Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Kabinet zet deur open voor compensatie spaarders die niet tijd bezwaar maakten

Kabinet zet deur open voor compensatie spaarders die niet tijd bezwaar maakten

Marnix van Rij, staatssecretaris Fiscaliteit.  Afbeelding: ANP

Het kabinet houdt de deur open voor compensatie van spaarders die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt tegen de te hoge vermogenstaks. De Kamer ziet graag dat ’kleine spaarders’ ook geld terugkrijgen, maar wie daar precies onder moeten vallen is nog onduidelijk.

Staatssecretaris Van Rij (Financiën) zegt ’alles op een rijtje te zetten’, na een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad vorige week. De hoogste rechter, die eerder de spaartaks kapittelde, besloot vrijdag dat mensen die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt tegen de te hoge vermogenstaks niet automatisch recht hebben op compensatie.

Die uitspraak zorgt voor vraagtekens in de Tweede Kamer. Het leidt er volgens SP-Kamerlid Alkaya en CDA-Kamerlid Van Dijk toe dat mensen maar voor de zekerheid bezwaar moeten gaan maken, zodat ze niet ooit compensatie mislopen. Wat de SP betreft krijgt iedereen die te veel taks betaald heeft dat geld terug, maar dat ziet Van Rij niet zitten. „Dat zou betekenen dat we alle belastingplichtigen, ook degenen die het zouden kunnen lijden, tegemoetkomen.”

‘Kleine spaarders’

Maar Van Rij wijst wel op een eerdere uitspraak van de Tweede Kamer die het kabinet vroeg om ’kleine spaarders’ tegemoet te komen, ook als ze geen bezwaar hebben gemaakt. „Er is geen verbod op het compenseren van kleine spaarders”, zegt JA21-Kamerlid Eppink, die daarvoor een motie indiende. Van Rij laat weten die motie nu uit te werken. Hij gooit de deur na de laatste uitspraak van de Hoge Raad zeker niet dicht: „We willen niet heel bot zeggen: dit is het en dat doen we. We gaan heel serieus kijken: wat kunnen we eventueel nog doen?”

Van Rij moet dan onder meer de vraag beantwoorden wie wel of niet een kleine spaarder is: „Dat willen we heel zorgvuldig onderzoeken.”