Almere zoekt iets om trots op te zijn. De lokale FC?

Reportage

Almere City Zondag kan Almere City FC voor het eerst promoveren naar de Eredivisie. De ‘lelijkste stad van Nederland’ hoopt zo het negatieve imago van zich af te schudden.

Ort – tevens directeur van de Ondernemersvereniging Stadshart Almere – is druk met het organiseren van de huldiging van Almere City FC aanstaande maandagmiddag. De club uit de Keuken Kampioen Divisie kan zondag voor het eerst promoveren naar de Eredivisie. Die kans is zeer groot: alleen als Almere City met meer dan 2-0 verliest van tegenstander FC Emmen, gaat promotie niet door.

Almere is al vaker dichtbij geweest. Ort, die is gekleed in een zwarte polo met het logo van Almere City, is fan sinds het eerste uur. Hij organiseert de huldiging elke keer als zijn club de play-offs haalt. „Dit is het enige evenement ter wereld dat zeven keer is georganiseerd en nooit is doorgegaan”, zegt hij. De huldiging moet dit jaar plaatsvinden op de Esplanade, een boulevard in het centrum. Zanger René Schuurmans zal er, als alles goed gaat, ‘Laat de zon in je hart’ zingen, het lijflied van de club.

Promotie naar de Eredivisie zou een enorme opsteker zijn voor de stad. Al sinds de eerste woningen in de jaren zeventig in Almere werden gebouwd, kampt de stad met een imagoprobleem. Almere zou een kale, grijze stad zijn, zonder ziel en geschiedenis. Een stad waar, doordat de 224.000 inwoners er bijna allemaal niet geboren zijn, sociale cohesie ontbreekt.

Lezers van de Volkskrant kroonden Almere in 2008 tot lelijkste gemeente van Nederland. En vorig jaar kwam daar de negatieve publiciteit van de Floriade bovenop. De wereldtuinbouwtentoonstelling kostte de gemeente zo’n 90 miljoen euro, meer dan negen keer dan was begroot, en kampte met tegenvallende bezoekersaantallen. Het leidde in juni vorig jaar tot het aftreden van het demissionaire college van de stad.

Wie denkt dat Almere alleen maar een kale betonstad is, heeft volgens Martin Ort nog nooit een voet in de stad gezet. Het is, zegt hij, ook lastig om van een stad te houden die geen „iconen” heeft. „Geen Eiffeltoren, Erasmusbrug of Paleis op de Dam. En een stad zonder geschiedenis, wie wil daarvoor opkomen?”

Een Eredivisieclub moet het imago helpen kantelen. En de Almeerder weer trots maken op zijn stad. „Want wat denken mensen als ze aan Heerenveen denken?”, zegt Ort. „Juist. SC Heerenveen.”

In de keuken van het stadion van Almere City aan de Competitieweg 20 brengt spelerskok Tina Leotta een grote pan water aan de kook. De selectie van het eerste elftal, net klaar met de besloten ochtendtraining, eet pasta – zoals altijd de dag voor een wedstrijd. „Met tomatensaus en kipgehakt”, zegt Leotta. „Goed voor de calorieën.”

Het is voor Almere City-directeur John Bes onderdeel van wat hij „grip krijgen op een ongrijpbare wereld” noemt. Ofwel: bij een professionele voetbalclub moeten alle randzaken perfect in orde zijn. Zodat de spelers op het veld maar met één ding bezig hoeven te zijn: winnen.

In Almere zijn we nederlagen gewend

In 2010 nam de Kroonenberg Groep van de Amsterdamse vastgoedmiljardair Lesley Bamberger de club over, die destijds onder de naam FC Omniworld jaar na jaar onderaan bungelde in de Eerste Divisie. Bes werkt sinds 2016 als directeur bij de club. Een baan bij „een club die werd gezien als het lelijkste eendje van de Eredivisie in een stad waar je niet dood gevonden wilde worden”, aldus Bes. „Ik dacht: kom maar op.” Een nieuw stadion (het Yanmar Stadion, 4.500 toeschouwers) en een ambitieus vijfjarenplan moesten Almere City – de jongste betaaldvoetbalorganisatie van Nederland – Eredivisiewaardig maken.

Een foto op de werkkamer van Bes herinnert aan een moment dat Almere City er bijna was: de finale van de play-offs op 20 mei 2018, in Doetinchem tegen De Graafschap. Op de foto scoort Jergé Hoefdraad, een speler van Almere City die in augustus 2021 overleed na een schietpartij op een Amsterdams feest. Bes noemt de dood van Hoefdraad „een dieptepunt in de geschiedenis van de club”.

Toen, tijdens de wedstrijd tegen De Graafschap, waren club én stad eigenlijk niet klaar voor de Eredivisie, zegt Bes. „Vijf jaar geleden kochten mensen hier nog vooral een seizoenskaart omdat ze een keer PSV, Ajax en Feyenoord wilden zien.”

Maar de Ajax-shirts in de stad zijn in toenemende mate ingeruild voor Almere City-shirts. Het is „cult” geworden om Almeerder te zijn, zegt Bes. Ondernemers willen ineens bij Almere City horen: kaarten voor de businessclub zijn stijf uitverkocht. „Jongeren die hier geboren zijn nemen hun ouders mee naar de club”, zegt Bes. „Historie zit hier niet in de weg.”

Ook strandtenthouder Martin Ort ziet dat de tijd rijp is voor Eredivisievoetbal in Almere. En wat als het nou onverhoopt weer niet doorgaat? „In Almere zijn we nederlagen gewend”, zegt Ort. „Scherven oprapen en niet meer over hebben.”