Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Eric Schneider: acteur van het grote gebaar en de grote rollen

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Necrologie

Eric Schneider 1934-2022 Eric Schneider schreef theatergeschiedenis als nozem-Hamlet, en speelde meer dan 150 hoofdrollen in zijn indrukwekkende carrière. Klein spelen vond hij het allerslechtste idee dat er bestond.

Het grote toneelgebaar was de ‘leerschool’ van acteur Eric Schneider. In de jaren vijftig maakte hij kennis met dat grote gebaar, die weidse geste en de ver dragende articulatie op de Toneelschool Maastricht, hij leerde het van acteurs als Coen Flink, Guido de Moor en Ko van Dijk en vooral: hij verfijnde deze acteerstijl gedurende de tientallen jaren dat hij in de schouwburgen door heel Nederland optrad. Het werd zijn kenmerk.

Schneider was ook de acteur van de grote rollen: Hamlet, Oedipus, Ivanov, Macbeth, Orestes, Faust en Mephisto. In een interview zei hij eens dat het „klein maken van het toneelspel het allerslechtste idee in het theater is”. En: „Nergens ter wereld kent men dat, alleen in Nederland. Oedipus en Hamlet zijn nu eenmaal groter dan groot, die personages moet je niet verkleinen.” Maandag overleed Schneider ten gevolge van een val, hij werd 87 jaar oud.

Er is een rol waardoor hij voor altijd herinnerd zal worden en waarmee hij theatergeschiedenis schreef, dat was Shakespeares Hamlet uit 1966 voor Nieuw Rotterdams Toneel. Het werd de befaamde eerste ‘nozem-Hamlet’ of ook de ‘Hamlet in spijkerbroek’, hoewel Schneider een leren broek droeg. Hij verwierf er op 32-jarige leeftijd de Louis d’Or mee. Het was voor die tijd een unicum dat een toneelstuk zo op de tijdgeest werd geregisseerd, door Coen Flink, en zo gespeeld.

Schneider zei destijds over zijn rol dat hij Hamlet wilde spelen als een „jongen van onze tijd”. Deze moderne enscenering van een klassiek stuk was niet eerder in Nederland vertoond. Schneider vond met zijn vertolking aansluiting bij de opstandige jeugd van destijds die opkwam tegen het gezag van hun vaders en van de autoriteiten. In een interview met het Algemeen Handelsblad zei hij over deze rol dat hij Hamlet wilde vertolken als „een verstandelijke idealist, die een weg zoekt uit de onzekerheid en de chaos van zijn tijd”. Schneider voelde zich „aangetrokken door de intellectuele provo’s”.

Schneider werd op 30 augustus 1934 geboren in het toenmalige Nederlands-Indië, waar zijn vader leraar Duits was aan een middelbare school. Zijn moeder regisseerde tijdens feestavonden toneelstukken. Tussen zijn zevende en elfde werd hij, samen met zijn moeder en jongste broer Hans, geïnterneerd in een Japans burgerkamp. Zijn oudere broer, de latere schrijver en diplomaat Carel Jan (die publiceerde onder het pseudoniem F. Springer), kwam in het jongenskamp terecht. In die kampjaren was de jonge Eric de oudste man tussen duizenden vrouwen. Het heeft, naar eigen zeggen, zijn leven beïnvloed: „De vrouwen spraken, zover ik me herinner, nooit over hun mannen. Alsof dat taboe was. Toen ik in 1947 in Nederland aankwam, stond ik verbijsterd van de mannen en vaders die als vanzelfsprekend hun dominante positie weer innamen. Die verbazing is beslist van invloed geweest op mijn rol van Hamlet.”

Schneider was verbonden aan tal van gezelschappen, waaronder Theater uit Arnhem, Nieuw Rotterdams Toneel, Globe, De Appel en Publiekstheater. In 1960 voltooide hij zijn opleiding aan de Toneelschool en debuteerde hij bij Theater in Het Zuiden (Le Sud) van de Franse schrijver Julien Green. In die tijd trouwde hij met vertaalster Joséphine Soer, met wie hij tal van toneelbewerkingen maakte, onder meer van List en Liefde (Kabale und Liebe) van Friedrich Schiller. Zijn tweede echtgenote was actrice Will van Kralingen, moeder van zijn zoons Olivier en Beau. Vader Eric en zoon Beau, ook acteur, traden in 2013 op in het toneelstuk Levenslang theater (A Life in the Theatre) van David Mamet, dat gaat over een jongere acteur die in de voetsporen treedt van een oudere. Voor Schneider was het destijds een „troostgevende gedachte” dat hij de geheimen, ervaringen en vakkennis door kon geven aan een nieuwe generatie.

