Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

In Liverpool zijn zelfs stoere kerels met tatoeages verliefd op trainer Jürgen Klopp

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Een handvol reizigers wacht in de stationshal van Liverpool Lime Street. Voor de verkeerslichten bij het neoklassieke St George’s Hall staan amper auto’s. De klokkentorens van de Liver Building, nabij de oever van de rivier Mersey, trekken hooguit een verdwaalde toerist. Winkeliers in Lord Street draaien verveeld met hun duimen. Ondanks het prachtige weer oogt Liverpool rustiger dan tijdens de lockdowns.

In The Vines, een Ierse pub in het centrum, kan Tabitha Cooper hier niet rouwig om zijn. Twee dagen na de zinderende ontknoping van de Premier League heeft de negentienjarige bardame nog steeds kleine ogen. „De stad was absolutely electric”, blikt ze terug op het weekeinde. Fans van Liverpool droomden van een wonder, dat niet kwam. Manchester City verspeelde geen punten, waardoor de landstitel net buiten bereik bleef.

„Alsof de lucht uit iedereen ontsnapte”, vertelt Cooper. „Het feest ging als een nachtkaars uit.” Liverpool kampt, meer dan het naburige Manchester, met de naweeën van de pandemie. De stad komt met horten en stoten weer tot leven. De torenhoge inflatie, veroorzaakt door de energiecrisis, laat zich eveneens voelen. Noodgedwongen proberen de mensen zoveel mogelijk onnodige kosten uit te sparen.

In Parker Street, achter radiotoren St John’s Beacon, merken de uitbaters van stalletjes met Liverpool-parafernalia dit ook. Zelfs aan de vooravond van de finale van de Champions League, deze zaterdagavond, loopt het niet storm. Om de kans op aanloop te vergroten, gebruiken ze hun troefkaart. Het lachende gezicht van trainer Jürgen Klopp prijkt op vlaggen, kitscherige sjaals, kartonnen uitsneden, posters en T-shirts.

De tekst ‘I'm so proud that Jurgen is a Red’ staat op vrijwel elk artikel. Het vormt de beginregel van een loflied op de Duitser. Op de wijs van I Feel Fine van The Beatles wordt de liefde aan hem verklaard. Supporters brachten de stadionhit in een bar in Lissabon op 5 april voor het eerst ten gehore, kort voor de zege op Benfica (3-1), het eerste duel van een tweeluik in de kwartfinale van de Champions League.

I’m in love with him and I feel fine”, zongen kerels met tatoeages van ankers en duivels op hun lichaam. Niemand maakte er zich druk om dat deze uitspraak als homo-erotisch ervaren kon worden. Klopp geldt voor de aanhang meer als religieus icoon dan man van vlees en bloed. De marktkramen verbeelden deze aantrekkingskracht. Sterren als Mohamed Salah en Virgil van Dijk zijn naar de achtergrond verdrongen.

Jo Newman begint meteen te stralen als de naam van de coach valt. Terwijl ze een vlag voor haar kleinzoon koopt, vertelt de 81-jarige vrouw niet te kunnen wachten tot zaterdagavond. „Hoe ouder ik word, hoe meer ik me verheug op zulke wedstrijden”, zegt ze. Klopp vormt voor haar de hoofdattractie. „Hij is zó grappig. Als Liverpool scoort, kijk ik naar hem. Hij snapt de stad en de fans. Shankly was hetzelfde.”

Bill Shankly geldt voor iedereen met een passie voor Liverpool als de aartsvader van de club. De legendarische Schot legde tussen 1959 en 1974 het fundament van een voetbaldynastie. Met drie kampioenschappen, twee FA Cups en een UEFA Cup gaf hij de aanzet tot de creatie van een Europese supermacht. Zijn socialistische principes en vaderlijke uitstraling maakten hem tot een hoeder van een generatie.

He made the people happy”, is het onderschrift onder zijn standbeeld op het plein achter de Kop-tribune. Emily Farley (67) gaat een stuk verder. Shankly hielp haar verloren gewaande levenslust terug te vinden. Als wees – ze verloor beide ouders op jonge leeftijd – kregen de herinneringen aan huiselijk geweld vat op haar. Met haar negen broers en zussen worstelde ze financieel en emotioneel.

„Het Liverpool van Shankly gaf het bestaan kleur”, vertelt ze in haar hoekhuis aan Higham Square, vlakbij Everton Park. Haar woning verandert ze bij gloriemomenten van de club, zoals nu, in een openluchtmuseum. Van sierverlichting met You’ll Never Walk Alone boven een raam tot uitsneden van zeven spelers en Klopp als stralend middelpunt aan het gietijzeren hek bevestigd. Haar overleden man David krijgt een Liverpool-grafsteen.

„Shankly bouwde de club op in een tijd waarin het armoede troef was”, verduidelijkt Farley, wier geheugen haar af en toe in de steek laat. Klopp, ook een man van het volk, brengt dat gevoel weer terug. „Niemand kan tippen aan Shankly, maar voor een ontmoeting met Klopp sta ik op uit mijn kist.” Farley ziet in zijn olijkheid geen pose. „Als Scouser weet je meteen of iemand acteert. Jürgen is the real thing.”

Liverpool-trainer Jürgen Klopp. Foto Peter Powell/EPA

Vanaf een muurtje voor de fanshop van Anfield kijkt Mark Joyes (62) uit over The Champions Wall, waarop alle prijzen en titels van Liverpool staan vermeld. De voormalige semiprof uit Noord-Wales werd bij toeval fan van de club. Het rode tenue van zijn schoolteam, waarin hij uitblonk, leek bijna een exacte kopie van die van de Reds. De hoogopgeleide man weigert mee te gaan in de heldenverering van het huidige team.

