N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Verliezen Omdat het onduidelijk blijft of het kabinet de verliezen in het OV dit najaar zal compenseren, dreigen er forse ingrepen in de dienstregeling.
Openbaar vervoerbedrijven bereiden zich voor op een forse bezuinigingsoperatie waarbij treinen-, bus-, tram- en metrolijnen metro’s op grote schaal minder gaan rijden of zelfs helemaal gaan verdwijnen. Daarbij wordt uitgegaan van een krimp van het huidige vervoersaanbod die kan oplopen tot veertig procent van het huidige aanbod.
De noodscenario’s worden gemaakt omdat het nog steeds onduidelijk is of het ministerie van Financiën na de zomer nog de exploitieverliezen in het openbaar vervoer voor haar rekening neemt. Daar was vorig jaar een bedrag van 1,5 miljard euro mee gemoeid, zo’n 370 miljoen euro per kwartaal. Maar die regeling, de zogenaamde beschikbaarheidsvergoeding, loopt tot oktober dit jaar. Voor de periode daarna zijn geen toezeggingen gedaan.
Sinds de coronacrisis zakte het passagiersaanbod in het openbaar vervoer tot gemiddeld 40 procent, maar de vervoersbedrijven moesten in opdracht van het kabinet de dienstregelingen zoveel mogelijk intact laten. De onvermijdelijke exploitatieverliezen zouden door het Rijk gecompenseerd worden.
Vorige maand liet Hoekstra, in reactie op de zware verliescijfers van NS over 2020 (2,6 miljard euro) al weten dat NS ‘maar minder treinen moest inzetten’. Want het volhouden van de dienstregeling was volgens hem ‘op termijn gezien financieel gezien niet mogelijk'. Hij was nog wel in gesprek over aanvullende steun, „maar het is aan NS om de organisatie weer financieel gezond te maken”, zei hij in de Volkskrant.
Sindsdien is het onduidelijk waar openbaar vervoerbedrijven na de zomer op kunnen rekenen. „Over het wel of niet voortzetten van de beschikbaarheidsvergoeding is nog geen besluit genomen”, zegt een woordvoerder van Van Veldhoven desgevraagd. Daarom worden nu „verschillende scenario’s uitgewerkt en doorberekend, zodat het kabinet hier een weloverwogen beslissing kan nemen.”
In april wordt er verder gepraat met de gemeentelijke vervoersbedrijven. Die vrezen een ‘kaalslag’ in het openbaar vervoer als staatssteun komend najaar uitblijft. Met name in de grote steden, waar de stadsvervoerbedrijven GVB, RET en HTM tot voor de coronacrisis nagenoeg subsidievrij rijden en afhankelijk zijn van betalende passagiers, moet dan fors gesneden worden in de dienstregeling.
„Amsterdam bereidt zich, als staatssteun uitblijft, op een afschaling van het openbaar vervoer met eenderde, aldus vervoerswethouder Egbert de Vries (PvdA). Dat betekent voor volgend jaar het schrappen van bus en tramlijnen, het opschorten van investeringen en het mogelijk ontslaan van personeel.
Het passagiersaanbod is in de hoofdstad gekelderd tot 30 procent van het niveau vóór de coronacrisis. „Maar we moeten nu begroten en de dienstregeling voor volgend jaar op orde maken. Schrappen in de dienstverlening is dan onvermijdelijk,” aldus De Vries. Volgens de wethouder resteert er volgend jaar dan nog een verlies van zo’n 100 miljoen euro. „Zonder steun van de regering komen we er niet uit. Daar moeten nu prioriteiten gesteld worden.”
Het openbaar vervoer in Rotterdam en Den Haag stevent dan af op een tekort tot 2030 van 1,2 miljard euro, aldus Marc Rosier, wethouder in Zoetermeer en portefeuillehouder verkeer en vervoer van de Metropoolregio Rotterdam/Den Haag. „Dat kunnen we zelf niet dekken, dan krijg je bizarre bezuinigingen. Pijnlijke ingrepen in het openbaar vervoer zijn dan onontkoombaar.”