Schneider speelde in zijn eigen levenslange theater meer dan 150 hoofdrollen. Toch sprak hij vaak over de vluchtigheid van het toneel als „rook, rook!” en „Je knipt met je vingers en het is voorbij”. Om die vluchtigheid tegen te gaan begon Schneider te tekenen en schilderen. Vooral het getekende werk van zijn toneelrollen is verrassend knap en treffend.

Zijn klassieke acteerstijl kwam hem, zeker in de jaren zeventig en tachtig, ook duur te staan: in die tijd kwam het kleiner spelen op en werd zijn manier van ‘groot’ spelen ouderwets bevonden. Schneider kreeg in de jaren tachtig het verzoek zich te verbinden aan Schauspielhaus Bonn, maar dat werd geen succes. De toneelfabrieken die de Duitse gezelschappen zijn, gecombineerd met de geringe invloed die acteurs hebben op de enscenering, deed hem besluiten terug te keren naar Nederland.

In samenwerking met regisseurs als Hans Croiset, Erik Vos en Ger Thijs werkte Schneider gestaag door aan een indrukwekkende carrière, met als hoogtepunt Goethes Faust 1 & 2 (1985) bij De Appel in de regie van Hans Croiset. Deze legendarische voorstelling bracht twee grote spelers van het theater samen, Schneider als Faust en Guido de Moor, steracteur van de Haagse Comedie, als Mephisto. Een van Schneiders latere rollen was in Gloed (2003) naar de gelijknamige roman van de Hongaarse schrijver Sándor Márai. Het werd, met tegenspeler Dries Smit, gebracht als 50-jarig acteursjubileum van Schneider in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag in 2010. Het stuk gaat over de vriendschap tussen twee oudere mannen. Schneider verwierf er in 2003 de NRC Publieksprijs mee.

Al vroeg in zijn carrière begon Schneider zelf toneelstukken te schrijven, waaronder Rinkelrooien, Theodoor, een total loss en het melancholieke Nocturne over een acteur die terugblikt op het toneelspelersleven.

Ook was Schneider, al sinds de jaren zestig, veelvuldig op televisie te zien. Het meest recent in de veelgeprezen, indrukwekkende rol van prins Bernhard in Bernhard – Schavuit van Oranje (2010). Op 19 mei van 2019 nam Schneider afscheid van het toneel in de Haagse Schouwburg in de theaterreeks De Indië Monologen. Hij las een adembenemend verhaal voor uit zijn boek Een tropische herinnering, zijn literaire debuut uit 2013. Hierin ontmoet de acteur Schneider bij Toneelgroep De Appel de Japanse regisseur Yoshi Oide, die Eindspel regisseert van Beckett. Tijdens de repetities komen acteur en regisseur erachter dat de atoombom op Hiroshima hun levens heeft beïnvloed: Schneiders kamptijd was hiermee voorbij en de jonge Oide logeerde toevallig bij zijn familie ver in de bergen, en verloor zijn familie. Hoewel Schneider bij zijn afscheid geen toneelrol gaf, komen in dit verhaal toneel en zijn Indische verleden samen.

Dat tekende de Eric Schneider van de laatste jaren; hij leefde in het besef van het theater als rook en vluchtigheid, en zijn Indische herinneringen kwamen steeds sterker terug. Recent verscheen van zijn hand Een relaas van vriendschap en liefde, een boek dat ook teruggrijpt op Indië. In Schneiders eigen woorden gaat het over „liefde en vriendschap in hun puurste vorm, mits wederzijds; zo niet, dan ligt drama op de loer. Toen mijn familie uit Indonesië terugkwam, was ik daar getuige van. Twee bijzondere drama’s achter de duinen van Scheveningen die mijn blik op het leven grondig veranderden.”