Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

In Turkse stad Kahramanmaras haalt de dood de hoop snel in

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Reportage

Epicentrum In de zuidelijke Turkse regio nabij het epicentrum van de zware aardbeving van maandag wachten verkleumde familieleden al drie dagen en nachten op een teken van leven van hun geliefden. Tussen het puin klinkt frustratie over de trage hulp.

Een zwarte lijkzak verschijnt tussen de brokstukken van een ingestort flatgebouw. Soldaten tillen hem voorzichtig de berg puin af en leggen hem op de grond, naast een oude vrouw. De rits gaat open, de vrouw weet dat het voorbij is als ze het lichaam ziet. Ze krijst het uit van pijn.

In de Turkse stad Kahramanmaras haalt de dood de hoop snel in. Rondom elk ingestort gebouw zitten verkleumde en vermoeide familieleden al drie dagen en nachten te wachten op een teken van leven van hun geliefden. Maar in plaats van gejuich, klinkt steeds vaker dat ijzige gekrijs.

„Nee, nee, nee, nee!”, gilt een grootmoeder wiens twee kleinzoons nog altijd onder het puin liggen. Familieleden proberen haar gerust te stellen – „er klonken nog stemmen oma!” – maar de vrouw valt plotseling flauw. Een halfuur later stort even verderop een 35-jarige man ineen. Hij begint ongecontroleerd te huilen. Omstanders gooien water in zijn gezicht en drukken een sigaret in zijn mond. De man heeft net gehoord dat zijn zus is overleden.

Kahramanmaras, een Anatolische industriestad omsloten door besneeuwde bergtoppen, ligt pal naast het epicentrum van de aardbevingen van afgelopen maandag. In Turkije vielen daarbij volgens de laatste tellingen van woensdagavond negenduizend doden en zo’n 53.000 gewonden. Ruim 6.400 gebouwen zijn verwoest.

Wie de stad binnenrijdt, ziet hier en daar stukken opengereten wegdek en omvergevallen auto’s. In de buitenwijken staan veel gebouwen nog overeind, maar in het centrum zijn talloze betonnen flats als een kaartenhuis in elkaar gestort. Andere zien eruit alsof ze het ieder moment kunnen begeven.

Wie geen geliefden onder het puin heeft, maakt dat hij wegkomt. Deze stad heeft geen toekomst meer

Ahmet Tasci inwoner Kahramanmaras

„We zijn in één klap vijftig jaar teruggegaan in de tijd”, zegt Ahmet Tasci, een man met een groene muts die met zijn vrouw Emine tussen het puin naar vier vermiste familieleden zoekt. „Wie geen geliefden onder het puin heeft, maakt dat hij wegkomt. Deze stad heeft geen toekomst meer.”

Terwijl de exodus op gang komt, kreeg Kahramanmaras woensdagmiddag hoog bezoek uit Ankara. President Erdogan begon hier zijn reis door de getroffen gebieden, vergezeld door enkele ministers, een leger aan bodyguards en een konvooi glimmende zwarte auto’s. In een korte toespraak zei Erdogan dat de hulpverlening de eerste dag traag op gang kwam, maar nu op volle toeren draait. Ook beloofde hij alle daklozen gratis overnachtingen, eten en drinken in speciaal vrijgemaakte hotels aan de Turkse zuidkust.

Weet Erdogan hiermee nog te overtuigen, drie maanden voor de Turkse verkiezingen? Ali Aksu, de 35-jarige man die net zijn zus verloren heeft, geeft hem het voordeel van de twijfel. „Deze aardbeving is gewoon té groot, daar kan Erdogan niets aan doen”, zegt hij. „Ik zeg nog altijd: God zege onze staat.”

Maar tussen het puin klinkt ook veel woede. Hoewel het in de stad inmiddels wemelt van soldaten, reddingswerkers (onder wie teams uit Israël en Azerbeidzjan), soeptenten en psychologische hulpverleners, vertellen veel mensen dat de hulp pas in de loop van dinsdag of woensdag op gang kwam. Bovendien is het bij lange na niet genoeg. Voor Kahmaranmaras was het too little, too late.

Als je pas op de derde dag begint, heb je er weinig aan, dan zijn veel mensen al overleden

Ali Yüce inwoner Kahmaranmaras

„Als je pas op de derde dag begint, heb je er weinig aan, dan zijn veel mensen al overleden”, zegt Ali Yüce, een 21-jarige student wiens ooms nog vastzitten onder het puin. „Natuurlijk zijn we dankbaar, maar het is gewoon te laat.”

