Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Ilse: ‘Dankzij autopech ontmoette ik mijn grote liefde’

Ilse (55) woont samen met de Duitse Carsten in Noord-Duitsland. Hun ontmoeting verliep op z’n zachtst gezegd nogal bijzonder.

Ilse: “Ik ging op vakantie om te verwerken. Nog één keer mocht ik van mezelf huilen om mijn nare scheiding. Ik mocht schelden, opnieuw ontdekken wie ik ben, alles van me af schrijven en dan zou het klaar zijn. Ik moest na drie jaar een punt zetten achter het verdriet en een manier vinden om mijn leven alleen vorm te geven – en een vakantie in mijn eentje leek me een mooie manier. Ik boekte een huisje aan zee in Denemarken. Hond mee, eindeloos wandelen, alles afsluiten.
Het was een fijne vakantie, waarin ik besloot: ik ben tevreden met dit leven. Ik blijf lekker vrijgezel en misschien pak ik een studie op. En ik nam me voor om vaker alleen te gaan reizen. Met een goed gevoel begon ik aan de terugweg. Omdat ik geen haast had, stippelde ik een mooie route uit, met een overtocht per veerpont en een overnachting in Duitsland.
De pont kwam aan in de buurt van de Duitse stad Glückstadt – Geluksstad dus, achteraf natuurlijk heel symbolisch. Terwijl ik van de boot reed, begon mijn auto raar te doen en honderd meter later hield hij er helemaal mee op. Ook al zo lekker symbolisch: midden op een kruising kwam ik stil te staan. Alsof mijn kleine rode autootje zei: ja, Ilse, jij hebt nu wel een besluit genomen, maar dat gaat mooi niet gebeuren.”

Echt niet mijn type

“Ik werd weggesleept naar een garage in de buurt. Het was al einde middag en de garagehouder, die geen Engels sprak en ik amper Duits, maakte duidelijk dat hij die avond plannen had en morgenochtend naar de auto zou kijken. Prima, dacht ik, mijn overnachtingshotel was een kilometer of tien verderop. ‘Kan ik een auto lenen?’ vroeg ik, maar dat kon niet. Dus keek ik eens om me heen en stelde vast dat het dorp waarin ik terechtgekomen was, in de middle of nowhere lag. ‘Is hier misschien een hotel?’ vroeg ik uiteindelijk maar.
De garagehouder, die Carsten bleek te heten, regelde een kamer in een Gasthaus in het dorp en bracht me ernaartoe. Om hem te bedanken, trakteerde ik Carsten op een biertje. Dat leek me wel zo netjes, al zag ik hem eigenlijk liever vertrekken. Hij was echt niet mijn type. Net een oude rocker. In die tijd had hij zelfs nog een Harley en hij had zo lid kunnen zijn van een foute motorclub, compleet met doodshoofden.
Na dat biertje dacht ik: ik moet van deze man af zien te komen. Omdat Carsten geen aanstalten maakte om te vertrekken, zei ik: ‘Ik ga even de hond uitlaten, tot morgen.’ Maar toen ik terugkwam, zat hij op de stoep. ‘Ik heb vanavond afgesproken met wat vrienden en kennissen in het café’, zei hij. ‘Mag ik je uitnodigen om mee te gaan?’
‘Ik mag van mijn moeder niet met vreemde mannen omgaan’, zei ik als grapje, terwijl ik dacht: hoe kom ik van die vent af? Toen zei hij: ‘Kijk om je heen: je kunt in je eentje in deze Gasthaus blijven, of je gaat gezellig mee.’ Vooruit dan maar, dacht ik, ik laat het maar gebeuren allemaal. Het was toch al een gekke dag. Carsten verdween en even later reed zo’n Amerikaanse oldtimer voor, inclusief pluchen dobbelstenen aan de spiegel. Waar kom ik in terecht, dacht ik.”

Steeds aantrekkelijker

“We reden naar het dorpscafé. Zonder enige verwachting stapte ik naar binnen, en het werd een hartstikke leuke avond. Carstens vrienden waren ontzettend aardig en geïnteresseerd. Ondanks mijn gebrekkige Duits voerden we leuke gesprekken. Carsten zelf bleek galant en beschermend, heel anders dan ik hem had ingeschat. Het werd later en later, we werden dronken en ik ging hem steeds aantrekkelijker vinden. Aan het einde van de avond ging ik met hem mee naar huis. Whatever, dacht ik, ik zie hem na morgen toch nooit meer.
Maar dat liep anders. De versnellingsbak van mijn auto was kapot en er waren twee opties. Carsten kon er een nieuwe in zetten, maar dat kostte een paar duizend euro. Of hij zou een goede tweedehands voor me zoeken, maar dat duurde langer. In het dorp is het nog steeds de grap dat Carsten dit natuurlijk slim heeft aangepakt.
De dagen daarop bracht ik door in het dorp. Overdag wandelde of schreef ik, de avonden was ik met Carsten. Dan gingen we een stadje bekijken en uit eten. Op de vierde avond zaten we in een restaurant en vertelde Carsten over zijn rocker-motorclub-leven. Ik keek naar hem en voelde ineens iets door mijn aderen stromen. Een soort energie. Ik zag zo’n mooie man onder die ruwe bolster. Deze man heeft geleefd, dacht ik, terwijl ik de afgelopen jaren alleen maar had stilgestaan. Op dat moment werd ik verliefd.”

