Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Ook na bloedbad op Texaanse school stevenen de VS af op méér wapens

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Analyse

Vuurwapengeweld VS Weer worden de VS opgeschrikt door een schutter die een bloedbad aanricht, dit keer op een basisschool in Texas. Weer blijft de kans op strengere wapenwetten gering.

Tien dagen na de schietpartij in Buffalo, New York, (tien doden), tien jaar na de aanslag op de Sandy Hook-basisschool (26 doden, onder wie twintig kinderen) treuren de Amerikanen opnieuw om onschuldige slachtoffers van vuurwapengeweld. Een achttienjarige man schoot dinsdag ten minste negentien kinderen en twee volwassenen dood op een basisschool in Uvalde, Texas, een plaatsje tussen San Antonio en de Rio Grande. De politie doodde vervolgens de schutter. Het was een inwoner van dat plaatsje, die volgens de gouverneur waarschijnlijk eerst zijn grootmoeder had doodgeschoten en daarna naar de school was gegaan, zoals de moordenaar naar Sandy Hook ging nadat hij zijn moeder had gedood.

In de uren daarna volgden de rituelen waar Amerika meer dan welke andere natie ter wereld aan gewend is geraakt: een gouverneur die de bewoners van zijn staat aanspoort „elkaar te steunen”, een president die uit de Bijbel citeert, progressieve politici die wijzen op het lugubere gemak waarmee potentiële moordenaars in de VS aan een vuurwapen kunnen komen, Fox News dat zegt dat progressieve politici „misbruik maken van de massale schietpartij om betere controle op vuurwapens te eisen en Republikeinen aan te vallen”.

En daarmee begint het aftellen naar de volgende schietpartij. De website gunviolencearchive.org telde er vijftien in de tien dagen tussen Buffalo en Uvalde – waarbij de definitie is: vier of meer mensen tegelijk gewond of gedood door een vuurwapen. In zijn toespraak in reactie op de aanslag van dinsdag zei president Biden dat er in de tien jaar sinds de moordpartij op de Sandy Hook basisschool, december 2012, meer dan 900 incidenten zijn gemeld waarbij in een school werd geschoten. „Als land moeten we onszelf afvragen: wanneer gaan we in godsnaam iets doen tegen de wapenlobby?”

In Bidens wanhoop klinkt de echo van zijn voor-voorganger, president Obama, die zich in de wake voor de slachtoffers van Sandy Hook afvroeg of het land wel voldeed aan wat iedere verantwoordelijke ouder als eerste taak ziet: zorgen voor je kinderen. „Kunnen wij als natie oprecht zeggen dat we onze kinderen, ál onze kinderen beschermen tegen leed?” Hij had erover nagedacht en het antwoord was: nee. „We kunnen dit niet langer dulden. Deze tragedies moeten eindigen. En daartoe moeten wij veranderen.”

Negenhonderd vuurwapenincidenten op scholen verder, twee presidenten later, geregeerd door Democratische of Republikeinse meerderheden, moeten de Amerikanen nog steeds hetzelfde antwoord geven op de vraag van Obama. Dezelfde Republikeinse gouverneur die dinsdag met de slachtoffers mee rouwde, houdt dit weekend een toespraak op het congres van wapenlobby NRA in de Texaanse stad Houston.

Tot en met de jaren zestig dacht de NRA als organisatie mee met politieke voorstellen om het wapenbezit te reguleren. Daarna is het een lobby geworden die elk voorstel daartoe ziet als een manier om het Tweede Amendement op de grondwet aan te tasten. In dat amendement is het recht om wapens te dragen geregeld. Door Republikeinse politici wordt het doorgaans „een van God gegeven recht” genoemd.

Dezelfde Republikeinse gouverneur die dinsdag met de slachtoffers mee rouwde, houdt dit weekend een toespraak op het congres van wapenlobby NRA in de Texaanse stad Houston

Hun opvattingen hierover worden misschien gevoed door genereuze donaties van de NRA, maar voor de overtuigingskracht maakt dat weinig uit. Het wapenbezit is een van de thema’s die in de gepolariseerde Amerikaanse maatschappij is gestold en uitgehard tot een dogma. In Florida belooft gouverneur Ron DeSantis, alom gezien als een serieuze Republikeinse presidentskandidaat, nog voor het eind van zijn ambtstermijn een wet in te stellen die het burgers mogelijk maakt altijd wettig een wapen te dragen, ook als zij daar geen vergunning voor hebben.

De grondwetstekst over het wapenbezit is ambivalent. Het al dan niet lezen van een komma in de ene zin die het amendement lang is, bepaalt het verschil tussen een recht op vuurwapenbezit voor een „goed-gereguleerde militie” dan wel voor alle Amerikanen. In 2008 hakte het Hooggerechtshof de knoop door met een meerderheid van 5 tegen 4: iedere Amerikaan heeft het grondwettelijk recht op het bezit van een vuurwapen. Voor deze zomer wordt het antwoord van het Hooggerechtshof verwacht op de vervolgvraag, gesteld in de zaak New York State Rifle & Pistol Association v. Corlett: mag de bezitter van een vuurwapen het dan op elke openbare plaats dragen? Ook in een park? Ook in een speeltuin? Bij de huidige conservatieve meerderheid van het Hof (6 tegen 3) lijkt het antwoord eenvoudig te wezen.

Tot de Amerikaanse rituelen hoort ook de hoop dat déze droevige ramp dan toch tot het inzicht zal moeten leiden dat er iets moet veranderen – het inzicht waarop Obama en Biden zo’n klemmend beroep deden. The New York Times interviewde afgelopen week de Democratische politicus Chris Murphy, senator in Connecticut, de staat waarin de Sandy Hook school ligt. De aanleiding was de schietpartij in Buffalo en de lichte verbazing dat president Biden in zijn reactie daarop het Congres niet had opgeroepen tot eindelijk eens goede wetgeving over wapencontrole. Biden gaf na afloop toe dat hij het wel had willen zeggen, maar dat-ie wist dat het ,,heel lastig” zou zijn om het parlement in beweging te krijgen. (Dinsdag zei de president: ,,Het is tijd – voor degenen onder ons die logische wapenwetgeving vertragen of blokkeren, om te weten dat wij dit niet zullen vergeten.”)

Senator Murphy, die dus nog niet wist van de schietpartij van dinsdag, was niet optimistisch over de kans dat de tien doden in Buffalo de fundamentalisten van het recht op vuurwapenbezit van gedachten zouden kunnen doen veranderen. ,,Er bestaan weinig openbaringen in Washington.” Zestig stemmen zijn nodig in de Senaat. De voorstanders van enige vorm van controle op verkoop, bezit en dragen van vuurwapens hebben er niet veel meer dan vijftig.