Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Historische samensmelting Nederlands en Duits landmacht een feit

Vandaag wordt de derde en laatste grote Nederlandse landmachtbrigade 'onder bevel gesteld' van een Duitse divisie, en daarmee gaat de Nederlandse landmacht grotendeels op in het Duitse leger. Een historische stap, aldus oud-commandant der landstrijdkrachten Mart de Kruif.
Vandaag wordt de derde en laatste grote Nederlandse landmachtbrigade 'onder bevel gesteld' van een Duitse divisie, en daarmee gaat de Nederlandse landmacht grotendeels op in het Duitse leger. Een historische stap, aldus oud-commandant der landstrijdkrachten Mart de Kruif. (Freek van den Bergh)

Dat de drie grootste landmachtbrigades onder Duits bevel vallen, wil overigens niet zeggen dat Nederland geen zeggenschap meer heeft over eigen troepen. Volgens De Kruif beschikt Nederland altijd over de mogelijkheid om zijn troepen terug te roepen, mocht het zeldzame geval zich voordoen dat Nederland en Duitsland andere dingen willen op het gebied van defensie.

Lees ook | 'Historische samenwerking' Duitsland en Nederland in de maak

Maar in de lijn der verwachting ligt dat niet, denkt De Kruif. In plaats daarvan zal de samenwerking juist iets opleveren op het gebied van hiërarchie. 'In de afgelopen 20 jaar zijn door bezuinigingen landmachtdivisies opgeheven', zegt hij. 'En die divisies zijn de staven die je nodig hebt om de brigades (eenheden van 3.000 man, red.) goed aan te kunnen sturen, zowel in een conflict als in vredestijd om te kunnen oefenen.'

Te weinig brigades

Bij de oosterburen was juist het omgekeerde het geval - zij hadden te weinig brigades om de divisies te kunnen vullen. 'Hoe simpel is het dan dat je als Nederland zegt 'wij vullen die divisies wel, en we gaan heel nauw met elkaar samenwerken'?'

‘Als je in Afghanistan schouder aan schouder met de Duitsers opereert, waarom zou je dat dan niet in een normale oorlogssituatie doen?’
Mart de Kruif, oud-commandant der landstrijdkrachten

De nauwere samenwerking resulteert dus onder meer in meer trainingen samen, iets dat op zijn beurt weer voortkomt uit het feit dat Duitsland en Nederland al ruim twee decennia samen op missie gaan. 'Als je in Afghanistan schouder aan schouder opereert met de Duitsers, waarom zou je dan niet in een normale oorlogssituatie schouder aan schouder kunnen opereren met diezelfde Duitsers?'

Winst

Volgens De Kruif is er alleen maar sprake van winst bij de samenvoeging. Met name op het gebied van opleiding, training, onderhoud van de systemen, 'dus eigenlijk is er niet echt een reden om het niet te doen.'

Lees ook | 'Het is de vraag of de Duitsers wel okselfris naar Nederland komen'

Ook op strategisch gebied wordt er winst geboekt, omdat De Kruif vindt dat met de fusie aangetoond wordt dat de belangen van Nederland en Duitsland - als het gaat om buitenlandse- en veiligheidspolitiek - altijd met elkaar in de pas lopen. 'En als dat zo is, is er eigenlijk geen reden om onze krijgsmachten niet zoveel mogelijk samen te laten werken.'

Uniek

De absorptie van de grote landmachteenheden door de Duitse strijdkrachten is ook een unicum, zo weet De Kruif. 'Ik ken geen voorbeelden waarbij de drie grote gevechtseenheden die een land heeft, zijn ondergebracht in een divisie van een eenheid van een ander land', zegt hij. 'Dus wat dat betreft geven Duitsland en Nederland wel een voorbeeld.'

Lees ook | 'De twee beste economieën van Europa moeten met een masterplan komen'

Een opstapje naar een Europees leger durft De Kruif het echter niet te noemen, al zou het wel als eerste stap in die richting kunnen worden beschouwd. 'Maar een Europees leger gaan wij de komende 50 jaar nog niet zien', concludeert hij. 'Dan vraag je eigenlijk ook van alle Europese landen dat ze dezelfde visie hebben omtrent veiligheid en buitenlands beleid, maar dat is nu niet zo. Kijk maar naar de problemen van Hongarije met de Zweedse toetreding tot de NAVO. Dus voordat je het van bovenaf een Europees leger kan noemen, kun je heel lang wachten. Maar dat neemt niet weg dat we de verantwoordelijkheid hebben om van onderaf te beginnen.'