Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Het Parool | Regisseur Fukada over Love Life: 'Plotseling in puin'

Door Het Parool/Joost Broeren-Huitenga

Welke nieuwe films moet je zien? Op woensdag zetten we de nieuwe releases op een rij en selecteren we de film van de week. Dit keer: Love Life van Kôji Fukada, over hoe een ogenschijnlijk gelukkig gezin na een tragedie uiteenvalt in eenzame onderdelen.

Dit artikel is afkomstig uit Het Parool. Elke dag verschijnt een selectie van de beste artikelen uit de kranten en tijdschriften op NU.nl. Daar lees je hier meer over.

Films gebaseerd op boeken zijn er volop. Films gebaseerd op toneelstukken zijn ook niet zeldzaam. Films gebaseerd op videogames zijn een groeimarkt. Maar films gebaseerd op popsongs?

Kôji Fukada (42) voegt met Love Life een film toe aan die kleine niche in het filmlandschap. Hij liet zich voor de film inspireren door het gelijknamige liedje van de Japanse zangeres Akiko Yano uit 1991, dat ook meermaals in Love Life te horen is. "Ik hoorde het rond mijn twintigste voor het eerst", vertelt Fukada. "Sinds dat moment denk ik al na over deze film."

Niet dat het een directe verfilming is, overigens. Het liedje heeft sowieso geen verhaal als zodanig - het is een wat abstracte lofzang op de liefde. Fukada's film duikt juist in de duisternis die achter dat sentiment kan huizen.

"Het liedje had twee elementen die me raakten", vertelt de filmmaker. "Ten eerste het idee dat mensen fundamenteel eenzaam zijn. En ten tweede het feit dat tragedie je kan overvallen, zonder enige waarschuwing. Dat laatste hangt voor mij ook samen met het feit dat er in Japan een bovengemiddelde kans op natuurlijke rampspoed is - stormen, aardbevingen, tsunami's. Je leeft je dagelijks leven en plotseling ligt alles in puin."

Net getrouwd

Aan de tragedie in Love Life komt geen episch natuurgeweld te pas, maar voor hoofdpersonage Taeko is het niet minder alomvattend. Zij leidt een ogenschijnlijk gelukkig leven: ze is onlangs getrouwd met haar tweede echtgenoot Jiro, een lieve stiefvader voor haar zes jaar oude zoon Keita uit haar eerdere huwelijk.

Met dat samengestelde gezin weerspiegelt Fukada iets van de liefdevolle afstand die in het liedje van Akiko Yano een hoofdrol speelt. Maar het is voor hem ook gewoon een reflectie van hoe de wereld er vandaag uitziet. "Dit soort families zijn bepaald niet uitzonderlijk meer, eerder alledaags. Maar als je naar de tv kijkt, zeker naar de reclameblokken, dan is het klassieke gezin nog steeds de standaard. Zo zit de samenleving niet meer in elkaar. Ik wil proberen de wereld te tonen zoals hij is."

Die ambitie bepaalde ook op andere manieren de stijl van de film. Bijvoorbeeld in het feit dat de duistere onderwerpen zich vaak afspelen tegen een opvallend zonnige achtergrond. "In het leven is het soms zonnig en soms bewolkt - en dat sluit niet per se aan bij je gemoed", legt Fukada uit.

Gebarentaal

De regisseur neemt in Love Life eerst de tijd om Taeko's gezinssituatie geloofwaardig neer te zetten. Als Keita vervolgens een ernstig ongeluk krijgt, opent zich een beerput van familie-ellende. Jiro's ouders, die om de hoek wonen en het gezin van hun zoon in alles leken te steunen, blijken allerlei ressentiment richting Taeko te hebben. Haar status als gescheiden vrouw zit ze dwars, net als het feit dat ze hen nog altijd geen 'echt' eigen kleinkind heeft bezorgd. Ook drijft het ongeval Taeko's Zuid-Koreaanse, dove ex-echtgenoot Park Shinji terug haar leven in, en komt Jiro's ex-vriendin Yamazaki weer in beeld.

Regisseur Kôji Fukada: 'Ik hoorde het liedje rond mijn twintigste voor het eerst. Sinds dat moment denk ik al na over deze film.'Foto: Comme des Cinémas

Het zijn spiegels voor de afbrokkelende relatie van Taeko en Jiro, die steeds meer een huls om een fundamentele eenzaamheid blijkt. Dat wordt voor Jiro nog versterkt doordat Taeko en Park onderling gebarentaal spreken, wat Jiro niet kan volgen - een vernuftige visualisatie van het feit dat hij ook altijd buiten het gevoelsleven zal staan dat Taeko en haar ex delen.

Fukada ontdekte de filmische potentie van gebarentaal toen hij in 2018 werd uitgenodigd voor een workshop op het Tokio International Deaf Film Festival, vertelt hij. "Ik leerde er veel doven kennen en zag hoe filmisch gebarentaal is. Niet alleen omdat het communicatie in bewegingen is, maar ook door het belang van blikken, van elkaar aankijken. Doordat ik me daarvan bewust werd, zag ik ook weer scherper hoe mensen die wel kunnen horen, elkaar juist níet aankijken wanneer ze met elkaar praten. Dat werd uiteindelijk een belangrijk motief in de film."

Die afstand voert weer terug op dat popliedje dat aan de basis van de film stond. "Een van de regels daarin is: 'ook al zijn we ver van elkaar, toch kunnen we van elkaar houden'", legt de regisseur uit. "Dat gevoel van afstand wilde ik ook in de film overbrengen."

Kôji Fukada

Kôji Fukada, geboren in 1980 in een voorstad van Tokio, groeide als zoon van een enorme filmfan op in een huis met honderden videobanden. Na zijn filmopleiding aan de universiteit van Tokio werkte hij niet alleen als filmmaker maar ook als theaterregisseur. In de twintig jaar sinds zijn speelfilmdebuut The Chair (2002) groeide hij gestaag uit tot een van de interessantste Japanse filmmakers van zijn generatie. Met Harmonium (2016) won hij de Un Certain Regard-juryprijs in Cannes; Love Life werd vorig jaar geselecteerd voor de competitie van het filmfestival van Venetië. De verhalen van zijn films Harmonium (2016) en The Man from the Sea (2018) publiceerde hij in Japan ook als romans.

Ga gratis verder

Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen