N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Formule 1 Lewis Hamilton won de GP van Bahrein, maar de crash van Romain Grosjean trok alle aandacht. De Fransman overleefde de vuurzee.
Lewis Hamilton finishte zondag met gemak als eerste in de Grand Prix van Bahrein, maar de echte winnaar was Romain Grosjean. De Fransman overleefde in de openingsronde de op het oog meest angstaanjagende crash in de Formule 1 in decennia. Secondenlang zat hij in een zee van vlammen, gevangen in het wrak van zijn half door de vangrail geboorde auto.
Dat Grosjean zijn ongeluk kan navertellen, zegt alles over de veiligheid van de moderne Formule 1. De crash roept ook herinneringen op aan de donkerste dagen uit de geschiedenis van de sport.
Al na drie bochten ging het zondagmiddag mis. Grosjean, als voorlaatste aan de race begonnen, wilde op een recht stuk met een snelheid van zo’n 250 kilometer per uur een stukje naar rechts opschuiven, maar had niet gezien dat Daniil Kvjat daar al reed. Zijn achterwiel raakte het voorwiel van de Rus, en Grosjean schoot direct haaks rechtsaf. Frontaal belandde hij in de vangrail.
Wat volgde, leek meer op een vliegtuigcrash dan een race-ongeluk. Grosjeans Haas-bolide brak bij de klap tegen de omheining doormidden, waardoor de brandstoftank open scheurde. De volledige inhoud, ruim 100 liter, vloog in brand.
Alan van der Merwe, de chauffeur van de doktersauto die na de start achter het veld aanrijdt, was als een van de eersten ter plaatse. Hij kon niet geloven wat hij zag, vertelde hij een uur later. „In de twaalf jaar dat ik dit doe, heb ik nooit zoveel vuur gezien bij een crash.”
Minstens twintig seconden zat Grosjean vast in het inferno. Het achterste deel van zijn auto was voor de omheining blijven staan, hijzelf zat in de ‘overlevingscel’, het onverwoestbare, van koolstofvezel gemaakte hart van de F1-wagen, dat bij de crash tussen de elementen van de vangrail was blijven hangen. Terwijl reddingswerkers hun poederblussers leegspoten op de brandende cockpit, begon Grosjean zichzelf al uit het wrak te bevrijden. „Ongelofelijk, na zo’n zware crash”, zei Van der Merwe. Met de hulp van F1-dokter Ian Roberts worstelde Grosjean zich over de verwrongen vangrail, weg van de vlammen.
De beelden van Grosjean in het vuur waren een memento aan de gruwelijke ongevallen die in de jaren vijftig, zestig en zeventig regelmatig gebeurden. Bij elke crash lag brand op de loer. De angst om vast te raken in een brandende auto was bij sommige coureurs zo groot, dat ze liever zonder gordels reden.
Toch stierven heel wat coureurs een gruweldood. Wat oudere F1-fans herinneren zich het ongeluk van Roger Williamson op Zandvoort in 1973. Hij kwam live op tv om in zijn brandende wagen, terwijl medecoureur David Purley hem wanhopig maar tevergeefs trachtte te redden.
Tegenwoordig heeft de Formule 1 het gevaar van vuur nagenoeg uitgebannen. De coureurs dragen overalls, handschoenen, balaclava’s en ondergoed van het vuurvaste materiaal nomex, waarmee ze het ruim een halve minuut kunnen uithouden bij achthonderd graden Celsius.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data64888194-1af9e5.jpg|https://images.nrc.nl/pavb5pjnHH5URsib8lfIzmshqQA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data64888194-1af9e5.jpg)
Jos Verstappen kan erover meepraten: tijdens een pitstop in 1994 spoot er benzine over zijn auto, waarna de Nederlander tien seconden lang in brand stond. Hij kwam er met een licht verschroeide neus vanaf – voor wat frisse lucht had hij het vizier van zijn helm opengezet.
Wat ook helpt, is dat de huidige F1-auto’s speciale, zeer sterke brandstoftanks hebben, zodat bij crashes eigenlijk nooit meer brand ontstaat. In 1989 gebeurde dat voor het laatst.
Misschien nog wel meer dan aan zijn vuurbestendige pak, heeft Grosjean zijn leven te danken aan de halo. Die beschermende beugel boven de cockpit kon bij zijn invoer in 2018 op veel kritiek rekenen: de halo liet F1-wagens er volgens tegenstanders uit zien als rijdende teenslippers.
Maar zondag was de halo cruciaal. Grosjeans hoofd zou zonder halo waarschijnlijk de volle klap hebben opgevangen toen zijn auto tussen de dwarselementen van de vangrail schoof. De Oostenrijker Helmuth Koinigg kon een soortgelijke crash in 1974 niet navertellen: hij werd onthoofd door het bovenste element van de vangrail.
„We zullen nooit weten wat er zonder halo was gebeurd”, zei Grosjeans teambaas Günther Steiner vlak na het ongeluk. „En dat is misschien maar beter.” Grosjean werd na de crash naar het ziekenhuis gebracht. Naast lichte brandwonden aan handen en voeten, en mogelijk een gebroken rib, mankeert hij niets.