Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Parlementsverkiezingen tonen wankele driedeling in Frankrijk

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Analyse

Eerste ronde Macrons partij en haar partners lijken de grootste groep te blijven in de Assemblée Nationale, maar verliezen mogelijk de absolute meerderheid.

Het Franse parlement bestaat de komende jaren uit drie kampen en president Emmanuel Macron blijft als zonnekoning boven deze driedeling staan – maar minder stabiel dan voorheen. Dat is de belangrijkste uitkomst van de eerste ronde van de parlementsverkiezingen, deze zondag.

De kandidaten van Macrons centrum-partij Renaissance en zijn politieke partners (verenigd in de groep Ensemble!) zullen volgens een peiling van IPSOS en Sopra Steria 255 tot 295 van de 577 parlementszetels bemachtigen. Hiermee lijkt het erop dat zij de grootste groep blijven in het parlement, maar het is mogelijk dat Macron de absolute meerderheid die hij de afgelopen jaren genoot (289 zetels) verliest. Het tweede politieke blok bestaat uit de (radicaal-)linkse partijen die zich de afgelopen weken onder de vlag Nouvelle Union populaire, écologique et sociale (Nupes) hebben verenigd. Zij kunnen volgens de peiling op 150 tot 190 zetels rekenen.

Het rechtse, derde blok is beduidend kleiner. De conservatief-rechtse Les Républicains (eerder UMP, bekend van oud-president Sarkozy en presidentskandidaat Pécresse) en partners zouden op 50 tot 80 zetels kunnen rekenen. Dit is beduidend minder dan in 2017 (136 zetels) maar de blamage is minder groot dan bij de presidentsverkiezingen waarbij Pécresse nog geen 5 procent van de stemmen wist te behalen.

Het rechts-populistische Rassemblement National van Marine Le Pen staat op 20 tot 45 zetels. Dat lijkt weinig, maar is flinke een toename gezien in 2017 slechts acht RN-leden werden verkozen, inclusief Le Pen. De veelbesproken radicaal-rechtse oud-presidentskandidaat Éric Zemmour verloor in de eerste ronde in Le Var.

Over een week gaan de Fransen opnieuw naar de stembus, waarna definitief duidelijk wordt hoe de Assemblée Nationale er de komende vijf jaar uitziet.

Lees ook deze analyse van de presidentsverkiezingen: Frankrijk kiest met wasknijper op de neus voor continuïteit

Sinds de presidentsverkiezingen eind april, waarbij Macron dankzij proteststemmen tegen Le Pen werd herkozen voor een tweede termijn, vreesden de macronisten dat zijn tegenstanders dit weekend bij de stembus met hem zouden afrekenen. Als de president zijn meerderheid in de Assemblée verliest, moet hij samenwerken met een premier van een andere politieke kleur. Daarmee zou het een stuk moeilijker worden voor Macron om zijn beleid door te voeren.

Vooral de linkse alliantie Nupes, onder leiding van de radicaal-linkse oud-presidentskandidaat Jean-Luc Mélenchon (La France Insoumise), stuurde de afgelopen weken aan op een dergelijke cohabitation. Mélenchon doopte de parlementsverkiezingen om tot de „derde ronde” van de presidentsverkiezingen en schoof zichzelf naar voren als gedroomde premier. De LFI-voorman wist de andere linkse partijen over te halen zich achter hem te scharen, omdat er alleen zo een kansje was dat er een linkse premier zou komen. Mélenchon premier ministre was in linkse kringen de afgelopen weken een veelgebruikte leus.

De kans dat Nupes daarin slaagt, is nihil. Het is de vraag wat er nu zal gebeuren met de linkse alliantie. Het is historisch te noemen dat de linkse partijen samenwerken, maar er is geen enkele garantie dat de verbintenis de komende jaren standhoudt. De partijen hebben grote onderlinge meningsverschillen, onder meer op het gebied van EU- en klimaatbeleid, en vooral socialistische en communistische kiezers zijn volgens peilingen weinig trouw aan het nieuwe Nupes. Hierbij speelt mee dat prominente leden van deze partijen, onder wie de socialistische oud-president Hollande, zich zeer kritisch hebben uitgelaten.

Lees ook: Radicaal-links belooft invloed in Frankrijk, maar aanhangers zijn sceptisch

Met de uitslag van de eerste ronde van de parlementsverkiezingen wordt het voorlopige einde van het links-rechts-tijdperk in Frankrijk nog eens onderstreept. Zoals politicoloog Jérôme Fourquêt onlangs uitlegde bij BFM TV: voor de komst van Macron was Frankrijk „een maatschappij die bestond uit twee silo’s: het linkse Frankrijk en het rechtse Frankrijk”. Binnen deze silo’s waren de sociale groepen, op basis van onder andere opleidingsniveau, werkveld en grootte van de woonplaats, ongeveer evenredig gerepresenteerd. Maar sinds 2017 is politiek Frankrijk meer te vergelijken met een tompouce, aldus Fourquêt. „Er is een ‘hoog’ Frankrijk en een ‘laag’ Frankrijk”, op basis van sociale en economische klasse. Het eerste wordt gerepresenteerd door président des riches Macron en Pécresse, het tweede door ‘volkskandidaten’ Le Pen en Mélenchon.

Zondag valt ook het grote aantal thuisblijvers op: 52,8 procent van de Fransen koos ervoor geen stem uit te brengen. Dat is het laagste opkomstpercentage bij deze verkiezingsronde ooit. Onverwacht is het echter niet: ook bij de presidentsverkiezingen was er een bijzonder lage opkomst en al jaren toont onderzoek na onderzoek dat de politieke betrokkenheid van Fransen afneemt.

Lees ook dit profiel: Macron kiest een loyale technocraat en een keiharde werker als premier