Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Krapte: waar blijft het kabinet?

Gooi de lonen omhoog, verlaag de belasting op werk, bied betere arbeidsvoorwaarden, geef mensen meer zeggenschap over hun werk, doe eens wat meer moeite om te kijken of een niet-perfecte kandidaat de baan aankan, verleid deeltijders tot meer uren. De krapte op de arbeidsmarkt is inmiddels zo groot dat het adviezen regent.

Uit de oplossingen voor de krapte destilleer ik twee denkrichtingen. Eén: het kabinet moet aan de bak. Twee: werkgevers moeten beter hun best doen. Vaak moet allebei. En er klinkt hoop. Want nu de macht bij werkenden ligt en werkgevers hun uiterste best moeten doen, zou dat kunnen leiden tot sociale veranderingen. Tot een verbetering van hoe we werk organiseren (automatiseren) en wie we aannemen.

Dat gaat voorlopig langzaam. Werkgevers zijn te midden van het gillende gebrek aan personeel nog steeds opvallend kieskeurig, zeggen kenners. Hans Borstlap, voorzitter van de commissie die adviseerde de arbeidsmarkt drastisch te hervormen, zei het in Nieuwsuur. Headhunter en columnist Aylin Bilic schreef het in NRC. En ik hoorde het laatst van een bemiddelaar die voor statushouders werk zoekt. Bedrijven blijven hardnekkig zoeken naar het schaap met de vijf poten. Welnu, die zijn op. Dus kijk eens wat breder. Bijvoorbeeld naar mensen met gezondheidsproblemen: die blijken hier minder vaak te werken dan in andere Europese landen.

Nou geloof ik zeker dat de schaarste een zegen kan zijn. Maar ik denk ook dat er meer nodig is. Een economisch model van uitbesteden en flexibiliseren wordt door bedrijven niet zomaar verlaten. Neem Schiphol. Dat besteedde de beveiliging uit aan vijf bedrijven die concurreren. Nu kan het niet genoeg beveiligers vinden. Toeval? Volgens vakbond CNV niet: de werktijden zijn grillig en onaantrekkelijk.

Voor echte verandering is het kabinet nodig. Radicaal ander beleid, zei de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid twee jaar geleden al. Niet meer gericht op: zoveel mogelijk banen, dondert niet van welke kwaliteit. Maar op: een uitstekend land zijn om in te werken. Werk moest mensvriendelijker worden, zei de WRR. Hoe? Minder flexwerk, meer autonomie, meer rechten voor werkenden, meer overheidshulp. Hogere lonen waren niet genoeg: als banen mensen uitputten, zouden ze dan wel eens minder kunnen gaan werken.

Bij de overheid is het nu al twee jaar oorverdovend stil. Begin 2020 kwam de commissie-Borstlap met zijn indringende advies. Als de overheid niet ingreep, dreigde een tweedeling tussen kansarm en kansrijk. Oplossing: flexwerk inperken en het vaste contract wat losser maken. Het nieuwe kabinet schreef vroom op Borstlap te zien als ‘leidraad’, maar een plan is er nog altijd niet. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt heerst intussen een beschamende wetteloosheid omdat de wet tegen schijnzelfstandigheid nu al zes jaar niet wordt gehandhaafd. Het kabinet moet, kortom, aan de bak. De regels hervormen, misstanden eindelijk aanpakken, mensen omscholen voor grote projecten als de energietransitie, werk minder belasten. En heel belangrijk: zelf een goede stabiele werkgever worden. Ook in de zorg en het onderwijs. Want als het om werk gaat, is de menselijke behoefte eigenlijk heel simpel: waardering en zekerheid.

Marike Stellinga is econoom en politiek verslaggever. Ze schrijft elke week op deze plek over politiek en economie.

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 28 mei 2022