Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Wonderbaarlijke mezzosopraan koppelde elegante helderheid aan prachtige aardse laagte

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Teresa Berganza (1933-2022) Om haar zwoele stem gold de Spaanse mezzosopraan Teresa Berganza als de ,,Carmen van de eeuw.” Ook haar interpretaties van de opera’s van Mozart en Rossini waren wereldberoemd. Berganza overleed vrijdag op 89-jarige leeftijd.

Als dé vertolkster van de rol van Carmen paarde de Spaanse mezzosopraan Teresa Berganza een elegante helderheid aan een prachtige, aardse laagte. Wanneer zij zong over de liefde „als een rebelse vogel” voelde je die verzuchting mee, omdat ze die woorden met haar timing, levenservaring en timbre een geloofwaardige, ongekunstelde air meegaf. Berganza „was de Carmen van de eeuw”, vatte dirigent Herbert von Karajan samen. Vrijdag overleed Berganza, die al in 2008 afscheid nam van het concertpodium. Ze werd 89 jaar.

Teresa Berganza, in 1933 in Madrid geboren, was een van de grote operasterren van de twintigste eeuw. Ze zong gedurende een halve eeuw in alle belangrijke operahuizen van Europa en de Verenigde Staten. Behalve om haar exemplarische vertolking van de titelrol uit Bizets opera was ze vooral geliefd om haar invulling van rollen in de opera’s van Rossini en Mozart. „Mozart is mijn Messias”, zei ze daar zelf over. „Noem me dan maar een mystica, dat vind ik niet erg. Ik heet niet voor niets Teresa.”

Berganza debuteerde in 1955 in Madrid en gooide in 1957 en 1958 internationaal hoge ogen aan de festivals in Aix-en-Provence en Glyndebourne met vertolkingen van Dorabella in Mozarts Così fan tutte en Cherubino in Le Nozze di Figaro. Ze zong die laatste rol met „een charmante mix van kinderlijke verwarring en kriebelende verlangens, in haar ogen een belofte van gevaar”, noteerde een recensent.

Optredens in Nederland

Ook in Nederland zong ze de rol van Cherubini met veel bijval: op het Holland Festival in 1961 (in Den Haag, o.l.v. Carlo Maria Giulini). Voor een recital met Spaanse liederen toog ze in diezelfde festivalzomer ook naar het Amsterdamse Concertgebouw - volgens de recensent van het Algemeen Handelsblad leverde dat zo’n show op dat het publiek „haar wel had willen verslinden van puur geluk.” Het daaropvolgende jaar was Berganza dus terug in het Holland Festival, nu voor de rol van Rosina in Rossini’s Il Barbiere di Siviglia, gevolgd door verscheidene recitals in de jaren zeventig en tachtig.

„Een trouwe schare bewonderaars reikten haar een tulband en een fles wijn aan”, noteerde NRC bij haar recital in de Amsterdamse Beurs van Berlange (1988). Berganza, inmiddels 55, was vocaal nog altijd „fantastisch”. En in 1995 was dat niet anders: de zaal „reageerde uitzinnig op de muzikale verleidingskunsten van deze wonderbaarlijke mezzosopraan, die nog altijd de spontane, vitale en sensuele uitstraling heeft van een jonge vrouw”, signaleerde NRC. In haar stem, „die de geur van zoethout, kruidnagel en wilde veldbloemen in zich leek te verenigen” klonk geen spoor van vermoeidheid door.

Hoogtepunten

De loopbaan van Berganza kende vele hoogtepunten. Zo zong ze op de openingsceremonie van de wereldtentoonstelling van Sevilla in 1992, met Placido Domingo, en bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Barcelona (ook in 1992).

Na haar afscheid van het podium in 2008 gaf ze nog wel les, in 2011, 2014 en 2018 was ze jurylid van het Elisabethconcours (die jaren voor zang) in Brussel. Berganza nam talrijke platen op, waaronder Handels Alcina met Joan Sutherland (1960), Bizets Carmen (vanaf 1977) en de andere opera’s waarin ze glorieerde, maar ook recitalalbums met Spaanse liederen en zarzuela’s.

Berganza trouwde twee keer (de tweede keer met de priester die ze voor haar scheiding had geconsulteerd) en kreeg drie kinderen.