Hoe nu verder?

“Na een week moest ik naar huis. Mijn auto was gerepareerd en mijn dochter was die dag jarig. ’s Ochtends zaten Carsten en ik aan het ontbijt en hadden we het moeilijk. We hadden zoiets moois meegemaakt, maar hoe moest het verder? Zijn dochters waren het huis uit, maar de garage bond hem aan het dorp. Ikzelf had een baan in Nederland en mijn jongste dochter van twintig woonde nog thuis. Ik moest dus terug. Maar elkaar nooit meer zien was geen optie. Dus zat er niets anders op dan een langeafstandsrelatie, vijfhonderd kilometer van elkaar.
Toen ik thuiskwam, zei ik tegen mijn twee dochters: ‘Ik ga over twee weken terug naar Duitsland, want ik heb iemand ontmoet.’ Ze vonden het hartstikke leuk voor me, maar waren wel meteen duidelijk: je gaat niet in Duitsland wonen, mam. Ik begreep dat. Ze hadden al zo’n knauw gekregen van de scheiding en nu dit weer.
Carsten en ik besloten niet te ver vooruit te kijken. We zochten elkaar zo veel mogelijk op en dan hadden we het leuk. Vaak ontmoetten we elkaar in het midden, dan hoefden we niet allebei dat hele eind te rijden. Na een maand of drie kwam Carsten naar Nederland om mijn meiden te ontmoeten. Gelukkig klikte het goed.”

Toch vertrokken

“Ondertussen merkte ik dat de hele situatie me uitputte. Doordeweeks werkte ik achter de receptie bij een bedrijf, daarnaast deed ik freelance schrijfklussen en om het weekend zat ik urenlang op de weg. Ook emotioneel gebeurde er veel. Leuke emoties, maar toch kostte dat veel energie. Dat brak me op. Ook fysiek. Op een avond stond ik op van de bank en zag met één oog ineens niets meer. De huisarts zei: volgens mij ben jij overbelast. En dat was ook zo, het was te veel allemaal.
Net in die periode zei Carsten dat hij wel iemand in de zaak kon gebruiken, voor de shop. We kenden elkaar toen een maand of negen en waren enorm naar elkaar toe gegroeid. Carsten stelde voor dat ik bij hem kwam wonen en overdag een paar uur in de garage zou werken. Daarnaast kon ik dan doen waar mijn hart lag: schrijven. Ik besprak het met mijn dochters, die inmiddels wel doorhadden dat dit geen bevlieging was. ‘We willen niet in de weg staan’, zeiden ze. ‘Doe het maar, mam.’ Dat was voor mij ontzettend belangrijk.
Niet lang daarna vertrok ik dus toch, inmiddels ruim drie jaar geleden. Ik vond het niet zozeer spannend om in het buitenland te gaan wonen – dat leek me wel een mooi avontuur. Maar het was wel een ding om de kinderen achter te laten. Duitsland is niet het einde van de wereld, maar het is toch vijf uur rijden. Vóór corona ging ik ongeveer elke zes weken terug, en heel soms kwamen de meiden naar Duitsland. In de coronatijd was het lastiger en dat was wel zwaar.
Gelukkig kan er inmiddels weer wat meer. En wat mooi is om te merken: wanneer we bij elkaar zijn, maken we ook echt tijd voor elkaar. Ik hoor van vriendinnen: jij ziet je kinderen vaker dan ik, en de mijne wonen in de buurt.”

Een fijn, rustig leven

“Van mijn stap om te verhuizen, heb ik nooit spijt gehad. Ik voel me zo goed hier. Carsten en ik hebben het heerlijk samen. Hij heeft een boot uit Nederland gehaald, een platbodem die hier in de haven ligt. Bij mooi weer gaan we varen over de Elbe. Ook spreken we veel af met vrienden. Ik vind het bijzonder hoe snel ik in zijn vriendenkring ben opgenomen, ik voel me heel welkom. En verder hebben we gewoon een fijn, rustig leven samen. Overdag werk ik dus in de shop van de garage. Autokennis heb ik niet, maar ik heb hierdoor wel razendsnel goed Duits geleerd en de mensen leren kennen.
Als je vraagt of het toeval was dat mijn autootje er destijds mee ophield, of dat het zo moest zijn, ben ik geneigd om toeval te zeggen. Maar het is wel een heel mooi toeval. En ik heb er het maximale uitgehaald, denk ik.
Wat niet wegneemt dat ik me nooit zorgen maak. Wat als ik ziek word? Of Carsten? Wat als ik ooit oma word, is het dan nog zo leuk om op afstand te wonen? Daar kan ik soms wel over nadenken. Maar aan de andere kant: wat de toekomst brengt, weet je toch niet. Als iemand ooit had gezegd: over vijf jaar woon jij in Duitsland met een oude rocker, had ik diegene ook keihard uitgelachen.”

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.