Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Lego voor grote mensen

Je moet naar je lichaam luisteren, hoor je vaak. Dat van mij was een poosje geleden aan het piepen. Ik luisterde eens goed en hoorde een stemmetje dat zei: ga eens weg van je computer, ga even iets heel anders doen. Nou okay, goed dan. Ik solliciteerde als stackerdraaier in de haven van Rotterdam.

De stackerdraaier is een hulpje van de kraanmeester. Je staat op een platform tussen de poten van de kraan, een meter of vijftien boven de kade. Naast je ligt zo’n Ever Given-achtig schip. Elke twee minuten zakt er een zeecontainer voor je neus. Dan is het jouw taak om de stackers – zware koppelstukken – in de hoeken van de container te draaien. Zodat de container kan vastklikken op een andere. Heel mindfull werk, leek me. Lego voor grote mensen.

Ik volgde een cursus, kreeg een certificaat, een helm en een felgele jas. De volgende dag kon ik aan de slag op de Maasvlakte. Mijn collega’s waren merendeels Turkse of Marokkaanse Rotterdammers, met dezelfde helm en gele jas maar smoezeliger van de smeerolie.

Vrienden vroegen of ik soms undercover was gegaan. Zoals Günther Wallraff in de jaren tachtig. Die Duitse journalist vermomde zich met een plaksnor als gastarbeider en deed allerlei miserabel werk om misstanden bloot te leggen. Beetje zoals nu onze Jeroen van Bergeijk doet, er is weinig veranderd.

Maar nee, ik had gewoon onder eigen naam gesolliciteerd. Ik had geschreven dat ik Grieks en Latijn had gestudeerd, dat ik schrijver was en gek werd van de computer.

Dat stackerdraaien bleek bovendien verrassend leuk en niet zo zwaar. Collega’s waren doorgaans joviaal en hulpvaardig. Vanaf de kraan had ik een magnifiek uitzicht over zand, zee, staal en robotwagentjes. De avonddiensten betaalden dubbel met als bonus schitterende zonsondergangen. Ik was verzekerd en kon zo nodig onbekommerd door mijn rug gaan.

Ik had zelfs tijd om te lezen. Bijvoorbeeld boeken van tijdgenoten die echt miserabele baantjes deden. Zoals Aan de lopende band van de Franse schrijver Joseph Ponthus, die in een visfabriek werkte. Of Seizoensarbeid van de Duitse Heike Geissler, die orderpicker was bij Amazon. Let wel: zij deden dat werk niet uit nieuwsgierigheid, maar uit pure financiële noodzaak. Een saillant verschil met Günther Wallraff. Veel hoogopgeleide Europeanen van nu hebben geen plaksnor nodig om uitbuiting te zien.

Als stackerdraaier kreeg ik tot drie tientjes per uur netto. Veel meer dan als ik stukjes schrijf.

Enfin. Een droombaan bleek het toch niet. Want het bleef: flexwerk. Dat woordje kende ik wel uit het krant, maar ik wist niet wat het echt betekende. Het betekent bijvoorbeeld dat je bij je telefoon wacht tot het scherm opgloeit met de mededeling dat je lichaam zich over twee uur vijftig kilometer verderop op de Maasvlakte moet bevinden. Noem het een verrassingsrooster. Het bleek al gauw niet te combineren met een normaal leven. Kinderen die van school moeten gehaald, houden niet van verrassingsroosters.

En dan stak mijn baantje nog relatief gunstig af bij flexwerk in bijvoorbeeld de thuiszorg. Dat havenwerk goed betaalt is geen toeval: de haven van Rotterdam is zo’n beetje de plek waar het staken is uitgevonden. De oudere havenwerkers vertelden me verhalen, over hoe de hele haven solidair plat ging als er ergens iets mis was. Zo dwongen ze goede banen af. De verhalen van die oude mannen vond ik heel inspirerend. Saamhorigheid is een uitstekend kompas in het ik-tijdperk.

Mijn eigen generatie maakt zich gelukkig steeds vaker druk over de maatschappij. Klimaat, racisme, abortus. Maar als het over werk gaat, steken we nog vaak de hand in eigen boezem. Zelfs als we stuk gaan van de stress, zelfs als het lichaam piept en kraakt, gaan we nog niet staken; eerder nog gaan we fitnessen, yogaën, ademhalingsoefeningen doen, podcasts luisteren over time management, stappentellers dragen, onszelf slaaprituelen opleggen, ijskoud douchen – dat arme lichaam krijgt niet alleen de schuld van wat maatschappelijke scheef zit, maar ook nog eens die koude douche. Het kruikje gaat te water tot het barst. Dan noemen we het beteuterd een burnout, wat niets anders is dan de wilde staking van je lijf tegen de tijd.

Staken gaat niet in je uppie, weten die havenbonken tenminste nog.

Arjen van Veelen vervangt deze week Floor Rusman.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 14 mei 2022