Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Valt de vergunningverlening stil, nu het rekenmodel voor stikstofuitstoot wordt betwist?

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Rekenmodel Aerius De rechter buigt zich dinsdag over betrouwbaarheid van het rekenmodel voor stikstofuitstoot, met gevolgen voor vergunningen. Vier vragen over het rekenmodel Aerius.

Kunnen er over een maand nog natuurvergunningen worden aangevraagd? Met twee belangrijke stikstofgerelateerde rechtszaken op de rol breken er spannende weken aan voor beleidsmakers, bouwers en boeren.

Zowel de voorzieningenrechter als de hoogste bestuursrechter buigt zich over rekenmodel Aerius. Wie een bedrijf of fabriek wil uitbreiden, woningen of wegen wil bouwen of een evenement wil organiseren in de buurt van een Natura 2000-gebied, moet voor de vergunningaanvraag aantonen dat daar geen extra stikstofneerslag door plaatsvindt. Volgens de wet mag dit alleen met een berekening via Aerius.

De vraag die bij de rechters ligt, is of de uitkomsten van het rekenmodel wetenschappelijk gezien betrouwbaar genoeg zijn om Aerius te gebruiken als tool voor het verlenen van vergunningen. Mocht het antwoord in één van die uitspraken ‘nee’ zijn, dan kan dit verstrekkende gevolgen hebben voor de vergunningverlening.

De uitspraak in de eerste zaak, een kort geding bij de voorzieningenrechter in Den Haag, volgt dinsdag. De tweede uitspraak, bij de Raad van State, zal vermoedelijk ergens de komende weken worden gepubliceerd – en kan eveneens een enorme impact hebben op alle lopende en toekomstige vergunningenprocedures. Vier vragen.

1 Wat is Aerius?

Met rekenmodel Aerius kun je uitrekenen hoeveel stikstofuitstoot bouwactiviteiten of stallen veroorzaken, en waar die vervolgens neerkomt – ook wel depositie genoemd. Aerius wordt beheerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM); de software is sinds 2015 vrij toegankelijk voor iedereen om te gebruiken. In het rekenmodel kun je voor een bouwproject nauwkeurig aangeven uit welk bouwjaar de graafmachines en hijskranen komen, en welke categorie verbrandingsmotor ze hebben. Veehouders kunnen aangeven hoe modern hun stal is en hoeveel dieren erin staan.

Aerius werkt met modellen. Het maakt een inschatting van de situatie ‘op de grond’ aan de hand van ingevoerde gegevens. Het voordeel daarvan is dat je in een oogopslag kunt zien waar stikstof terechtkomt, en je daarvoor niet met prijzige meetapparatuur en kaplaarzen het veld in hoeft. Het nadeel is dat Aerius tot op de hectare kan rekenen, en op die schaal ook informatie nodig heeft. Bijvoorbeeld van het landgebruik, de gemiddelde weersomstandigheden, wind en regen en het reliëf op de grond. Omdat er niet tot op de hectare data beschikbaar zijn, wordt er met schattingen gewerkt – waarmee de uitkomsten onbetrouwbaarder worden. De uitkomsten zijn dus betrouwbaarder naarmate je verder uitzoomt. Daarover verderop meer.

Vaststaat dat een Aerius-berekening alleen niet genoeg is om een vergunning verleend te krijgen. Daarvoor heb je nog altijd een aanvullend onderzoek nodig. Overigens wordt een vergunningaanvraag in de praktijk wel geweigerd als uit de Aerius-berekening vooraf al blijkt dat de extra stikstofuitstoot van een nieuwe activiteit zorgt voor stikstofdepositie op een nabijgelegen Natura 2000-gebied.

Dat was ook het geval bij de ‘PAS-melders’, boerenbedrijven die volgens eerdere regels met een melding van hun stikstofoverschrijding waren vrijgesteld van een natuurvergunning – mits ze zouden beloven hun uitstoot op termijn terug te brengen. Toen de Raad van State in 2019 het PAS-systeem ongeldig verklaarde, kregen deze boeren ineens dwangsommen opgelegd, die gebaseerd waren op een berekening in Aerius.

2 Wat zijn de bezwaren tegen het rekenmodel Aerius?

Bij vergunningverlening gaat het om hele kleine beetjes stikstofdepositie – een enkele gram per hectare per jaar kan al het verschil maken tussen wel of geen vergunning. Critici betogen dat die grenswaarden zó klein zijn, dat je ze met Aerius niet betrouwbaar kunt vaststellen.

