In elk nummer van Autovisie blikken we terug op onze covergeschiedenis. Vijftig jaar geleden stond deze Alfa Romeo 2000 Berlina op ons magazine.
Voor de welingelichte Alfist mag de onnavolgbare naamgeving die het merk jarenlang hanteerde, geen enkel probleem zijn. Een leek zal er echter maar weinig chocola van kunnen maken. Daardoor groeiden bepaalde carrosserieaanduidingen in de volksmond uit tot roepnaam. Zo ook in het geval van de Alfa Romeo Berlina.
Spider
Als verzamelnaam van de coupés wordt vaak de naam van ontwerper Bertone gebruikt, bij de Spider wordt de carrosserievorm op een gegeven moment zelfs de officiële typenaam. Neem je de motorklasse als uitgangspunt (aan de hand waarvan vroeger in Italië de hoogte van de wegenbelasting werd bepaald) dan wordt het al iets overzichtelijker. De 1750 is bijvoorbeeld verkrijgbaar als Berlina, GTV coupé en Spider. Maar niet als Giulia (die wel een eigen modelnaam heeft…), deze heeft alleen beschikking over de 1300- en 1600-motoren. De 1750 is bij de sedans voorbehouden aan de grootste variant die sinds 1968 op de markt is.
Feitelijk is het weinig meer dan een verlengde Giulia met strakker gemodelleerd plaatwerk, ontworpen door… Bertone. Om het nog ingewikkelder te maken verandert de 1750-reeks vanaf 1971 in 2000, als de Berlina (en enkele andere carrosserievormen) wordt voorzien van de nieuwe tweeliterversie van Alfa’s vermaarde dubbelnokker. De totaal nieuwe Alfetta (met dezelfde 1779 cm3motor als de 1750) neemt dan het stokje over in de 1800-klasse en de nauwelijks grotere 2000 Berlina wordt daar een trede boven gepositioneerd.
Halfverzonken klokken
Uiterlijk is er weinig nieuws. Slechts een andere grille, dubbele ronde koplampen met gelijke diameter, nieuwe wielen en anders ingedeelde achterlichten verraden dat het de tweeliter betreft. Helaas hebben de prachtige, halfverzonken klokken op het dashboard het veld moeten ruimen voor een grotere, enkele unit. Het extra vermogen en koppel maken van de 2000 een uitermate fijne reiswagen, waarvoor nu ook een drietraps automaat verkrijgbaar is. Dat is even slikken voor de purist, maar het past prima bij zijn rol als snel en comfortabel topmodel. In 1977 neemt de Alfetta ook dat stokje over wanneer die van de tweeliter wordt voorzien en kan de Berlina met welverdiend pensioen.
Aanbod en prijzen
Berlina’s zijn qua prijs nog steeds de instappers in de 105-reeks. Maar de sterk gestegen prijzen voor deze modelserie stralen ook op de grote sedan af. In ons land staan twee 1750’s te koop met prijzen rond de 20.000 euro. De 2000 vinden we momenteel niet via onze reguliere zoekmachines.
Een zoektocht over de grens brengt ons uiteraard naar Italië. Daar is het aanbod groter en met vergelijkbare vraagprijzen, de kans op roest is er juist kleiner. Dat is positief, aangezien plaatwerk schaars is. De technische onderdelenvoorziening is goed; veel is uit te wisselen met andere modellen.
Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.
Reageer op artikel:
Alfa Romeo 2000 Berlina: een naam zegt niet alles