Het aantal journalistieke mbo-opleidingen is het afgelopen decennium fors toegenomen. Inmiddels zijn er zeventien, met samen ieder jaar tussen de 100 en 200 afstudeerders. ‘Als deze opleiding niet had bestaan, was ik nooit in de journalistiek terechtgekomen.’
‘Na de havo ging ik naar de pabo, maar dat was niets voor mij. Ik wilde de journalistiek in, maar hbo was voor mijn gevoel te hoog gegrepen voor me’, vertelt Jelle Verschuuren (21).
Net toen hij vier jaar geleden aan het stoeien was met zijn studiekeuze, begon ROC Tilburg met de studie mediaredactiemedewerker. Een opleiding die studenten leert hoe ze journalistieke verhalen maken, in tekst en beeld.
Voor Verschuuren bleek het een gouden greep. Afgelopen zomer studeerde hij met elf anderen af als onderdeel van de eerste lichting. Drie van de studenten gingen na afloop naar het hbo. Drie anderen hebben inmiddels een baan, waaronder Jelle.
Tekst gaat verder onder de foto
Jelle Verschuuren: ‘Hbo was voor mijn gevoel te hoog gegrepen voor me.’
‘Bij onze opleiding loop je het hele derde jaar stage bij één bedrijf. Ik kon aan de slag bij Tilburg.com. Daar was ik perfect op mijn plek: ik ben zelf Tilburger en ook wel een beetje “Tilburg-chauvinist”. We vertellen op onze site vooral positieve verhalen van mensen en bedrijven uit onze stad. Na mijn stage kon ik blijven hangen. Ik werk nu 24 uur per week en per 1 november ga ik naar 36 uur. In doorstuderen had ik geen zin. Ik wilde aan de bak.’
Ruim 1200 mbo’ers
Inmiddels is bij het ROC Tilburg de vierde groep studenten gestart met de opleiding. Dit jaar zijn het er dertig. ROC Tilburg is een van de zeventien mbo’s die de opleiding ‘mediaredactiemedewerker’ – in de volksmond mbo journalistiek, aanbiedt. Per leerjaar telt iedere school enkele tientallen studenten. Volgens de MBO Raad, de brancheorganisatie van scholen in het middelbaar beroepsonderwijs, tellen de opleidingen samen ruim 1.200 studenten. (Zie voor meer data het kader met cijfers onderaan dit artikel.)
Tekst gaat verder onder de foto
Jelle Verschuuren: ‘In doorstuderen had ik geen zin. Ik wilde aan de bak.’
De opleiding duurt drie jaar, iedere onderwijsinstelling kan zelf accenten leggen en mede bepalen hoe de opleiding eruit ziet. Bij ROC Tilburg is het eerste jaar breed, en leren studenten hoe ze met de software van Adobe (van Photoshop tot Premiere) beeld bewerken en video kunnen monteren. In het tweede jaar gaan ze aan de slag met storytelling, datavisualisatie en branding, en doen de studenten examens in de algemene vakken. Het derde jaar draait om de examinerende stage, waarbij de studenten afstuderen op producten die ze bij hun stagebedrijf maken.
Mbo’ers zijn gewild
De mbo’ers zijn gewild door stagebedrijven, aldus docent Arold Roestenburg. Hij ontwikkelde de lessen van de Tilburgse mbo-opleiding. ‘Er zijn meer stageplekken dan stagiairs. Op onze meest recente stagemarkt waren er veertig bedrijven die een stagiair zochten en negentien stagiairs.’
De kern van onze opleiding is dat we studenten leren hoe ze een verhaal moeten vertellen
De studenten komen bij allerlei bedrijven terecht: van lokale nieuwssites en regionale omroepen en kranten, tot marketing- en communicatiebureaus. Dat niet alle studenten na afloop in de ‘harde journalistiek’ terechtkomen is volgens Roestenburg niet erg. ‘De kern van onze opleiding is dat we studenten leren hoe ze een verhaal moeten vertellen. Dat kan ook in andere branches.’
Voordelen
Op de vraag wat een journalistieke mbo-opleiding aan voordelen met zich meebrengt ten opzichte van de talloze hbo-opleidingen en universitaire studies, heeft Roestenburg zijn antwoord klaar. ‘Het netwerk dat mbo’ers meebrengen is heel anders. Ze komen zelf uit een andere omgeving, kennen daardoor andere mensen dan hbo’ers en universitaire studenten en hebben andere ervaringen opgedaan. In een vak als het onze is dat heel waardevol.’
Niet alleen de ervaring en het netwerk van de studenten is anders dan bij hbo’ers en universitaire studenten. De mbo’ers leren ook andere dingen, vertelt Irene Neesman. Ze is docent journalistiek en Nederlands, studieloopbaanbegeleider én curriculumontwikkelaar bij Firda, een opleidingsinstituut in Friesland waar drie mbo-scholen met evenzoveel opleidingen mediaredactiemedewerker onder vallen.
We zien het spellingsniveau van instromers jaar op jaar dalen
Die drie leerjaren tellen samen zeventig studenten. In het eerste jaar krijgen ze bij Firda les in ‘de hele basis van de journalistiek’. Ze leren onder andere interviewen, en maken een radio-uitzending, een tv-uitzending en een podcast. In het tweede jaar krijgen ze verdieping en extra lessen spelling (Neesman: ‘We zien het spellingsniveau van instromers jaar op jaar dalen’), en gaan ze tien weken op stage. In het laatste jaar volgt een stage van twintig weken en doen de studenten op hun stageplek eindexamen.