In 2020 onderzocht een groep wetenschappers in opdracht van toenmalig landbouwminister Carola Schouten (ChristenUnie) de wetenschappelijke basis van Aerius. Hun conclusie: de rekentool an sich deugt wel, maar wat ervan gevraagd wordt is veel te gedetailleerd – en de betrouwbaarheid is op die gedetailleerde schaal beperkt. Hoogleraar milieusysteemanalyse Wim de Vries van Wageningen University & Research, die destijds deel uitmaakte van deze commissie, vergelijkt voorspellingen over stikstofneerslag met een weervoorspelling. „Of het vandaag in de provincie Utrecht gaat regenen kan best met zekerheid voorspeld worden. Maar als de voorspelling zegt dat er tussen 14.00 uur en 15.00 uur hier in Wageningen 2 millimeter regen valt, wordt het zo specifiek dat je gaat zien dat de betrouwbaarheid afneemt”, aldus De Vries. „Het kan in werkelijkheid op die schaal behoorlijk meer of minder zijn.”

Kortom: hoe verder je ‘inzoomt’ op één specifiek geval, hoe groter de kans dat je ernaast zit. En inzoomen is voor een natuurvergunning voor een bedrijf wel nodig – daar gaat het om de vraag of er boven of onder een zeer lage grenswaarde stikstofdepositie plaatsvindt.

3 Waar draait de uitspraak bij de voorzieningenrechter om?

De partij die de zaak aanspande is Stichting Stikstofclaim. Deze stichting, die opkomt voor boeren die zijn benadeeld door het stikstofbeleid van het kabinet, verscheen op 28 februari met een gedupeerde PAS-melder uit Haaksbergen bij de rechtbank in Den Haag. De varkenshouder bleek na het sneuvelen van het PAS-systeem te veel dieren te hebben. Op basis van een Aerius-berekening kreeg hij te horen dat hij te veel stikstof uitstootte, en kreeg een dwangsom van 30.000 euro opgelegd voor elk kwartaal dat die uitstoot voortduurt.

Dat had volgens de Stichting Stikstofclaim niet op basis van een Aerius-berekening gemogen. De onzekerheden zijn volgens de stichting zo groot, dat je met behulp van Aerius niet kunt zeggen of juist dit individuele bedrijf verantwoordelijk is voor de extra stikstofdepositie. Met een kort geding tegen het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) wil de stichting afdwingen dat Aerius „in de wacht” wordt gezet.

Het verweer van het ministerie is dat Aerius de best beschikbare tool is die we op dit moment hebben. Zou die wegvallen, dan zijn er helemaal geen programma’s meer waarmee berekeningen gemaakt kunnen worden voor vergunningsaanvragen. Alle lopende aanvragen komen dan stil te liggen tot er een nieuw rekenmodel is gekozen.

4 Wat gebeurt er als Aerius sneuvelt?

Of de Haagse voorzieningenrechter in een kort geding zo ver wil gaan om het rekenmodel buitenspel te zetten, moet nog blijken. Vanwege de grote gevolgen en de complexe materie is het de vraag of de rechter op zulke korte termijn hierover kan en wil oordelen.

Waar ze wél de tijd hebben is bij de Raad van State. Bij de hoogste bestuursrechter is Aerius al twee jaar een terugkerend onderwerp. In een zaak rondom het tracébesluit ‘ViA15’, dat gaat om het verlengen van de A15 en het verbreden van de A12 bij Zevenaar, doen de rechters indirect ook uitspraak over Aerius.

Bij ViA15 draait het om de ‘afkapgrens’ voor stikstofuitstoot, die na een eerdere uitspraak van de Raad van State door de minister is verplaatst van 5 naar 25 kilometer.

Voor vergunningverlening is sindsdien alleen de stikstofdepositie binnen een straal van 25 kilometer van belang. Critici, zoals milieuorganisatie MOB, wijzen erop dat de hoogste concentratie stikstof weliswaar dicht bij de bron neerslaat, maar dat stikstof ook op grotere afstand een natuurgebied kan beïnvloeden. Aan de andere kant stelt onder meer Stichting Stikstofclaim dat buiten een straal van 1 kilometer al niet meer met zekerheid valt vast te stellen welke stikstof van wie afkomstig is.

Het is aan de Raad van State om te beoordelen of deze ‘afkapgrens’ wetenschappelijk goed genoeg onderbouwd is. Mochten de rechters oordelen dat dit niet het geval is, dan kan dat grote gevolgen hebben voor de vergunningverlening in Nederland. Alle nog lopende vergunningstrajecten moeten in dat geval opnieuw worden berekend. Ook moet er dan een nieuw model komen waarmee berekeningen voor toekomstige vergunningen gedaan kunnen worden. Het gevolg: opnieuw forse vertragingen in de vergunningverlening, wat met name gevoeld zal worden in de woningbouw, de uitbreiding van bedrijven als Schiphol en de aanleg van infrastructuur.