Chipconcern Nvidia maakte donderdag een opvallende koerssprong op de aandelenbeurzen in New York. Beleggers op Wall Street reageerden buitengewoon positief op de sterke kwartaalresultaten en vooruitzichten van Nvidia. De producent van elektrische voertuigen Nikola dook daarentegen juist hard omlaag na een dreigement van beursexploitant Nasdaq dat het bedrijf zijn beursnotering kan kwijtraken.
Nvidia eindigde met een plus van 24,4 procent en bereikte daarmee de hoogste koers ooit. Het concern verklaarde dat het de vraag naar chips voor datacenters nauwelijks kan bijbenen. Door de grote aandacht voor AI-toepassingen moeten veel datacentra van andere chips worden voorzien. Nvidia schroeft daarom ook de productie van alle halfgeleiders voor datacentra op. Branchegenoten AMD en Micron Technology liftten mee met plussen van respectievelijk 11 en 4,6 procent.
De technologiegraadmeter Nasdaq won 1,7 procent op 12.698,09 punten, dankzij de sterke stijging van Nvidia. De brede S&P 500 steeg 0,9 procent tot 4151,28 punten, maar de Dow-Jonesindex daalde 0,1 procent op 32.764,65 punten.
Nikola kelderde meer dan 20 procent. Nasdaq zei dat de onderneming niet voldoet aan bepaalde eisen voor een beursnotering. Het aandeel Nikola is dit jaar al hard in waarde gedaald en staat nu op het laagste niveau ooit.
Best Buy steeg ruim 3 procent. De elektronicaketen boekte afgelopen kwartaal meer winst dan verwacht. De omzet viel wel lager uit dan voorzien doordat consumenten vanwege de hoge inflatie minder uitgeven aan elektronica. Het concern handhaafde echter zijn jaarverwachtingen.
Snowflake werd 16,5 procent lager gezet. Het cloudbedrijf, waar de Nederlander Frank Slootman topman is, gaf een tegenvallende verwachting af voor het huidige kwartaal. Ook werd de omzetverwachting voor het hele jaar verlaagd doordat bedrijven voorzichtiger zijn geworden met de uitgaven aan cloudsoftware vanwege de onzekere economische omstandigheden.
De euro was 1,0722 dollar waard, net als bij het slot van de Europese beurshandel. Een vat Amerikaanse olie kostte 3,2 procent minder op 71,97 dollar. Brentolie werd 2,7 procent goedkoper op 76,23 dollar per vat.
