Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Limburgse député was nooit te beroerd om voor vrienden iets te regelen

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Het was na een kabinetsvergadering dat minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales tegen hem zei: „Gouverneur in Limburg, dat zou iets voor jou zijn.” Voor Berend-Jan baron van Voorst tot Voorst kwam het als een verrassing. De staatssecretaris van Defensie had het naar zijn zin in het derde kabinet-Lubbers. Maar Dales wilde hem: een CDA’er die geen Limburger was.

Na een reeks corruptieaffaires begin jaren negentig maakte Limburg in 1993 een nieuwe start met een gouverneur van onbesproken gedrag. De entree van Van Voorst in Limburg verschilde niet veel van die van Johan Remkes als waarnemend gouverneur in 2021. Beide niet-Limburgers werden door een minister van Binnenlandse Zaken gevraagd in Limburg orde op zaken te stellen.

Ien Dales was van de harde lijn. „Een beetje integer bestaat niet”, vond ze. Zo stond Van Voorst er ook in. Eenmaal commissaris liet hij de organisatie onderzoeken door de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de latere AIVD. En hij maakte met zichzelf de afspraak: geen bijbanen. Toen het hoofdkantoor van Libertel in 1995 naar Maastricht kwam, de voorloper van telefoonbedrijf Vodafone, kreeg hij een commissariaat aangeboden. Hij deed het niet. „Ik wilde niet iets doen dat mij minder onafhankelijk zou maken.”

Een beetje integer bestaat niet

Ien Dales, minister van Binnenlandse Zaken in 1993

Van Voorst ging ook langs bij de Limburgse gemeenten. Telkens was integriteit het eerste agendapunt. „Dat heb ik permanent onder de aandacht gebracht.” Nog steeds was niet iedere ambtenaar of bestuurder ervan overtuigd dat vriendendiensten fout waren en dat integer handelen de hoogste prioriteit moest hebben. Ingesleten gebruiken laten zich niet zo snel veranderen. Commissaris van de koningin Harry Borghouts van Noord-Holland sprak in 2002 van een periode van zeven jaar die het kost om de cultuur binnen een organisatie te veranderen. De praktijk in Limburg zou uitwijzen dat zeven jaar een optimistische inschatting was.

Een wereld van grijze limousines

Limburg werd voor de eeuwwisseling bestuurd door gedeputeerden die zich gedroegen als regenten. Jos Maenen, „de hertog van Limburg”, regeerde bijna een halve eeuw. Werner Buck, „de onderkoning”, duldde geen tegenspraak. De ‘deputés’, zoals ze in Limburg genoemd worden, werden met alle egards behandeld in hun gouvernementele wereld van grijze limousines, chauffeurs, bodes en persoonlijk medewerkers, waar geluncht werd met porseleinen servies.

Die wereld was na de eeuwwisseling niet opeens verdwenen. Een deel van de gedeputeerden gedroeg zich nog steeds als een regent. Ze lieten hun dossiers dragen door een bode, als een lakei. Ze bemoeiden zich met alles: wie de koffie op hun kamer mocht brengen, welke wijn bij de lunch geserveerd diende te worden en welk merk dienstauto moest worden aangeschaft, en bij welke dealer. „Toen ik gedeputeerde werd, kreeg ik een hofhouding”, zegt Daan Prevoo, burgemeester van Valkenburg aan de Geul en van 2015 tot 2018 gedeputeerde namens de SP. „Ik was gewend om mijn koffie zelf in te schenken en mijn brood zelf te smeren, maar dat hoefde niet meer. Je wordt behandeld alsof je van het Koninklijk Huis bent.”

De cultuur in het provinciehuis was anders dan in andere provinciehuizen, weet Prevoo. „Limburg is informeler, gedeputeerden kunnen hun wil gemakkelijker doordrukken. Als gedeputeerde kun je mensen blij maken. De een vraagt subsidie, de ander macht, een volgende nieuw beleid. Dan is het heel verleidelijk om iets te doen voor iemand die je sympathiek vindt.”

