Netherlands
This article was added by the user . TheWorldNews is not responsible for the content of the platform.

Bijna alle gemeenten nemen inmiddels schulden van burgers over

Het overgrote deel van de gemeenten in Nederland neemt met een saneringskrediet schulden over van mensen die ze zelf niet meer kunnen aflossen. Dat stelt het Waarborgfonds Saneringskredieten vast na onderzoek. Het fonds zegt "blij verrast" te zijn met de groeiende populariteit van het saneringskrediet, want het neemt doorgaans veel stress weg bij de schuldenaar.

Het saneringskrediet is een alternatief voor de traditionele schuldbemiddeling. Bij die oude regeling blijven schuldeisers drie jaar lang in beeld. In die periode lost de schuldenaar maandelijks af wat hij kan missen (de afloscapaciteit: alles boven het bestaansminimum). Als het lukt om aan die verplichting te voldoen, strepen de schuldeisers na die 36 maanden de schulden weg.

Bedrag ineens

Bij het saneringskrediet is dat anders. De gemeente neemt daarbij de schuld over. De schuldeisers krijgen vervolgens van de gemeente een bedrag dat overeenkomt met wat de schuldenaar in drie jaar zou kunnen aflossen. In ruil voor dat bedrag strepen de schuldeisers meteen de schulden door en verdwijnen ze uit beeld. Voor de schuldenaar blijft één schuldeiser over: de gemeente.

Bekijk hier hoe een saneringskrediet Marcel Vonk uit de problemen hielp:

Schulden komen vaak samen met van alles dat kan tegenzitten in het leven. "Wij maken vaak mee dat er een scheiding is geweest die moeilijk is. Cliënten die niet meer kunnen werken doordat ze zoveel stress hebben", vertelt schuldhulpverlener Lilian Vrijhof. "Het is eigenlijk een cirkel die doorbroken moet worden."

Bij dat doorbreken van een vicieuze cirkel kan het saneringskrediet goed helpen, zegt Vrijhof. Ze werkt bij Stadsring, de schuldhulpverlening van de gemeente Amersfoort. Daar wordt inmiddels bij 80 procent van de hulpvragen een saneringskrediet aangeboden.

De traditionele schuldbemiddeling wordt nog wel gebruikt als de schuldenaar in de komende drie jaar waarschijnlijk flink meer inkomen gaat krijgen. "De schuldenaar kan dan meer gaan aflossen, en dus kunnen de schuldeisers meer krijgen," legt Vrijhof uit.

Belangen

Schuldhulpverleners moeten rekening houden met de belangen van de schuldenaar én van de schuldeisers. Want de schuldeisers moeten ervan kunnen uitgaan dat met een bemiddelingsregeling of een saneringskrediet het maximale eruit wordt gehaald.

Daarbij groeit het inzicht bij schuldeisers, zegt Vrijhof, dat een loonsverhoging gedurende de aflossingstermijn niet per se betekent dat er meer afgelost kan gaan worden. "De schuldenaar kan bijvoorbeeld bij een loonstijging toeslagen gaan mislopen, waardoor er alsnog minder overblijft om mee te kunnen aflossen."

Vrijhof zegt dat schuldeisers met wie ze werkt als groot voordeel van het saneringskrediet zien dat ze een bedrag ineens krijgen, in plaats van 36 maandelijkse plukjes. "Ze kunnen het dossier sluiten en hoeven niet meer allerlei administratieve controles te doen. En ze zijn er ook bij gebaat dat de schuldenaar zo snel mogelijk financieel gezond raakt."

Het saneringskrediet wint al enkele jaren aan populariteit. In 2020 zag branchevereniging voor schuldhulp NVVK dat haar leden ongeveer evenveel saneringskredieten aanboden als bemiddelingsregelingen. Een jaar later was dat beduidend meer. Nu, drie jaar later, blijkt uit onderzoek van het Waarborgfonds Saneringskredieten dat 90 procent van de gemeenten saneringskredieten aanbiedt.

Grotere gemeenten hebben vaak al jaren ervaring met het saneringskrediet. Kleine en middelgrote gemeenten sluiten nu aan. "We zagen afgelopen jaren dat gemeenten wel bereid waren om een saneringskrediet aan te bieden, maar aanhikten tegen het overnemen van het risico dat het krediet niet helemaal wordt afgelost", zegt Frank Dijkstra van het waarborgfonds.

Subsidie

Om dat risico weg te nemen, werd vorig jaar het waarborgfonds opgericht, met een subsidie van het Rijk. Tegen een premie van 1 procent van het kredietbedrag kan het stuklopen van de aflossing worden verzekerd, zodat de kredietverstrekkende gemeente altijd haar geld terugkrijgt.

"Die premie is eigenlijk te laag om het risico te dekken. Dat is om de regeling nu aantrekkelijk te maken", zegt Dijkstra. "We verwachten dat de premie de komende jaren iets zal stijgen. Maar nog steeds heel aantrekkelijk voor gemeenten om gezamenlijk de risico's te dragen."

In het onderzoek van het waarborgfonds staat dat zeker 22 van de 324 gemeenten geen saneringskredieten verstrekken. Van die 22 overwegen 9 het wel te gaan doen. Van 14 gemeenten is het onbekend of ze aan saneringskredieten doen.