‘Werkgevers verwachten tegenwoordig van journalisten dat ze meer kunnen dan alleen een verhaal schrijven’, aldus Neesman. Daarom is bij de opleidingen van Firda ook de audiovisuele kant belangrijk. ‘We leren onze studenten filmen, fotografie, vormgeving, infographics maken… Daardoor zijn ze als ze klaar zijn met hun opleiding heel breed inzetbaar. En dat vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt.’
Tekst gaat verder onder de foto
Julia van den Langenberg: ‘Er zijn dingen die ik op mijn opleiding leer, waar de journalisten op mijn stage nog niet handig in zijn’
Dat is volgens Neesman ook zo bij de studenten die niet meteen na het mbo aan het werk gaan. ‘Uiteindelijk stroomt 80 procent van de studenten door naar het hbo. Sommigen gaan de richting van communicatie in, anderen kiezen voor de lerarenopleiding. Maar de meeste van onze studenten die verder leren, gaan verder met journalistiek. En zij lopen in het eerste jaar een stuk voor op hbo’ers die net van de havo komen.’
Julia van den Langenberg (19), student mediaredactiemedewerker bij ROC Tilburg, merkt nu al dat dat brede van de mbo-opleiding vruchten afwerpt. Tijdens haar stage bij de regionale krant BN/DeStem merkt ze dat ze veel heeft aan de lessen fotografie die ze volgde. ‘Bij de krant “bestellen” ze een fotograaf als je een verhaal maakt. Maar journalisten moeten ook steeds vaker gewoon zelf een foto maken, bijvoorbeeld voor online. Omdat ik daar les in heb gehad, heb ik daar al een basis in. En er zijn ook dingen die ik op mijn opleiding leer, waar de journalisten hier zelf nog niet handig in zijn. Zoals het maken van infographics.’
Zielig eendje
Als Van den Langenberg na dit studiejaar klaar is met haar opleiding mediaredactiemedewerker, staat hbo journalistiek op de planning. Al sluit ze ook niet uit dat ze gaat werken. Isa Wessels (23) koos voor beide. Nadat ze in 2020 afstudeerde bij ROC Friese Poort in Drachten (nu onderdeel van Firda), ging ze in één ruk door naar hbo journalistiek bij Windesheim in Zwolle. Ze begon ook direct met freelancen. Hoefslag, haar laatste stageplek, werd haar eerste opdrachtgever.
‘Als de opleiding mediaredactiemedewerker niet had bestaan, was ik nooit in de journalistiek terechtgekomen’, aldus Wessels, die nu in het laatste jaar van haar hbo-studie zit. In eerste instantie was ze van plan een fotografie-opleiding te gaan volgen.
Tekst gaat verder onder de foto
Isa Wessels: ‘Er waren geen boeken voor journalistieke mbo-opleidingen’
‘Bij een open dag vertelde iemand dat het heel moeilijk is om fulltime werk te vinden in de fotografie én dat fotografie ook een groot deel is van de opleiding mediaredactiemedewerker.’
Wessels begon in een klas van zo’n dertig studenten. Ze wist al vrij snel dat ze verder wilde studeren. Op het mbo kreeg ze les uit dezelfde boeken die studenten op het hbo kregen. ‘Er waren nog geen boeken voor journalistieke mbo-opleidingen’, vertelt ze.
Ik was heel introvert. Dat ben ik nu allang niet meer
‘Op het hbo gebruiken we voor een deel de boeken die ik al kende. Dat gaf me zeker in het begin van de opleiding wel een voorsprong op mijn medestudenten. Het mbo heeft me ook op een andere manier laten groeien. Ik kwam binnen als – in de woorden van een docent – een zielig eendje. Ik was heel introvert. Dat ben ik nu allang niet meer.’
Behoefte aan ‘handjes’
Wat Wessels straks wil gaan doen als ze klaar is met haar hbo-studie weet ze nog niet: het freelancen bevalt wel. ‘Maar ik heb bij mijn laatste stageplek, een regionale krant, ook een contract aangeboden gekregen. Dat is voor een parttime baan. Dat contract heb ik aangenomen en daarnaast ben ik blijven freelancen. Ik doe nu als freelancer eigenlijk alles wat ik leuk vind.’
Bij ROC Rijn IJssel in Arnhem merken ze dat veel studenten hetzelfde pad volgen als Wessels: eerst mbo en daarna hbo. ‘Maar ze gaan wel alle kanten uit’, vertelt docent en loopbaancoach Marije Klein. ‘Veel gaan er richting de lerarenopleiding of naar de communicatiekant. De hbo-opleiding creative business is onder onze studenten ook erg populair. En natuurlijk gaan er ook veel studenten door naar hbo journalistiek.’
Dat mbo-studenten uitwaaien naar diverse studies, komt volgens Klein door de breedte van de opleiding mediaredactiemedewerker. ‘Vmbo-leerlingen zijn 14 of 15 jaar oud als ze moeten kiezen welke vervolgopleiding ze willen gaan doen. Vaak weten ze dan nog niet eens wat ze willen. En dus kiezen ze voor een brede opleiding, zoals de onze. Daar kunnen ze veel kanten mee op. Ze leren bij ons niet alleen het vak, maar ook wat ze nou echt willen doen.’
Hoewel het gros van de journalisten een universitaire of hbo-opleiding heeft gedaan, is er volgens Klein in het journalistieke werkveld zeker plek voor het deel van de studenten dat na het mbo wil gaan werken. ‘Ze hebben andere competenties. Hbo’ers en universitair studenten denken analytischer. Mbo’ers zijn vooral heel erg van de handen uit de mouwen steken. Er is altijd behoefte aan “handjes”: aan mensen die dingen máken.’