De selecties van de ploegen die in de jaren zeventig en tachtig vier keer de voorloper van de Champions League wonnen, doen in zijn visie niet onder voor het huidige team. Kevin Keegan was een maestro, vertelt Joyes. De scouting pikte doelman Ray Clemence op van het nietige Scunthorpe United. De Schot Alan Hansen, de gracieuze centrale verdediger, kwam over van Partick Thistle.

„Shankly en zijn opvolger Bill Paisley maakten van goede voetballers exceptionele spelers”, stelt hij. „Kenny Dalglish, Graeme Souness en, later, John Barnes, behoorden tot de wereldtop.” Klopp en zijn team mogen van hem niet in één adem met deze voetbaladel genoemd worden. „Ze komen in de buurt, maar je wordt uiteindelijk beoordeeld op het aantal prijzen; nu nog onvoldoende.”

In het stadsdeel Kirkby, ver weg van de nostalgische omgeving rond het stadion, ligt het Axa Training Centre, het kakelverse trainingscomplex van Liverpool. Hier bereidt het team zich voor op de finale tegen Real Madrid in het Stade de France. Klopp, net voor de tweede maal uitgeroepen tot Engelse coach van het jaar, werkt op deze winderige plek aan aspecten waarvan Shankly en Paisley het bestaan niet kenden.

De continue zoektocht naar marginal gains vormt een van de pijlers onder zijn werkwijze. Meestal blijven de methodes geheim om concurrenten niet wijzer te maken, maar vandaag mag de media meekijken hoe vleugelback Trent Alexander-Arnold oefent op vrije trappen met een futuristisch helm op zijn hoofd. Snoeren lopen van het metalen apparaat naar een kastje in een kleine draagtas op zijn rug.

Mede-bedenker Niklas Häusler, gepromoveerd in neurowetenschappen en psychologie aan de universiteit van Bonn, komt met zijn team van Neuro11 na een geslaagde proef tijdens de voorbereiding in Oostenrijk regelmatig langs. Met behulp van elektroden brengt hij in kaart wat de ideale mentale staat van een speler is. Als de data van de hersengolven zijn verzameld, leert hij spelers zich in deze optimale geestelijke toestand te brengen.

„Voor het nemen van strafschoppen, als de druk enorm is, kan dit helpen", legt Häusler uit. Klopp gunt hem gratis reclame, nadat Liverpool dit seizoen na een penaltyserie zowel de FA Cup als de League Cup won. In Parijs moet de arbeid opnieuw uitkomst bieden. Klopp verstaat, zo beaamt zijn Nederlandse assistent Pepijn Lijnders, de kunst om spelers en stafleden te overtuigen van het nut van noviteiten.

Een muurschildering van Liverpool-legende Ian Rush in de buurt van Anfield. Foto Jon Super/AP

Wat opvalt, is dat iedereen lacht. Iedereen durft onder Klopp zichzelf te zijn. In Kirkby bestaat ogenschijnlijk geen onderscheid tussen schoonmakers en Mohamed Salah. Virgil van Dijk herstelde in deze omgeving van een zware knieblessure. De chirurg noch de fysio’s drongen erop aan een terugkeer te forceren, ook al miste Liverpool hem node. De captain van Oranje staat mede hierdoor in topvorm aan de vooravond van zijn derde Europese finale.

In de eindstrijd van de (gewonnen) FA Cup liet hij zich zelfs vervangen. „Mijn lichaam vertelde me dat het genoeg was", vertelt Van Dijk. „Het trok aan de noodrem. Anderhalve week rust heeft me heel goed gedaan.” De verdediger wil niet denken aan de mogelijke plek van dit team in de clubgeschiedenis, maar ziet wel dat de opmars onder Klopp van prijzen pakken een tweede natuur maakt. „Je staat er relaxter in, nu we weten wat grote duels inhouden.”

Ongeacht de uitslag wacht Van Dijk met Liverpool op zondag een rit in een open bus door de stad. Naar verwachting trekt de parade meer dan een half miljoen mensen. Het liefst zouden ze allemaal naar Parijs gaan, maar zelfs al had de UEFA meer dan twintigduizend kaarten aan de club gegeven, dan nog zou het merendeel zijn thuisgebleven. Tickets gingen vanaf 1.500 euro over de toonbank, voor velen een te groot offer in economisch lastige tijden.

Klopp trekt, net als Shankly voor hem, de supporters tijdens de tocht moreel uit het slop, zo verzekert Tabitha Cooper in The Vines. „Zo goed voor de stad”, jubelt ze. Met een klap zet ze een miniatuurversie van een paarse afvalbak met de liver bird op de bar, voor Liverpudlians een symbool van lokale trots. „Klopp mag hier niet zijn geboren, maar Scouser ben je niet door je de paarse wheelie-bin of je postcode. Het zit in je bloed. Bij hem is dat het geval.”

Van Dijk, die thuis in zijn kantoor een replica van de Champions League heeft staan, leeft toe naar de finale en noemt zijn elftal fantastisch, maar onthoudt zich van bravoure. Hopelijk wordt het een geweldige ervaring voor de aanhang.” In deze benadering klinkt zowel de geest van Shankly als Klopp door; managers uit verschillende tijdperken maar verbonden door hun onbreekbare band met de streek.