tempo maken met het verduurzamen van Nederland en dan moet je duurzame alternatieven niet uitsluiten."
Weinig tegenstanders
Het aantal uitgesproken tegenstanders in de Tweede Kamer is inmiddels op de vingers van één hand te tellen: GroenLinks-PvdA, SP, Partij voor de Dieren en Bij1. En dan nog gooien ze de deur vaak niet helemaal dicht. Zo schrijft de SP in het verkiezingsprogramma dat kernenergie "nu niet" als alternatieve energiebron kan worden ingezet, omdat er nog geen milieuveilige oplossing is gevonden voor de opslag van kernafval, dat duizenden jaren radioactief blijft.
In het College Tour-verkiezingsdebat van afgelopen zondag stond GroenLinks-PvdA-lijsttrekker Timmermans alleen in zijn afwijzing. En die draaide, zo verdedigde hij met vuur, niet meer zoals vroeger om potentiële gevaren. In tegendeel. "Ik heb niets tegen kernenergie", zei Timmermans.
Zijn bezwaren zitten hem in de kosten en de beperkte ruimte in Nederland. Hij vindt het niet verstandig om in nieuwe kerncentrales te investeren. "Het gaat om vele miljarden, er is geen bedrijf dat erin wil stappen, het moet allemaal met publiek geld gebeuren en tegen de tijd dat die dingen er staan, is de technologie zo ver dat we inmiddels bijna kernfusie hebben."
Ook bij de tegenstanders is het denken duidelijk verschoven. "Het is hartstikke goed als ze het in andere landen doen, waar wel de ruimte is", aldus Timmermans in de uitzending. "Maar wij hebben het in Nederland niet nodig."