Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Een ballet dat te kort lijkt, dat kan dus ook

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Recensie Theater

Dans Zelfs de Heimlich-greep flitst even voorbij in de prachtige choreografie die Crystal Pite rond het thema 'redding' maakte. Nederlands Dans Theater 2 voert haar werk op met twee andere choreografieën.

Het gebeurt maar zelden dat een ballet voor het gevoel wat aan de korte kant is en best nog langer had mogen duren. Integendeel, veel choreografieën, zowel klassiek als hedendaags, duren langer dan dansinhoudelijk gerechtvaardigd.

Maar Ten duets in a theme of rescue (2008) van de Canadese choreograaf Crystal Pite is een ballet dat je ietwat hongerig achterlaat na slechts veertien intense minuten. Haar ballet is een van de drie delen van het gemengde programma Climb the Sky dat Nederlands Dans Theater 2 tot eind april opvoert.

De titel van Pites choreografie verraadt al enigszins de sfeer van het stuk: het toneel is onherbergzaam, met hard tegenlicht en grimmige klanken van filmcomponist Cliff Martinez. De duetten lopen soepel in elkaar over terwijl de dansers bijna onafgebroken met elkaar in contact blijven. Het is een fantasierijke, kraakhelder gearticuleerde opeenvolging van sturen, steunen, leunen en tillen. Er flitsen beelden voorbij van drenkelingen, ondersteunde, uitgeputte of teder beschermde lichamen, een reddende hand. Zelfs de Heimlich-greep is een fractie van een seconde te zien.

Dat klinkt voor de hand liggend, maar Pite weeft om die herkenbare bewegingen een inventieve, rijke choreografie voor de uitstekende dansers Connor Chew, Ricardo Hartley III, Samuel van der Veer, Sophie Whittome en Viola Busi.

Ook de dansers in About Now van Fransman Noé Soulier, dat donderdag in Den Haag zijn wereldpremière beleefde, beheersen de danstaal tot in de puntjes. Het stuk verrast omdat het een ‘gewoon’ muziekballet is, op delen uit Bachs Kunst der Fuge – uitstekend materiaal voor de jonge dansers.

Soulier spiegelt de melodische lijnen in Bachs contrapunt door in de choreografie doorgetrokken bewegingen te contrasteren met driftigere dansthema’s, of door combinaties van verschillende bewegingsmotieven te herhalen. Soms laat hij de choreografische polyfonie even samenkomen in synchrone groepsbewegingen.

De erfenis van choreograaf William Forsythe (Ballet Frankfurt, The Forsythe Company) is onmiskenbaar, met name diens vroege werk uit de jaren tachtig waarin hij de klassieke techniek onderwierp aan deconstructie en posities extreem doortrok: overstrekte armen, overdreven torsies, ports de bras áchter het lichaam, duizelingwekkend hoge benen.

Niet alleen het zeer abrupte einde is een verrassing. Opmerkelijk is ook dat dit knappe werk bij NDT te zien is; het ligt eigenlijk meer in de lijn van Het Nationale Ballet. Out of Breath (2002) van de Zweedse choreograaf Johan Inger is juist weer helemaal NDT. Inger werd als danser bij de groep gevoed met werken van onder anderen Jirí Kylián (van 1975 tot 1999 artistiek directeur van NDT) en van de Zweedse choreograaf Mats Ek. Die invloeden zijn in dit vroege werk van Inger nog duidelijk aan te wijzen. Het is een prima vehikel voor de zeven jonge dansers, die stuk voor stuk uitblinken.