De krapte op de arbeidsmarkt is goed te merken in de werkloosheidcijfers. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stond 3,2 procent van de beroepsbevolking in april aan de kant. Een maand eerder ging het nog om 3,3 procent, waarmee toen al sprake was van het laagste percentage sinds het begin van de metingen in 2003.
De daling van de werkloosheid onder jongeren hield net als voorgaande maanden aan. Circa 6,9 procent van de jongeren tussen de 15 en 25 jaar zat daarbij zonder werk, tegen 7,1 procent een maand eerder.
Bij de mensen tussen de 25 en 45 jaar zakte het werkloosheidspercentage met 0,2 procentpunt naar 2,5 procent. Bij de oudere werknemers vanaf 45 jaar was sprake van een minieme daling. Hier kwam het werkloosheidspercentage uit op 2,3 procent.
De werkloosheid is ondanks de coronacrisis de afgelopen twee jaar erg laag gebleven. Arbeidsmarktkenners wijten dat vaak aan de coronasteun die bedrijven door de pandemie geholpen heeft, waardoor ze niet omvielen of minder moesten besparen. Nu de coronasteun opgehouden is, verwachten experts meer faillissementen en dat kan tot meer werkloosheid leiden.
