De etnisch-Armeense autoriteiten in Nagorno-Karabach zijn akkoord gegaan met het toelaten van hulpgoederen uit Azerbeidzjan. In ruil zou de blokkade door Azerbeidzjan van de enige weg van Armenië naar Nagorno-Karabach worden opgeheven.
In Nagorno-Karabach, waar zo'n 120.000 etnische Armeniërs wonen, zijn door de blokkade grote voedsel- en medicijntekorten ontstaan. Het gebied is sinds begin jaren 90 een bron van conflict tussen de twee buurlanden in de Kaukasus. In die periode wist de enclave zich in een bloedige burgeroorlog af te scheiden van Azerbeidzjan.
In 2020 heroverde Azerbeidzjan de macht over een deel van de enclave in een zes weken durende oorlog. Daarbij vielen meer dan 6500 doden. Een Russische vredesmacht houdt toezicht op de naleving van het staakt-het-vuren dat toen werd overeengekomen.
Lachin-corridor
Azerbeidzjan heeft van oudsher nauwe banden met Turkije, waar Armenië sterk afhankelijk is van de steun van Rusland. Na de oorlog van 2020 werd afgesproken dat Moskou de vrije doorgang tussen Armenië en Nagorno-Karabach via de zogeheten Lachin-corridor zou garanderen. Maar mede doordat Rusland zijn handen vol heeft aan de oorlog in Oekraïne, is de invloed van Rusland er beperkt.
De jongste afspraken, die gisteren werden gemaakt, kwamen op de dag dat het separatistische parlement van Nagorno-Karabach een nieuwe president koos. Diens aanstelling wordt door Azerbeidzjan verworpen als illegaal. Ook beschuldigde Azerbeidzjan Armenië ervan het vuur te hebben geopend op troepen, wat Armenië ontkent.