Een deel van de gedeputeerden gedroeg zich nog steeds als een regent. Ze lieten hun dossiers dragen door een bode, als een lakei

Menig gedeputeerde was niet gediend van kritische geesten om zich heen. Alternatieve gezichtspunten ingebracht door ambtenaren golden snel als hinderlijk gesputter. Berend-Jan van Voorst zag het. Een verschil met Den Haag, zegt hij: „Daar dachten beleidsambtenaren meer mee met de politieke leiding. In Limburg waren ze vooral bezig met het uitvoeren van de regels en was er een minder actieve inbreng in het beleid.”

Volgens de Zuidelijke Rekenkamer hadden gedeputeerden vroeger een houding van „waar bemoei je je mee als ambtenaar”, aldus een rapport uit 2020. „Hoewel dit inmiddels is bijgetrokken zijn veel ambtenaren nog wat ‘voorzichtig’, zo wordt gesteld.”

Maar het ging verder dan dat. Interne, vertrouwelijke documenten vertellen hoe ambtenaren werden geknecht en zich onveilig voelden. Ze moesten onwelgevallige feiten verzwijgen, werden zwartgemaakt en bedreigd met ontslag.

Een topambtenaar maakte op 8 oktober 2002 een inventarisatie van klachten over Mat Vestjens, VVD-gedeputeerde voor verkeer en personeelszaken (1998-2007): „Het sleutelwoord door alle gegevens heen is angst.” Er waren „onacceptabele dieptepunten” in de omgang met personeel. Een medewerkster liep huilend zijn kamer uit na een „denigrerende behandeling”. Het wekelijkse routineoverleg met Vestjens was spitsroeden lopen. „Wie van het gezelschap wordt deze keer geattaqueerd, welke externe wordt deze keer belachelijk gemaakt?” Tijdens interne overleggen ging de gedeputeerde los op wie hij niet mocht. Ze waren een „lul”, „slap wijf” of „zo’n ontzettende zak”.

En dan vertoonde de gedeputeerde ook nog zonnekoninggedrag. Woedend was hij als de lunch niet stipt op tijd kwam, onredelijk als hij de stukken niet kon vinden die gewoon op zijn bureau lagen.

Een e-mail van de ondernemingsraad (27 mei 2004) meldde ook „signalen” over andere gedeputeerden. Ze wilden „geen afwijkende mening”, en de „nadelen” van hun „ideeën” niet op papier zien. Ambtenaren moesten uitvoeren „wat en hoe” gedeputeerden „goeddunkt”. Als ambtenaren afweken, dreigden gedeputeerden „soms zelfs met ontslag”.

Bordeelbezoek per dienstauto met chauffeur

Een van de kwesties waarmee toenmalig algemeen directeur Liesbeth Brans te maken kreeg, was delicaat: gebruik van de dienstauto met chauffeur voor bordeelbezoek. Als zijn chauffeur hem naar huis bracht, maakte deze gedeputeerde soms een tussenstop bij een club. De chauffeur wachtte op hem in de dienstauto, waarna de reis werd voortgezet.

Nieuwjaarsreceptie in het provinciehuis van Limburg. Gedeputeerden maakten hun relaties graag blij.

Foto ANP

De chauffeur vertelde het uiteindelijk aan zijn bureauhoofd. Zij informeerde het hoofd facilitaire zaken en de directeur personeelszaken. Ook Liesbeth Brans werd op de hoogte gebracht. De kwestie bleef binnenskamers en werd opgelost met een ‘stevig gesprek’, herinneren ambtenaren zich.

Brans had na vijf jaar conflicten met het halve college van Gedeputeerde Staten (GS). Zij kon zich niet meer verenigen met de in haar ogen dominante bestuurscultuur van intimidatie, persoonlijke beledigingen en integriteitsschendingen, en vertrok.

„Ik zie het vertrek van mevrouw Brans nog steeds als een van de vervelendste zaken in de twaalf jaar dat ik in Limburg was”, zegt Berend-Jan van Voorst. De oud-gouverneur herinnert zich de spanningen door gedeputeerden „die weinig tegenspraak duldden”. Zijn standpunt: zelfs al heb je gelijk als gedeputeerde, dan nog is het goed voorzichtig om te gaan met ambtenaren.