„We zaten hier twee dagen lang alleen”, zegt ook Zeynep Yildirim, een jonge vrouw die direct na de beving vanuit Istanbul is toegesneld om haar familie te helpen. Vier van haar familieleden zijn nog vermist. „De staat is totaal afwezig en AFAD [de Turkse noodhulporganisatie] komt hier soms kijken voor de show.” Ze wijst verbitterd op het puin tegenover haar. „Ze werken nu aan dat gebouw, maar niet aan het onze.” Gevraagd wat ze vindt van het bezoek van Erdogan, haalt ze cynisch haar schouders op: „Laat hem maar komen.”

Daarop begint een vrouw even verderop te schreeuwen. „Leugenaar! Ondankbaar wicht!” spuwt ze richting Zeynep. „Ga je onze regering zwart maken tegenover die buitenlanders?” Zeynep en haar familie kaatsen terug: „Dit is de waarheid, jullie zijn zelf leugenaars!” De sfeer wordt grimmig en een deel van de menigte richt keert zich tegen de journalisten. „Waarom stellen jullie zulke vragen?”, zegt een man opgefokt. „Ga toch lekker je eigen regering bekritiseren!”

Yasar, een jonge man die niet met zijn achternaam in de krant wil, bedaart de gemoederen en neemt het buitenlandse bezoek even apart. „De mensen staan onder hoogspanning, iedereen is emotioneel”, zegt hij. „En je moet weten dat de meeste mensen in Kahramanmaras op Erdogans AKP stemmen [58 procent bij de laatste verkiezingen in 2018]. De volgende verkiezingen gaat dat vast veranderen, maar op dit moment willen mensen niet over politiek praten. Nu gaat het om het redden van mensenlevens.”

Ook Ahmet Tasci, de man met de muts, probeert zijn vrouw Emine onmiddellijk af te kappen wanneer ze uit zichzelf over politieke vragen begint. „Niet tegen die buitenlander, niet nu.” Maar dat laat Emine niet gebeuren. „Wél nu, juist nu!”, bijt ze terug. „De staat zorgt niet voor ons! Erdogan denkt: Kahramanmaras stemt toch wel op ons. Daarom stuurt hij de hulp naar Diyarbakir, terwijl onze familieleden in Istanbul ons brood moeten komen brengen.” Ahmet reageert gefrustreerd, maar bindt deels in. „Op de televisie ziet de noodhulp er in ieder geval beter uit dan in het echt.”

Dat het ongepast aanvoelt om te midden van zo’n ramp over politiek te beginnen, is volgens student Yüce lang niet de enige reden dat sommige Turken dat vermijden. „Mensen in Turkije zijn gewoon bang om bepaalde dingen te zeggen”, zegt hij. „Zelfs in een noodsituatie als deze spreken maar weinig mensen vrijuit.”

De regeringspartij AKP, die ruim twintig jaar aan de macht is, draagt volgens Yüce niet alleen verantwoordelijkheid voor de in zijn ogen gebrekkige noodrespons, maar ook voor het feit dat er überhaupt zoveel gebouwen konden instorten. „Er zijn regeringsinstanties die de kwaliteit van de gebouwen moeten inspecteren”, zegt hij. „Maar er is veel corruptie en bouwcontracten worden veel te snel uitgegeven. Het resultaat is dat we speelgoedgebouwen hebben. Dan krijg je dit.”

De Turkse president Erdogan woensdag tijdens een bezoek aan Kahramanmaras. Foto Adem Altan / AFP

Terwijl de inwoners van Kahramanmaras de zoektocht naar overlevenden voortzetten, verschijnt halverwege de middag ineens het konvooi van president Erdogan. De glimmende zwarte luxewagen en een reeks busjes zoeven door de straten, op weg naar de volgende getroffen stad. De bodyguards rennen aan beide zijden mee.

Er lijken maar weinig mensen om te kijken naar het konvooi. „We hebben wel iets anders aan ons hoofd”, zegt Yasar over het presidentiële bezoek. „Als je het mij vraagt is het niet zo nodig dat hij hier persoonlijk langskomt voor een foto-op. Het zou beter zijn als hij het land goed bestuurt in tijden van crisis.”