Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Met een serie verhalen over Iraanse politieke gevangenen wil journalist Reza Sardari Nederlandse lezers bewust maken van de realiteit in Iraanse gevangenissen:

Met een serie verhalen over Iraanse politieke gevangenen wil journalist Reza Sardari Nederlandse lezers bewust maken van de realiteit in Iraanse gevangenissen. In Iran combineerde Sardari jarenlang een betrekking als jurist bij het ministerie van Binnenlandse Zaken met een baan al journalist bij een linkse krant die kritisch schreef over de regering. In de ochtenden werkte hij als ambtenaar, in de middagen als journalist.

‘In die periode, eind jaren negentig en begin jaren nul, konden politieke partijen, studentenverenigingen en andere organisaties nog een vergunning aanvragen voor demonstraties. Een van mijn taken op het ministerie was het verlenen van die vergunningen. Soms deed ik voor de krant verslag van demonstraties waarvoor ik zelf de vergunning had geregeld.’

Interne strijd
Reza raakte geïnteresseerd in het beroep toen hij naast zijn master Internationaal recht een cursus journalistiek volgde. In 1997, het jaar waarin de hervormingsgezinde Mohammed Khatami president werd, begon hij zijn loopbaan als jurist. Een jaar later ging hij dat combineren met verslaggeving voor een krant. Het was een periode waarin de pers iets meer vrijheid kreeg. “Als nieuwe generatie journalisten profiteerden we daarvan,” zegt Reza.

Helaas duurde deze periode niet lang. Na een jaar of twee werden de teugels weer aangehaald. “In 2000 werden zo’n 20 kranten en tijdschriften verboden door de rechtbanken’, aldus Reza. ‘Ook de krant waarvoor ik werkte werd verboden, al kreeg de uitgever daarna weer een nieuwe vergunning van de regering. Het was een interne politieke strijd tussen conservatieve rechters en de regering van Khatami.”

Zelfcensuur
Door het (tijdelijke) verbod van zijn krant verloor Reza zijn baan als verslaggever. Hij vond een nieuwe (bij)baan bij het net opgerichte Shargh Daily, waar hij verantwoordelijk werd voor de online editie - Shargh was de eerste Iraanse krant met een website. Maar vrije nieuwsgaring werd steeds lastiger in Iran. Links en rechts werden journalisten opgepakt. Redacties pasten zelfcensuur toe om problemen te voorkomen.

Reza vertelt over de keer dat hij naar de stad Isfahan was gereisd om daar een bekende ayatollah te interviewen die bekend stond als tegenstander van ‘grootayatollah’ en hoogste leider Ali Khamenei. Toen hij terugkwam op de redactie, bleek dat de hoofdredacteur het interview pas wilde plaatsen na het schrappen van flink wat citaten die hij te risicovol achtte.

Ondergronds
In 2009 braken na de omstreden verkiezing van Mahmoud Ahmadinejad tot president in Iran grootschalige protesten uit. Als reactie voerde het regime de censuur maximaal op. Over de ‘Groene beweging’ mocht geen woord worden geschreven. Om het nieuws toch naar buiten te kunnen brengen, ging Reza ‘ondergronds’ werken.

“We hadden een blaadje dat we uitgaven zonder vergunning van de overheid en dat we illegaal verspreidden,” vertelt Reza. “Op een dag werd ik aangehouden terwijl er een hele stapel van die blaadjes in mijn auto lag. Gelukkig was het een aardige agent. Hij gooide de blaadjes weg, waardoor er geen bewijs was. Ik hoefde daardoor maar een paar dagen naar de gevangenis als straf voor mijn aanwezigheid bij het protest. Daarmee heb ik geluk gehad.”

Asiel in Nederland
Enige tijd later werd Reza ontboden door een inlichtingenagent die hem samen met andere agenten ondervroeg over zijn journalistieke activiteiten. Ze waarschuwden hem dat als hij hiermee door zou gaan, hij voor 5 jaar de gevangenis in zou gaan. Ook verloor hij zijn baan bij het ministerie in Teheran en werd hij overplaatst naar een provinciestad in het verre noorden van het land. Desondanks kreeg Reza in 2012 toestemming om in Den Haag een zomercursus Internationaal recht te volgen. Eenmaal daar hoorde hij dat agenten zijn huis hadden doorzocht. Hij wilde terugkeren, maar op aandringen van zijn echtgenote en moeder besloot hij in Nederland asiel aan te vragen.

In Nederland wil hij als journalist en activist blijven strijden voor een vrij Iran. Hij werkte onder meer als redacteur voor Arseh Sevom, een ngo die het maatschappelijk middenveld in Iran wil versterken. Via via kreeg hij ook opdrachten voor andere organisaties. Zo deed hij onderzoek in opdracht van een mensenrechtenorganisatie en leverde hij bijdragen aan verschillende Perzischtalige websites.

Datajournalistiek
De volgende stap die Reza wil zetten is die naar de Nederlandse journalistiek. Maar dat is niet eenvoudig, legt hij uit. “Journalistiek valt niet te vergelijken met een beroep als ingenieur of timmerman. Als journalist heb je niet alleen bepaalde vaardigheden nodig, je moet ook bekend zijn met de cultuur en de politiek van een land. Bovendien is het heel moeilijk om een nieuwe taal te leren op hoog niveau.”

Reza wil zich verder specialiseren om zo aantrekkelijker te zijn voor opdrachtgevers in de media. Een Beurs Expertisebevordering van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten stelde hem in staat om een post-bachelorcursus Datajournalistiek te volgen aan de Hogeschool Utrecht. Die vaardigheid wil hij de komende tijd verder uitdiepen. Het liefst in teamverband, zegt hij, want in samenwerking met andere disciplines komt datajournalistiek het beste tot zijn recht.

Politieke gevangenen
Vanzelfsprekend blijft Reza zich ook bezighouden met de ontwikkelingen in zijn thuisland, zeker nu er een nieuwe volksopstand is uitgebroken. Kort geleden organiseerde hij in zijn stad Rotterdam samen met zijn vrouw, fotograaf en illustrator Parisa Akbarzadeh Poladi, een benefietavond voor Iraanse activisten. Al langere tijd werkt hij aan een serie verhalen over politieke gevangenen in Iran. Veel van die verhalen kwam hij op het spoor door een training die hij samen met een mensenrechtenactivist gaf aan familieleden van gevangenen. In de training leerden ze deze mensen onder meer hoe ze moeten omgaan met informatieverzoeken van journalisten en met sociale media. Dat plaatst familieleden vaak voor een lastig dilemma, zegt Reza.

“De Iraanse politie zet familie onder druk om niets te delen met de media. En deze mensen willen hun gevangen familieleden natuurlijk niet in gevaar brengen. Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat de verhalen over mensenrechtenschendingen naar buiten worden gebracht.”

Reza’s missie
Het is een dilemma waar Reza zelf ook mee worstelde tijdens het schrijven van zijn verhalen. Hij koos ervoor om de mensen die hij heeft geïnterviewd en de namen van de gevangenen te anonimiseren. De vertelvorm is beeldend en enigszins literair. Voor publicatie in kranten zijn de verhalen daardoor wat minder geschikt, maar Reza denkt met deze manier van vertellen een breed publiek aan te spreken. Hij hoopt op interesse van uitgevers.

“Veel mensen weten wel dat Iran politieke tegenstanders gevangen zet, maar hoe het er in die gevangenissen aan toe gaat, de details, die kennen mensen niet. Het is mijn missie dat deze verhalen bekend worden.”