Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

PBL: circulaire doelen krachtiger afdwingen

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Circulaire economie Het PBL oordeelt kritisch over de circulaire economie in Nederland. Het tempo ligt veel te laag om de doelen te halen. Hoe kan dit?

28 januari 2023

Leestijd 2 minuten

De doelstellingen waren in 2016 ambitieus, maar zeven jaar later is er van de circulaire economie nog weinig terechtgekomen. Dat was de harde conclusie die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) donderdag trok, in de Integrale Circulaire Economie Rapportage die het op verzoek van het kabinet iedere twee jaar uitbrengt. Op dit tempo worden de ambitieuze circulaire doelstellingen die het kabinet maakte – in samenspraak met bedrijven, kennisinstituten en milieuorganisaties – verre van behaald.

1 Wat behelzen de circulaire doelen precies?

In 2050 moet Nederland over een circulaire economie beschikken – zo luidde de politieke ambitie die in 2016 werd uitgesproken door kabinet-Rutte III. Heel concreet is die doelstelling niet geworden, maar het kerndoel van een circulaire economie is het uitroeien van afvalstromen: alles wordt hergebruikt.

Als tussenstap heeft het kabinet zich in het ‘Rijksbrede programma Circulaire Economie’ voorgenomen in 2030 nog maar de helft van de abiotische — niet levende — grondstoffen te gebruiken. Dat zijn mineralen, metalen en fossiele grondstoffen als aardgas en aardolie. Dat gebeurt via consumptiemindering, verlenging van de levensduur van producten en vervanging van eindige grondstoffen voor duurzaam geproduceerde grondstoffen als biogrondstoffen.

2 Hoe staat circulair Nederland er momenteel voor?

In 2020 verwerkten, verhandelden en consumeerden Nederlandse bedrijven volgens het PBL voor 359 miljard kilo aan grondstoffen. Driekwart daarvan moest worden geïmporteerd. Tussen 2018 en 2020 daalde het gebruik van grondstoffen met 7 procent. Op het eerste oog niet slecht, maar volgens het PBL betreft het een incidentele afname die vooral komt door kortstondig verminderd gebruik van fossiele brandstoffen. Dat komt weer doordat Nederlanders tijdens coronalockdowns minder vlogen en auto reden. Het PBL verwacht dat het grondstoffengebruik na 2020 weer naar het oude niveau stijgt.

Met het oog op 2030 gaat het dus niet goed en heeft het er alle schijn van dat halvering van grondstoffen in 2030 niets meer dan een papieren doelstelling was. Wie uitzoomt, ziet wel dat Nederland het vergeleken met andere landen niet slecht doet. Vooral als recycleland behoort Nederland tot de Europese top. 78 procent van het in Nederland verwerkte afval wordt gerecycled en relatief weinig afval wordt gestort.

Probleem is wel dat van „hoogwaardige recycling” weinig sprake is. Materiaalstromen worden nog nauwelijks goed gescheiden, waardoor bijvoorbeeld plastic zich met andere stoffen vermengt. Resultaat van dat proces is een laagwaardige toepassing, zoals bermpaaltjes. „Maar daar hebben we er inmiddels ook genoeg van”, zegt PBL-onderzoeker Aldert Hanemaaijer. „Bij recycling moet je streven naar een gelijkwaardige toepassing.”

3 Hoe kunnen de doelen alsnog worden behaald?

Zowel het PBL als Arnold Tukker, hoogleraar Industriële Ecologie aan Universiteit Leiden, wijst naar de overheid. „Zonder beleid komt er van circulaire doelstelling niet zoveel terecht”, zegt Tukker. Hanemaaijer: „Recycling is relatief goed opgepakt, nu moeten we ervoor zorgen dat producten veel minder snel op zijn.”

Voorbeelden van „drang en dwang” waar het PBL op aanstuurt zijn verplichtende instrumenten die de overheid vooralsnog in de gereedschapskist heeft laten liggen. Het liefst ziet het PBL bijvoorbeeld dat producenten de verplichting krijgen om een minimumpercentage secundair (gerecycled) materiaal in nieuwe producten op te nemen. Hanemaaijer: „Je kunt dan zeggen: in 2030 willen we dat minimaal 10 procent van een nieuw gebouw uit een oud gebouw komt, en dat percentage mettertijd laten oplopen.”

Het PBL wil ook dat er een inputheffing komt op het gebruik van fossiele grondstoffen, zoals ruwe olie en ethyleen, voor plastics. Dat zou bedrijven stimuleren op zoek te gaan naar circulaire producten. Primaire grondstoffen zijn nu immers vaak nog goedkoper dan hergebruikte materialen.

Een belangrijk deel van de oplossing ligt ook bij productontwerp. De ecologische voetafdruk die producten achterlaten, zegt Tukker, wordt voor 80 procent bepaald tijdens het ontwerp. Het verschilt voor recycling nogal of een plastic flesje bestaat uit achttien verschillende soorten plastic of uit twee. Een stuk elektronica is makkelijker te repareren als de onderdelen aan elkaar zitten met een klikverbinding in plaats van met lijm. Hanemaaijer: „Ook dat kan de overheid afdwingen. Je hebt hele ambitieuze doelen gesteld, die ga je niet halen zonder serieus beprijzen en normeren.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 28 januari 2023