Van Voorst was een heer van stand in overheidsdienst. Hij kreeg in Limburg te maken met politici die het niet zo nauw namen met de regels. Het stuitte hem tegen de borst, zeggen ingewijden. Zelf is hij beschaafd terughoudend in zijn oordeel over wat hij aantrof.

In 2005 werd hij opgevolgd door de Limburgse CDA’er Léon Frissen. Had Van Voorst zich nooit ingelaten met ‘het circuit’ in Limburg, Frissen maakte er deel van uit. Dat bleek in de zomer van 2009, bij een mislukte poging van Frissen en CDA-gedeputeerde Ger Driessen om een partijgenoot te parachuteren als nieuwe algemeen directeur van het ambtenarenapparaat. De man was voormalig Statenlid en oud-gemeentesecretaris van de gemeente Horst, de plaats waarvan Frissen burgemeester en Driessen wethouder was geweest.

Binnen het college van GS viel de poging van de „Horster vriendenclub” niet goed, herinnert toenmalig PvdA-gedeputeerde Bert Kersten zich: „Zijn kandidatuur werd aangekondigd zonder dat er een behoorlijke selectieprocedure was geweest. Daar hebben we toen bezwaar tegen gemaakt.”

In tegenstelling tot Van Voorst had Frissen als gouverneur wel commerciële bijbanen. Een ervan was het voorzitterschap van de Belangenvereniging voor Verwerkingsbedrijven van Organische Reststoffen. Toen er op een dag een brief van die belangenclub binnenkwam voor het provinciebestuur, ondertekend door voorzitter Frissen, fronsten ambtenaren hun wenkbrauwen. Frissen had een brief geschreven aan zichzelf.

Frissen vertrok op 1 oktober 2011 als gouverneur. CDA’er Theo Bovens volgde hem op.

‘Er is geen groter politiek dier’

Niet Theo Bovens maar CDA’er Ger Koopmans was van 2014 tot 2021 de zonnekoning van het provinciehuis. De voormalig melkveehouder was via een wethouderschap en een lidmaatschap van de Tweede Kamer de machtigste politicus in Limburg geworden, als gedeputeerde. De portefeuille financiën gaf hem een alibi om zich met het beleid van collega’s te bemoeien. Hij had over alles een mening en probeerde die door te drukken.

Burgemeestersbenoemingen behoren tot de portefeuille van de commissaris, maar het was niet Theo Bovens die in de zomer van 2017 Gerd Leers polste voor een waarnemend burgemeesterschap. „Ik was op de fiets op weg naar Granada en zag de naam van Ger Koopmans op mijn Apple Watch”, herinnert Leers zich. „Hij vertelde dat er problemen waren in Brunssum, en zei: ‘Kan ik als het nodig is een beroep op je doen?’” Pas maanden later belde Bovens. Leers: „Koopmans is een slimme rekel. Die ziet het allemaal veel sneller aankomen. Er is geen groter politiek dier.”

In het provinciehuis accepteerde Koopmans geen tegenspraak, vertellen topambtenaren die voor het eerst hun verhaal doen. Torben Mulder, die in 2020 met pensioen ging als senior beleidsmedewerker: „De algemene opinie was dat Koopmans héél onprettig met tegenspraak omging.” Een medewerkerstevredenheidsonderzoek sprak van een angstcultuur. Een ambtenaar die vaak „door de wasstraat” van Koopmans moest: „Dan werd ik naar zijn kamer geroepen. Aan zijn vergadertafel zaten vijf, zes stagiairs. Dan kreeg ik de wind van voren, werd ik getest op mijn standvastigheid en weer weggestuurd. Dat was een opzettelijke vernedering, in het bijzijn van die jonge mensen.”

