Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

CO2 compenseren door bomen te planten – maar dan brandt het bos af

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Bosbranden Veel bedrijven compenseren hun uitstoot van broeikasgassen door bomen te planten. Maar wat gebeurt er met die emissierechten als zo’n compensatiebos afbrandt?

Bij Microsoft, bij BP en Shell, en bij luchtvaartmaatschappijen als KLM en easyJet zullen ze deze zomer met enige zorg naar de vele bosbranden hebben gekeken. Deze bedrijven betalen – net als veel andere – voor aanleg of onderhoud van bossen om daarmee hun eigen uitstoot van broeikasgassen te compenseren. Voor iedere ton kooldioxide die in bomen wordt vastgelegd, ontvangt het bedrijf een emissiecertificaat. De handel in deze certificaten is inmiddels een miljarden-business.

Het is ook een slim idee. Bomen nemen CO2 op, groeien van de koolstof en geven de zuurstof weer af. Een bedrijf dat bomen plant, of complete bossen aanlegt, helpt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer te verminderen en mag die vervolgens aftrekken van de eigen uitstoot. Win-win, zo lijkt het: meer natuur en minder broeikasgassen, terwijl bedrijven op een betaalbare manier aan hun milieuverplichtingen voldoen, en ook nog eens hun ‘groene’ imago kunnen oppoetsen.

Maar wat gebeurt er als zo’n compensatiebos in vlammen opgaat, waardoor alle opgeslagen CO2 toch weer in de atmosfeer belandt? Zou het bedrijf dan de vrijgekomen CO2 niet alsnog in zijn eigen koolstofboekhouding moeten opvoeren?

Critici wijzen mede daarom zo’n compensatiesysteem af. De CO2 die bedrijven uitstoten blijft eeuwenlang in de atmosfeer, zeggen zij. Om die uitstoot werkelijk te compenseren, zou de compensatiebossen dus gedurende vele generaties moeten worden onderhouden. Maar bomen worden soms (legaal of illegaal) gekapt, ze kunnen ziek worden en als ze doodgaan komt de CO2 toch weer langzaam vrij. En een bosbrand kan in één klap alle klimaatwinst tenietdoen.

Dat het bij een bosbrand niet om kleine hoeveelheden CO2 gaat, blijkt wel uit de cijfers. De Copernicus Atmosphere Monitoring Service (CAMS) van de Europese Unie becijferde dat in 2021 bij branden op het noordelijk halfrond maar liefst 1,76 gigaton kooldioxide vrijkwam. Dat is meer dan het dubbele van de CO2-uitstoot van heel Duitsland. Ook dit jaar waren bosbranden in Europa verantwoordelijk voor veel extra broeikasgassen. Precieze cijfers zijn er nog niet, maar volgens CAMS staat wel vast dat de uitstoot door bosbranden deze zomer de hoogste was van de laatste vijftien jaar door de vele branden in Spanje, Portugal en Zuidwest-Frankrijk.

Uitstoot door bosbranden was deze zomer de hoogste van de laatste vijftien jaar

Het Amerikaanse ruimtevaartcentrum NASA, dat met behulp van satellieten veel atmosferische data verzamelt, concludeerde dat Californische natuurbranden in 2020 ruim 90 miljoen ton CO2 hadden uitgestoten. Dat is 50 procent meer dan de CO2-emissies van de complete energiesector in Californië. „Bosbranden zorgen voor koolstofemissies die het klimaat beïnvloeden en leiden tot gebeurtenissen die op hun beurt bijdragen aan nog meer bosbranden”, schrijft NASA.

Brandweermannen op weg om het zogenoemde Bootleg Fire te blussen in juli 2021. Foto Nathan Howard/AP Photo

Californië, waar emissiehandel met behulp van boscertificaten een grote vlucht heeft genomen, heeft daar iets op gevonden. Bosbouwbedrijven die emissiecertificaten verkopen moeten een buffer aanhouden van bomen waarvan ze de opgeslagen CO2 niet mogen verhandelen. Het gaat om 2 tot 4 procent voor het geval een bos in vlammen opgaat. Ook voor eventuele insectenplagen en andere boomziektes moeten bomen achter de hand worden gehouden, net als voor de gevolgen van droogte of storm (samen nog eens ongeveer 6 procent). Daarnaast mag 9 procent van de vastgelegde emissies niet worden verkocht om ‘menselijke risico’s’ op te vangen, zoals een faillissement van het bosbouwbedrijf of (illegale) houtkap. Al met al moeten de bosbouwbedrijven een ‘spaarpot’ aanhouden van zo’n 20 procent. Ze moeten dus van iedere vijf bomen die ze planten één boom in reserve houden voor als een van de andere vier doodgaat.

De kopers van de boscertificaten zijn dus zelf niet direct verantwoordelijk voor in hoeverre die de bespaarde hoeveelheid CO2 echt weerspiegelen. Toch maakt een bedrijf als Microsoft zich grote zorgen over de bosbranden. Niet alleen zal de prijs van de certificaten fors stijgen als het brandgevaar door klimaatverandering verder toeneemt, ook kan het vertrouwen in de emissiehandel en dus in de groene ambities van bedrijven erdoor worden aangetast.

Elizabeth Willmott, projectmanager van Microsofts programma voor CO2-compensatie, pleitte daarom in 2021 op een bijeenkomst over emissiehandel voor een betere inschatting van de risico’s van deze manier van compenseren. Op het moment van Willmotts pleidooi ging een deel van Microsofts vastgelegde emissies letterlijk in rook op. Bij het beruchte Bootleg Fire, een immense bosbrand in Klamath Falls in Oregon, werden ook de bossen waarin Microsoft miljoenen had geïnvesteerd getroffen. „We willen niet dat we hierdoor gedwongen worden om ons terug te trekken uit nature-based oplossingen”, aldus Willmott.

Voor Microsoft, dat in totaal al meer dan een miljard dollar kwijt is aan klimaatcompensatie, is het bosbouwprogramma van groot belang om de belofte van klimaatneutraliteit in 2050 waar te maken. Microsoft streeft naar neutraliteit voor de complete waardeketen van zijn producten, dat wil zeggen inclusief het gebruik ervan door consumenten en zelfs inclusief de eigen emissies uit het verleden. Het gaat in totaal volgens de techgigant om ongeveer 1,3 miljoen ton CO2. Zonder bomen is die hoeveelheid voorlopig onhaalbaar.

De vraag is of de boscertificaten op termijn houdbaar zijn. Zeker is dat de huidige bomenbuffers die aan die certificaten gekoppeld zijn ontoereikend zijn. Volgens CarbonPlan, een organisatie die emissiehandel en bosbouwprojecten onderzoekt, zijn de reserves in Californië berekend op maximaal één extreem brandseizoen per vier jaar – terwijl twee van de laatste drie seizoenen als extreem kunnen worden aangemerkt. Volgens een recent wetenschappelijk onderzoek is in de afgelopen tien jaar al een vijfde van de buffervoorraad uitgeput. Dat is een hoeveelheid die eigenlijk bedoeld was voor een hele eeuw.