Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Reparatie-improvisatie: in Alkmaar werken ze om de obstakels van fabrikanten heen

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Reportage

Kapotte spullen In een werkplaats in Alkmaar doen ze precies wat Brussel wil: kapotte spullen repareren in plaats van weggooien. Het is vechten tegen dure onderdelen en het gebrek aan handleidingen. „Een kick” als het dan toch lukt.

De wirwar van gekleurde draadjes en plastic buisjes die uit de zwarte koffiemachine steekt, schrikt Henk Jagtenberg (68) niet af. Het is een apparaat van het Zwitserse luxemerk Jura, model Impressa XS9 – nu alleen nog tweedehands te krijgen. Jagtenberg heeft zich als amateur-reparateur min of meer ontwikkeld tot expert koffiezetapparaten. Na enig onderzoek denkt hij te weten wat eraan mankeert. „Er moet een nieuw tandwieltje in. Dat moet ik online bestellen. Kost 10 euro.”

„Kan je dat gewoon los kopen?” Collega Ton van der Vaart (67) zegt het met enig ongeloof in zijn stem. „Nou, toppie. Gaan we dat direct doen.”

In deze werkplaats in Alkmaar, een zogenoemd Repair Café, mogen mensen kapotte spullen langsbrengen die vrijwilligers proberen te repareren. Zo wachten momenteel een blauw Senseo-koffiezetapparaat (Van der Vaart: „Hopeloze machines, die gaan heel vaak stuk”), een Bosch-boormachine en een stereotoren op reparatie. Van der Vaart is verdiept in een kapotte papierversnipperaar.

Reparatie lukt in driekwart van de gevallen, schatten de mannen, die voor hun pensioen toevallig allebei technisch onderwijsassistent waren op een school. Bij succes mag de klant een vrijwillige bijdrage in het zilveren spaarvarken doen.

Hier gebeurt precies wat Brussel graag wil: dat elektrische apparaten worden gerepareerd, in plaats van vervangen. Vorige week kwam de Europese Commissie met een voorstel dat reparatie makkelijker moet maken. Belangrijk om het doel van een klimaatneutraal Europa in 2050 te halen: nu zorgt het weggooien van kapotte, levensvatbare producten voor onnodige CO2-uitstoot, voor een berg extra elektronisch afval, en voor verspilling van grondstoffen.

De Commissie wil fabrikanten verplichten een kapot product binnen de garantietermijn te repareren in plaats van te vervangen (tenzij vervangen goedkoper is). Daarbuiten moeten fabrikanten reparatie vijf tot tien jaar na aanschaf mogelijk maken. Dit moet gaan gelden voor een beperkte lijst elektrische apparaten, zoals wasmachines, stofzuigers en beeldschermen.

Ton van der Vaart buigt zich over een kapotte papierversnipperaar. Foto Simon Lenskens

In Alkmaar weten ze precies welke obstakels voor reparatie fabrikanten opwerpen. In tegenstelling tot het tandwieltje voor de koffiemachine zijn heel veel onderdelen niet los te krijgen. In het magazijn achter de werkplaats liggen twee geel-zwarte hogedrukspuiten van Kärcher. Van der Vaart heeft ze al onder handen genomen. „Van deze was het rubbertje stuk, maar die worden los niet verkocht. Dan moet je eigenlijk een hele nieuwe kop kopen, voor iets van 70 euro.”

Lees ook dit interview met een hoogleraar: Wanneer vervang je een apparaat? ‘Laat die wasmachine zeggen: ik ga nog lekker’

In dit geval kon Van der Vaart het met een trucje toch oplossen. De andere hogedrukspuit kan niet gerepareerd worden zonder duur nieuw onderdeel. „Dan wachten mensen liever op een aanbieding bij de Praxis.”

Een andere hindernis: dat fabrikanten geen reparatiehandleidingen meer vrijgeven. Van apparaten van 25 jaar oud zijn die online makkelijk te vinden, zegt Van der Vaart. „Een platenspeler of zo. Maar niet voor iets wat je gisteren hebt gekocht.” Dus is het een hoop improviseren. Laatst had Van der Vaart succes bij een „megagrote led-tv”. De oplossing, gevonden in een filmpje van een amateur-reparateur op YouTube, bleek supereenvoudig. Als zoiets lukt, dwars tegen het systeem in, geeft dat wel „een kick”.

De maatregelen die de Commissie voorstelt, zijn er vooral op gericht dat reparatie door professionele bedrijven beter mogelijk wordt. Voor doe-het-zelvers verandert er weinig. Dat is jammer, vindt Ruth Mugge, hoogleraar duurzaam consumentengedrag aan de Technische Universiteit Delft. Bij wat goedkopere producten vinden consumenten reparatie in verhouding snel te duur. „Je gaat niet met een broodrooster naar een professioneel reparatiebedrijf.”

In het Repair Café in Alkmaar. Foto Simon Lenskens

In onderzoek zag Mugge dat de lat voor reparatie zeker bij goedkopere producten erg hoog ligt. „Bij stofzuigers denkt 60 procent van de consumenten bij een defect niet eens aan reparatie.” Mensen weten simpelweg niet waar ze moeten beginnen, zegt Mugge. „Daardoor zijn ze gedemotiveerd geraakt. Reparatie is eigenlijk soort van afgeleerd.”

Terwijl reparatie vaak verrassend makkelijk is, zegt oprichter Martine Postma van de stichting Repair Café International. Wereldwijd zijn er 2.600 Repair Café’s, waarvan 600 in Nederland, waar vrijwilligers kapotte spullen die mensen langsbrengen proberen te repareren. „Dan zit er één draadje los, dat je gewoon kan vastmaken. Of een apparaat hoeft alleen schoongemaakt te worden.”

Hoewel ze blij is dat het Commissie-voorstel, dat meermaals werd uitgesteld, er nu eindelijk is, al had ze wel graag gezien dat fabrikanten bijvoorbeeld een reparatiehandleiding openbaar moesten gaan maken. Of verplicht zouden worden om vervangende onderdelen breder beschikbaar te stellen.

Vervangende onderdelen zijn bovendien vaak duur, zegt Cristina Ganapini van de Europese belangengroep Right to Repair. „Soms duurder dan een heel nieuw product.” Ander pijnpunt aan de plannen: dat fabrikanten producten binnen de garantietermijn alléén hoeven te repareren als dat goedkoper is dan vervangen. Het Commissie-voorstel bevat „babystapjes”, vindt Ganapini, terwijl een „reparatierevolutie” nodig is.

Lees ook dit verhaal: Een kapotte Miele-wasmachine? Reparatie is er niet makkelijker op geworden

De stroom kapotte spullen zou best wat groter mogen, vinden de vrijwilligers in Alkmaar. Vandaag is er genoeg te doen, maar dat is niet altijd zo. Van der Vaart: „Dan klagen de jongens: we zitten hier te niksen.” Ze werken nu aan flyers, om meer mensen binnen te krijgen. „Wie eenmaal één keer iets heeft gebracht, komt meestal vaker terug.”

Na de koffiemachine gaat Henk Jagtenberg aan de slag met een oud petroleumstel. Met wat olie en schuurpapier heeft hij het probleem zo verholpen. Eigenaresse Joss Meester (76) komt het meteen ophalen. Ze heeft door de jaren heen inderdaad al vaker spullen langsgebracht, vertelt ze. Jagtenberg demonstreert dat alles weer werkt. „Fantastisch”, vindt Meester. Het zilveren spaarvarken krijgt 2 euro.

Foto Simon Lenskens