Door Thijs Rösken
Autofabriek VDL Nedcar gaat in november al een groot deel van het personeel ontslaan. Duizend werknemers en nog eens 800 uitzendkrachten die in Born werken, moeten in november vertrekken. Dat terwijl de fabriek nog tot maart 2024 MINI's maakt voor BMW.
Vanaf november kunnen er nog 2.100 mensen blijven werken, tegen bijna 4.000 nu. Naar verwachting moet de groep die kan blijven in het voorjaar van 2024 alsnog vertrekken. VDL Nedcar heeft geen nieuwe opdrachten die in de plaats van de productie voor BMW kunnen komen. Dus is nog maar één ploegendienst nodig.
Vakbonden en het bedrijf liggen al enige tijd met elkaar overhoop en medewerkers hebben ook al meermaals de fabriek stilgelegd en gestaakt. Volgens een VDL-woordvoerder heeft het besluit om al eerder afscheid te nemen van personeel niets met die stakingen te maken.
Personeel staakt uit onvrede met vertrekvergoeding
Medewerkers zijn ontevreden over de vertrekregeling als het werk in Born ophoudt. Volgens hen zou het industriële moederbedrijf VDL meer kunnen bijdragen.
VDL vindt echter dat het sociaal plan, dat de vertrekvergoeding regelt, wel riant is. En dat de vergoeding twee keer zo hoog is dan wettelijk vereist. Ook biedt VDL nog een nog een vertrekbonus van maximaal 7.500 euro, die personeel kan krijgen als de autofabriek voor het einde van het contract netjes de besproken hoeveelheid MINI's produceert.
Die bonus die gaat per 1 juni 2023 in, laat VDL weten tegelijk met het besluit om in november banen te schrappen. "Dus ook de groep werknemers die in november stopt komt hiervoor in aanmerking", zegt een woordvoerder. De bonushoogte is afhankelijk van het aantal gewerkte dagen.
'Geen olie op het vuur in verhouding met personeel'
VDL Nedcar denkt dat de aankondiging om alvast 1800 werkenden aan de kant te zetten nog meer olie op het vuur gooit in de verhoudingen tussen werknemers en het bedrijf. "Dit komt niet als verrassing. We hebben al eerder dit voorjaar laten weten dat de productie van auto's richting het einde van het contract al eerder iets wordt afgebouwd", zegt de woordvoerder.
Moederbedrijf VDL wil in Born wel nieuwe auto's produceren, maar heeft nog geen contracten hiervoor afgesloten met automerken. Ook wil het bedrijf andere activiteiten in Limburg starten, zoals assemblage van autobatterijen, de productie van zelfrijdende auto's en het coaten van remschijven. En VDL kan activiteiten van andere dochterbedrijven in de regio Eindhoven mogelijk naar de Limburgse fabriek verplaatsen.
Zodoende moet er op den duur weer meer werk komen voor de fabriek in Born. Maar dat komt niet op tijd voor de huidige werknemers die hun baan verliezen.