In het kielzog van Koopmans kwamen zijn mensen het provinciehuis binnen. De loyale ambtenaren, een stuk of twintig, waren zijn oren en ogen. Ook de nieuwe algemeen directeur Guido Derks was een protegé van Koopmans. De coalitiepartijen waren het in 2018 eigenlijk eens geworden over iemand anders. PvdA-gedeputeerde Bert Kersten: „Ik vroeg wanneer de nieuwe directeur benoemd zou worden. Koopmans antwoordde: ‘O, dat heb ik al geregeld, dat wordt Guido Derks.’” Ook Daan Prevoo herinnert zich de draai van zijn collega: „Koopmans wilde vernieuwing, en hij kwam met de naam van Derks.” Een senior beleidsambtenaar die GS-vergaderingen bijwoonde: „Guido heeft meegewerkt aan alle bewegingen van Koopmans om mensen terzijde te schuiven.”

Integer, maar bestuurlijk zwak

Theo Bovens was wel medeschuldig, zeggen de topambtenaren. Hij werd in het provinciehuis algemeen gezien als integer, maar bestuurlijk zwak. „Theo was niet opgetreden tegen de brutaliteit en intimidatie van Koopmans. Hij deed ook niets als Koopmans weer eens ambtenaren te pakken had. Daarvoor was hij te bang.”

Bovens werd niet ‘door macht gegrepen’, noch was hij daarop uit, zeggen ambtenaren die jaren met hem samenwerkten. „Theo is iemand van christelijke waarden als naastenliefde. Hij gaat niet elk jaar als brancardier naar bedevaartsoord Lourdes omdat hij er stemmen mee kan krijgen. Hij gaat uit overtuiging.”

Om hem weerbaarder te maken, had Bovens hulp van hem toegewijde ambtenaren. Een paar keer per jaar kwamen ze samen om zijn profiel te definiëren. Waar sta je voor? Wat is je beleid de komende tijd? Maar ook: hoe blijf je overeind in dat college? Een ingewijde: „Dan zei hij weer ‘Ja, ja, ja’, maar deed hij het de eerstvolgende collegevergadering toch niet.”

Daar kwam nog iets bij: de meeste leden van Provinciale Staten waren tamme waakhonden. De 47 parttimepolitici wisten dat Koopmans commissaris was bij een Limburgs baggerbedrijf dat voor zijn vergunningen afhankelijk was van de provincie, maar vonden het jarenlang prima. Zo kwam alles samen: een zwakke volksvertegenwoordiging, zwakke collega-gedeputeerden, een zwakke gouverneur, een zwakke directeur.

Lees ook dit interview over de Limburgse bestuurscultuur met Rekenkamerpresident Arno Visser

Al met al kwam het niet onverwacht dat vorig jaar een bestuurscrisis uitbrak in het Limburgse provinciehuis waarbij onder meer Ger Koopmans opstapte. Het integriteitsbesef haperde al langer. Mensen met de juiste connecties of partijkaart kregen klussen of baantjes. Subsidies en opdrachten waren bereikbaarder voor hen die het 06-nummer van de gedeputeerde hadden dan voor anderen. Binnen twee weken een subsidie van een kwart miljoen euro voor een bekende van de gedeputeerde? Gedeputeerden die meebeslisten over opdrachten en subsidies aan hun vrienden of relaties? Het kon.

Regentenmentaliteit en zonnekoninggedrag waren nooit echt verdwenen. Dominante bestuurders droegen bij aan een klimaat waarin niet open en veilig lastige vragen konden worden gesteld. Ambtenaren die geruisloos de wensen van bestuurders moesten uitvoeren – ook die waren gebleven. Van Voorst getuigde erover, de Zuidelijke Rekenkamer noteerde het. Wie het niet zagen, waren Theo Bovens en ‘zijn’ gedeputeerden. En, bij nader inzien, Johan Remkes, die na het vertrek van Bovens werd benoemd tot waarnemend gouverneur. Eind vorig jaar vertrok hij weer, zonder dat het ambtelijk apparaat, met de pionnen van Ger Koopmans nog allemaal op hun plek, was doorgelicht.

Correctie: in een eerdere versie van dit verhaal stond dat Berend-Jan van Voorst in 2009 door Léon Frissen werd opgevolgd als gouverneur. Dat moest 2005 zijn. Hierboven is dat aangepast.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 14 mei 2022